Nieuws

Jennifer Bakker is Projectleider Generatie Armoede bij Sedna Tinten. Armoede in een gezin wordt vaak van generatie op generatie overgedragen. Dat geldt zeker voor de Veenkoloniën, een gebied in Drenthe en Groningen. De gemeente Emmen telt de meeste arme inwoners van Drenthe. Welzijnsgroep Sedna Tinten biedt laagdrempelige hulp aan gezinnen. Dat is niet altijd even makkelijk. “Mensen hier willen het liever zelf oplossen.”

Jennifer Bakker - Intermediair: "Mensen in deze streek willen het zelf oplossen."We zijn dit project gestart naar aanleiding van een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen naar armoede bij meerdere generaties in de Veenkoloniën. De vraag was waarom er nog steeds relatief veel armoede in dit gebied is die van generatie op generatie wordt doorgegeven. Op basis van de uitkomsten is er een plan van aanpak gemaakt waarin we nauw samenwerken met de gemeenten Emmen, Coevorden en Borger. We hopen het geleerde in de praktijk toe te gaan passen en zijn daar al aardig ver mee.” 

Gezinnen bereiken is moeilijk

De armoedeproblematiek in de Veenkoloniën heeft de laatste jaren veel aandacht gekregen. Meerdere gemeenten in Drenthe en Groningen werken samen om armoede te bestrijden en de gezondheid van inwoners te verbeteren, die twee hangen uiteraard  nauw met elkaar samen. Jennifer Bakker: “Er is al veel verbeterd. Mensen weten ons beter te vinden. Maar een aanzienlijk deel van de kwetsbare gezinnen is voor ons nog steeds niet zichtbaar. Vooral gezinnen waarin beide ouders heel hard werken maar waar het met moeite lukt de eindjes aan elkaar te knopen. Eerlijk gezegd lukt het ons niet goed die gezinnen te bereiken en als we ze wel bereiken, accepteren ze niet altijd ondersteuning. Aan de laagdrempeligheid ligt het niet. “Het zijn geen ingewikkelde procedures of trajecten,” zegt Jennifer. “Om gezinnen beter te bereiken en ondersteunen maken we gebruik van de inzet van een ervaringsdeskundige. Die heeft zelf ervaring met armoede en sociale uitsluiting en weet daardoor vaak goed contact te maken en houden.  

Zo hebben we contact met een gezin waarvan de vader geen rijbewijs heeft maar wel een beveiligingsdiploma. Daardoor kan hij niet als beveiliger aan de slag en doet productiewerk, wat slechter betaalt. We helpen hem nu zijn rijbewijs te halen, zodat in de beveiliging aan de slag kan. Hierdoor krijgt het gezin per maand honderden euro’s meer inkomenZo simpel kan het zijn.”  

We hebben het goed genoeg

Veel kwetsbare gezinnen vinden dat ze geen ondersteuning nodig hebben. Wat is daar de oorzaak van? “Meestal speelt schaamte een rol,” zegt Jennifer. “Maar uit het onderzoek bleek dat in deze streek nog iets anders speelt. Mensen hier vinden dat ze het zelf op moeten lossen. Ze accepteren dat het leven is zoals het is en hebben geleerd blij te zijn met wat ze hebben en niet te streven naar meer. Ze hebben niet geleerd dat ze hun eigen leven vorm kunnen geven. Doe maar gewoon, we hebben het goed genoeg, is de heersende moraal. Dat wordt van generatie op generatie doorgegeven. Gezinnen die bij ons in een traject zitten vanwege schulden of gezondheidsproblematiek, geven hun eigen leefsituatie toch een hoog cijfer. De schulden zijn geregeld, ik heb een dak boven mijn hoofd. Wat wil je nog meer? Dat klinkt heel positief maar het betekent dat er geen besef is dat ze kwetsbaar zijn en er maar weinig voor nodig is om weer in de problemen te komen. Daardoor zijn ze niet gemotiveerd verder te kijken als bijvoorbeeld de schulden geregeld zijn. Er is ook de neiging ‘de samenleving’ de schuld te geven, het gevoel dat er toch wel over hun hoofd heen beslist wordt. Er is dus wantrouwen naar overheid en organisaties.” 

Mensen in deze streek willen het zelf oplossen

Wat we in ieder geval kunnen doen is de hulp kosteloos en zo laagdrempelig mogelijk aan te bieden,” zegt Jennifer. “We helpen bijvoorbeeld bij het invullen van papieren, proberen de gezinnen zoveel mogelijk te ontzorgen. ‘Wat kunnen we voor u doen?’ is het uitgangspunt. Wat de kinderen betreft, ben ik blij met het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Het helpt echt als het wereldje van kinderen wat groter is dan alleen de thuissituatie. Als de hele klas naar de voetbalclub gaat en jij niet, sta je letterlijk aan de zijlijn. Dat geeft je zelfvertrouwen een behoorlijke knak. En dat jullie alles via de intermediair en direct met de sportclub regelenhelpt ook. Ouders hoeven geen hele papierwinkel door te werken. Het ontzorgen van gezinnen, dat is waar het om gaat. 

Het Jeugdfonds Sport & Cultuur is ook te vinden in Drenthe en Groningen.

Wordt ook intermediair

Onderzoek Rijksuniversiteit Groningen

 

In de rubriek ‘Wie zijn onze intermediairs’ stellen wij de toppers van Jeugdfonds Sport & Cultuur Gelderland voor, aan de hand van korte vragen. Vandaag Paul Koopman.

Vertel eens wat over jezelf?

“Ik ben jongerenwerker en combinatiefunctionaris van de gemeente Bronckhorst.”

Waarom ben je intermediair?

“Ik ben veel in contact met jongeren waarvan de ouders het niet altijd even breed hebben. Jongeren kunnen zich bezwaard voelen om bij hun ouders aan te kloppen voor geld voor een lidmaatschap. Op het moment dat ik als intermediair zie dat sporten vanwege financiële redenen geen optie is voor een kind zet ik me in om via het Jeugdfonds Sport & Cultuur te zorgen dat een kind toch kan sporten. Ik zorg ervoor dat ouders niet hun hele administratie open hoeven te gooien en ik help met het toeleiden naar een sportvereniging. Ik hou ervan om snel te handelen en als intermediair krijg ik de mogelijkheid dit ook te doen.”

Waarom is sport en cultuur zo belangrijk voor kinderen?

“Sporten helpt bij het reguleren van stress, het maakt je zowel fysiek als mentaal fit, je komt in contact met andere mensen, je leert omgaan met winnen en verliezen, je kunt je frustraties kwijt op een goede manier en zo kan ik nog wel even doorgaan. Sporten wordt vaak gezien als een luxe die niet zozeer noodzakelijk is. Kleding en eten staan op de voorgrond terwijl ik ervan overtuigd ben dat sporten zeker bij de belangrijke zaken in het leven hoort.”

Wat is jouw mooiste moment?

“Het geeft me een goed gevoel om de jongere nog eens te bezoeken bij de vereniging zodat ik zelf kan zien hoeveel het opgeleverd heeft voor een jongere en zijn omgeving.”

 

Ook intermediair worden? Lees meer en meld je aan:

Voor intermediairs

In de rubriek ‘Wie zijn onze intermediairs’ stellen wij de toppers van Jeugdfonds Sport & Cultuur Gelderland voor, aan de hand van korte vragen. Vandaag Evie Erkelens.

Vertel eens wat over jezelf?

Ik ben werkzaam als gezinshulpverlener in de brede regio Rivierenland.

Waarom ben je intermediair en waarom is JFSC zo belangrijk?

In mijn werk kom ik regelmatig kinderen tegen die niet bij een clubje kunnen omdat er thuis zorgen zijn om geld. Voor kinderen is het heel belangrijk om ergens bij te horen en te kunnen doen wat ze graag willen. Doordat ik intermediair ben, kan ik ze gemakkelijk aanmelden voor een sportclub of cultuuractiviteit. Dankzij het Jeugdfonds Sport & Cultuur kunnen kinderen toch gewoon meedoen met vriendjes en vriendinnetjes en ‘erbij horen’. Ik vind het bijzonder om intermediair te zijn, omdat je veel voor kinderen kunt betekenen door iets ‘simpels’ als het aanmelden van het kind voor een sport. Dat lijkt maar klein, maar is voor kinderen vaak zo groots. Mijn wens is dan ook dat alle kinderen de kans krijgen om te doen wat ze graag willen op sport- of cultuurgebied.

Ook intermediair worden? Lees meer en meld je aan:

Voor intermediairs

In de rubriek ‘Wie zijn onze intermediairs’ stellen wij de toppers van Jeugdfonds Sport & Cultuur Gelderland voor, aan de hand van korte vragen. Vandaag Wieneke Dekker.

Vertel eens wat over jezelf?

Ik ben vakleerkracht bewegingsonderwijs en Combinatie Functionaris binnen de gemeente Rheden.

Waarom ben je intermediair?

Omdat ik vind dat ieder kind recht heeft om te mogen bewegen in Nederland, ongeacht hoe je ouders er financieel voor staan.

Waarom is JFSC zo belangrijk?

Jullie verwezenlijken mijn idee.

Waarom is sport en cultuur zo belangrijk voor kinderen?

Het geeft ze ontspanning en zelfvertrouwen, ze kunnen er vrienden maken.

Wat is jouw mooiste moment?

De leerling die elke week komt vertellen dat ze het zo fijn heeft op de dansles!

Heb je tips voor andere intermediairs?

Actief blijven en blíjven roepen dat ieder kind in Nederland mee mag doen ongeacht de financiële situatie.

Wat is jouw wens voor de toekomst?

Nog veel meer kinderen aan het bewegen krijgen via het Kindpakket en het Jeugdfonds Sport en Cultuur. De drempel nog meer verlagen voor ouders en kinderen.

Lees meer van Wieneke

Mensen die een schuldhulpverleningstraject in gaan, moeten aan bepaalde voorwaarden voldoen. Stefanie Veen is Maatwerker Ondersteuning Schuldstabilisatie bij welzijnsstichting De Schoor in Almere. Zij helpt gezinnen vanuit een stabiele situatie het schuldhulpverleningstraject in te gaan. ‘We zijn het vangnet voor gezinnen.’

Ze heeft een bijzondere baan, vindt ze zelf. Stefanie Veen helpt mensen die nog niet klaar zijn voor het schuldhulpverleningstraject, zich voor te bereiden. “Het heeft geen zin aan een schuldhulpverleningstraject als er geen stabiele situatie is,” zegt Stefanie. “Bijvoorbeeld als er verslaving in het spel is, er geen inzicht in de schulden is of het inkomen niet op orde. In dat geval worden mensen naar ons verwezen. We kijken heel breed want vrijwel altijd zijn de problemen groter dan alleen schulden. Wij kijken wat een gezin nodig heeft en helpen ze op weg.”

Geen kind kunnen zijn

“Langdurige armoede, gezinnen waar geen perspectief is,” antwoordt Stefanie op de vraag wat haar het meest raakt in haar werk. “Lang moeten leven van een bestaansminimum waarbij je afhankelijk bent van bijvoorbeeld de Sociale Dienst, daar niet uit kunnen komen, is schrijnend. De effecten op kinderen zijn groot. Hun wereldje wordt kleiner. Alles gebeurt op school en verder zitten ze thuis waar ze geconfronteerd worden met de moeilijke situatie van hun ouders. Kinderen nemen dan vaak een andere rol op zich, gaan voor hun ouders zorgen, voelen zich verantwoordelijk, kortom: ze kunnen niet meer echt kind zijn. Ik begrijp die ouders ook. Als je moet kiezen tussen de huur betalen of de sportclub, is de keuze snel gemaakt. Maar kinderen missen dan wel vaardigheden die andere kinderen wel opdoen op bijvoorbeeld de sportclub. Ouders vinden het heel erg als zij hun kinderen niet kunnen geven wat ze nodig hebben. Ik ben echt blij dat ik kan helpen door ze te vertellen dat we samenwerken met het Jeugdfonds Sport & Cultuur te doen en een aanvraag voor ze te doen. De kinderen moeten niet de dupe worden.”

Voorkomen is beter dan genezen

Aanmeldingen komen binnen na een screening bij PLANgroep, maar ook via het project Vroeg Eropaf waarin woningcorporaties, Nuon, Vitens en gemeentelijke belastingen een melding maken van een achterstand. “Wij krijgen een seintje als er een huurachterstand van twee maanden aanwezig is of de rekeningen niet betaald worden,” zegt Stefanie. “We gaan dan onaangekondigd bij mensen langs. Soms schrikken mensen als we voor de deur staan maar ik zie dat veel mensen blij zijn dat er iemand meekijkt. Bovendien worden tijdens het traject de achterstanden tijdelijk stopgezet zodat de schulden zich niet verder opstapelen. Het is een werkwijze die in steeds meer gemeenten gebruikt wordt en die ook succesvol is. We hopen dat daarmee verdere problemen worden voorkomen.”

Weer op eigen benen

Stefanie wordt in haar werk geconfronteerd met moeilijke situaties maar ziet ook de lichtpuntjes. “Ik heb te maken met mensen die bijvoorbeeld niet genoeg vaardigheden hebben om hun financiën te regelen. Of niet weten waar ze recht op hebben, bijvoorbeeld als ze werkeloos geworden zijn. Na scheiding of verlies van een partner die het regelde, gaat het ook vaak mis. Mensen wachten vaak lang met hulp vragen omdat ze het zelf willen oplossen. Maar het gaat ook vaak goed. Vanochtend kreeg ik nog een mail van een moeder die aan een schuldhulpverleningstraject gaat beginnen. Ze weet dat ze over drie jaar schuldenvrij is en heeft weer toekomst. Ze kijkt ernaar uit dan weer op eigen benen te kunnen staan. Geweldig voor haar en haar kinderen.”

Lees meer over schuldhulpverlening

In de rubriek ‘Wie zijn onze intermediairs’ stellen wij de toppers van Jeugdfonds Sport & Cultuur Gelderland voor, aan de hand van korte vragen. Vandaag Ivet Harperink.

Intermediair Jeugdfonds Sport & Cultuur Gelderland Ivet HarperinkVertel eens wat over jezelf?

“Ik ben 34 jaar oud en moeder van twee kleintjes. Ik ben buurtsportcoach Sport en Onderwijs voor de gemeente Doesburg.”

Waarom ben je intermediair?

“Ik ben een bekend en vertrouwd gezicht voor kinderen en leerkrachten als het gaat om sportactiviteiten op en na school.”

Waarom is JFSC zo belangrijk?

“Kinderen mogen geen nadeel ondervinden van geldproblemen van ouders.”

Waarom is sport en cultuur zo belangrijk voor kinderen?

“Het biedt een plekje waar je even nergens aan hoeft te denken behalve aan lekker bezig zijn. Een uitlaatklep en plek om vrienden te maken.”

Wat is jouw mooiste moment?

“Wanneer kinderen spontaan roepen: ‘Daar is de spelletjesjuf’ en vervolgens je een knuffel geven en zeggen dat ze zo blij zijn dat je er bent.”

Heb je tips voor andere intermediairs?

“Blijf open en pas je aan naar de situatie. Maak dingen niet te zwaar.”

Wat is jouw wens voor de toekomst?

“Dat elk kind zijn plek vindt waar hij of zij zichzelf kan zijn.”

Ook intermediair worden? Lees meer en meld je aan:

Voor intermediairs

 

Toen Marcelle Warringa in 2016 steeds vaker verhalen hoorde over kinderen die vanwege geldgebrek niet meekonden op schoolreisje, besloot ze er eens in te duiken. Daar moest toch subsidiegeld voor beschikbaar zijn? Een half jaar later was ze voorzitter van de nieuw opgerichte Stichting Leergeld Nijkerk, die nauw samenwerkt met Jeugdfonds Sport & Cultuur Gelderland. “We hebben 200 gezinnen in ons bestand maar ik weet dat er meer zijn die onze hulp kunnen gebruiken. De uitdaging is om hen te bereiken.”

“Het verbaasde me dat er in Nijkerk nog niet zoiets was. Toen ik ging zoeken kwam ik al snel bij de landelijke Stichting Leergeld, die werkt met lokale stichtingen. Eigenlijk was mijn idee om anderen te interesseren om een Nijkerkse stichting te starten. Toen daar geen reactie op kwam ben ik het zelf gaan doen. Ik heb geen ervaring in dit veld, maar wil dat alle kinderen mee kunnen doen. Wij vergoeden bijvoorbeeld schoolspullen, bijdragen voor schoolreisjes of een computer.” Bij de landelijke stichting bleek zich al een bedrijf te hebben gemeld dat een eventueel op te richten Nijkerkse afdeling wilde steunen. “Dat gaf ons het vertrouwen om te starten.” Haar mede-bestuursleden hebben ook allemaal een achtergrond in commercie of ondernemerschap. “We zijn er open ingegaan en hebben het vooral praktisch aangepakt. We moesten wel even wennen dat in het sociaal domein dingen soms langzamer gaan. Gelukkig hebben we nu een prima samenwerking met de gemeente.”

Intermediair voor JFSC

Terwijl de nieuwe stichting in oprichting was bleek ook JFSC bezig met een lokaal aanspreekpunt. “Dat wisten we niet van elkaar, ik hoorde dat via vrienden. We zijn meteen om tafel gaan zitten om de samenwerking te bespreken. Als Stichting Leergeld voor sport terecht kan bij JFSC, kunnen wij met ons geld op andere gebieden meer kinderen helpen. En JFSC kan kinderen naar ons doorverwijzen, bijvoorbeeld voor een fiets om naar de sportaccommodatie te komen. De vrijwilligers van stichting Leergeld zijn nu ook intermediair van JFSC, zodat we de aanvraag meteen kunnen invullen. En we hebben fijn contact met de backoffice.”

Met samenwerking meer bereiken

Dat heeft al geleid tot mooie voorbeelden. “Een gezin waarvan de kinderen op paardrijden zaten, kon dat door omstandigheden niet meer betalen. Paardrijden is natuurlijk een dure sport. We hebben de koppen bij elkaar gestoken en het geregeld. De manege vraagt niet de volle prijs, JFSC betaalt de maximum bijdrage en Stichting Leergeld legt het ontbrekende deel bij. Zo houden de kinderen hun sociale contacten. We hebben gelukkig een groot netwerk in Nijkerk, met sportaanbieders en bedrijven die graag een steentje bijdragen.”

Geen duizend formulieren invullen

Stichting Leergeld Nijkerk heeft zo’n tien vrijwilligers die aanvragen behandelen. Marcelle voert zelf ook gesprekken. “Ik deed er eerst een paar omdat ik vond dat je als voorzitter moest weten waar je het over hebt. Maar het gaf zoveel voldoening dat ik het nog steeds doe. Het belangrijkste is dat je je open en menselijk opstelt en het belang van privacy snapt. Mensen moeten je kunnen vertrouwen. En dan zijn ze ook heel blij dat ze niet naar een loket hoeven komen en geen duizend formulieren hoeven in te vullen. Mooi is dat mensen die door ons geholpen zijn, nu ook aan de slag zijn als vrijwilliger om anderen te helpen. Diversiteit onder vrijwilligers is belangrijk, ook bijvoorbeeld op het gebied van culturele achtergrond. Mensen die een aanvraag doen voelen zich dan eerder op hun gemak.”

Zoveel mogelijk over vertellen

Marcelle wil graag nog meer kinderen helpen. “We staan in nieuwsbrieven, hebben een laagdrempelige aanvraagprocedure, de gemeente verwijst door, maar toch horen we regelmatig dat mensen ons niet kenden. Ik roep intermediairs dan ook op om zoveel mogelijk te vertellen over wat ze doen, ook op verjaardagen en buurtborrels en zo. Er is altijd wel iemand die dat weer verder verspreidt.” Naar een gesprek met een aanvrager nemen de vrijwilligers altijd twee flyers mee. “We vragen hen: als je een gezin weet dat dit ook kan gebruiken, doe dan discreet de flyer in de bus. En dat werkt! We blijven zoeken naar dat soort slimme manieren, want geen enkel kind mag buiten de boot vallen door geldproblemen.”

‘Iedereen kan meedoen’. Dat is de missie van stichting De Schroef. De stichting zet de ouderen, kinderen en volwassenen van de gemeente Heusden en omgeving letterlijk en figuurlijk in beweging. Teamleider Babette van den Hout en buurtsportcoach Sebastiaan Verweijen onderschrijven de missie van de Schroef helemaal. Met name als het gaat om kinderen. En dan gaat het om meer dan alleen sport. ‘Het gaat om het sociale aspect, gezondheid, integratie, kansen krijgen.’

Babette en Sebastiaan zijn allebei intermediair van het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Dat doen ze met hart en ziel. Ze zorgen ervoor dat er jaarlijks zo’n 140 kinderen uit gezinnen met weinig geld, tóch lid kunnen worden van een sportclub. “Ik vind het fijn zeker te weten dat het geld op de juiste plek terecht komt,” zegt Sebastiaan. “Als de aanvraag goedgekeurd is, wordt de contributie direct overgemaakt aan de club. En er wordt gewerkt met waardebonnen waarmee een kind sportkleding kan kopen.”

Ouders willen het beste voor hun kind

Wat doe je als je merkt dat een kind niet kan sporten omdat de ouders dat niet kunnen betalen? Er zijn intermediairs die het lastig vinden het gesprek met de ouders aan te gaan maar Babette en Sebastiaan vinden het belangrijk dat juist wél te doen. Babette: “Laatst zei een vader tegen me: ‘Ik vind het niet zo erg dat ik niet het duurste speelgoed voor de kinderen kan kopen, daar kan ik wel mee leven. Maar dat mijn kinderen niet gezond kan laten leven door ze te laten sporten, daar kan ik niet mee leven. En dan kan ik wel zeggen dat ik me schaam, maar het gaat om mijn kinderen.’” Babette is even stil. “Ouders willen het beste voor hun kind.” Sebastiaan: “Ouders zijn vooral blij en dankbaar dat hun kind kan gaan sporten. Ze zetten de schaamte opzij in het belang van hun kind.”

Er gaan deuren open

Sebastiaan en Babette doen er alles aan om de weg naar de sportclub zo laagdrempelig mogelijk te houden. “Als we een evenement organiseren, laten we de ouders altijd weten dat als de kinderen op les willen, er altijd mogelijkheden zijn via het Jeugdfonds Sport & Cultuur. We willen graag dat ze doorstromen naar de sportclubs dus we laten zien dat dat kan.” “Het gaat niet eens om het sporten alleen,” zegt Babette. “Het is ook het sociale aspect. Je wordt er blij van, hoort ergens bij. En sport kan deuren openen die anders gesloten blijven. Een meisje uit de gemeente is enkele jaren geleden via het Jeugdfonds Sport gaan turnen en is inmiddels Nederlands kampioen geworden. Niet dat iedereen kampioen moet worden, maar iedereen moet wel die kans krijgen. Zonder het Jeugdfonds Sport & Cultuur was dat niet mogelijk geweest.”

Steen in de vijver

Sebastiaan werkt in een wijk waar veel voormalig vluchtelingen wonen. “Door de kinderen een sportkans te geven, help je bij de integratie. Qua taal is het soms lastig. We spreken zo langzamerhand Frans, Engels, Arabisch.” lacht hij. “Maar met behulp van handen en voeten en soms een tolk, lukt het altijd.” Babette: “Ik werk intensief samen met Vluchtelingenwerk, zij zijn voor ons ook spreekbuis. Het lukt eigenlijk altijd om de kinderen naar de sportclub te krijgen.”

“Ik ben buurtsportcoach geworden omdat ik het heel interessant vind te zien wat je met sporten kunt bereiken,” zegt Sebastiaan. “Bewegen draagt bij aan gezondheid, integratie. Je bent eigenlijk bezig met meer dan sport alleen. Het geeft me het gevoel goed bezig te zijn. Ik wil mijn steentje bijdragen.” Babette knikt. “Ik heb altijd op hoog niveau tennis gespeeld, maar ik heb er bewust voor gekozen bij De Schroef als buurtsportcoach te gaan werken om mensen in beweging te krijgen die anders niet zouden bewegen. En daar horen ook de kinderen van het Jeugdfonds Sport & Cultuur bij. Ook nu ik teamleider ben, ben ik bewust nog steeds intermediair. Je krijgt zoveel dankbaarheid van de ouders en kinderen. Als ik zie dat zo’n kind op z’n plek is, daar doe ik het voor. Ik hoop echt dat nog veel meer ouders het fonds weten te vinden!”

Ben jij buurtsportcoach, cultuurcoach of combinatiefunctionaris? Word ook intermediair! Lees er alles over op onze infopagina voor intermediairs.

Word nu intermediair!

 

 

Daisy Peters is buurtsportcoach dans voor Sport Utrecht, een organisatie die in de wijken alle Utrechters in beweging wil zetten. Daisy geeft op scholen en na schooltijd danslessen aan kinderen in de basisschoolleeftijd. Haar streven? Alle kinderen het plezier van dans laten ervaren!

Daisy heeft een groot werkgebied. Ze werkt in de wijken Overvecht, Hooggraven en Lunetten waar ook gezinnen wonen die niet veel te besteden hebben. “Ik geef danslessen op verschillende scholen, iedere periode een andere wijk. Ik probeer de kinderen enthousiast te maken voor dans. Met de kleintjes doe ik Kid’s Dance en vanaf 6 jaar streetdance en hiphop. Toen ik een jaar of tien was, ben ik zelf gaan dansen en bleek er goed in te zijn. Ik zat in demoteams en deed mee aan wedstrijden. Dans heeft me gemaakt tot wie ik nu ben. Het was en is mijn passie en dat wil ik heel graag overdragen op anderen. Dans is zo breed, iedereen kan het leren. En blijkbaar maakt het een stofje aan waar je happy van wordt.”

O nee, niet dansen!

Daisy komt een aantal keren op de scholen in de wijk om dansles te geven. Vaak is het voor kinderen de eerste kennismaking met dans. “Dat is wel grappig,” lacht Daisy. “Meestal roepen ze aan het begin van de eerste les ‘o nee, niet dansen!’. Vooral de jongens zien dat in het begin niet zitten. Maar als ik eenmaal begin gaan de jongens vaak nog meer los dan de meisjes. Ze zijn altijd blij als ik de week erna weer kom, dan heb ik mijn doel bereikt. Ik wil heel graag dat iedereen het leuk vindt en vraag me altijd af: wat kan ik doen dat alle kinderen willen dansen.”

Als een kind op les wil, kan dat

In Utrecht krijgen de kinderen lessen op school en kunnen daarna gratis een cursus buiten school volgen. Als ze willen blijven dansen, is het de bedoeling dat ze doorstromen naar een reguliere dansschool. Maar niet alle ouders kunnen het lesgeld betalen. Daisy: “Als je weinig geld hebt, kun je gebruik maken van een U-pas, maar die wordt meestal voor zwemmen gebruikt, niet voor danslessen voor de kinderen. In dat geval maken we gebruik van het Jeugdfonds Sport & Cultuur. We komen er altijd wel uit om een kind dat graag op les wil, ook die kans te geven.”

Lastig bespreekbaar

“Ik zie het meestal wel aan het kind als er thuis geen geld is,” zegt Daisy. “Kinderen dragen kapotte schoenen of ze dragen het hele jaar door dezelfde kleren. Of ze mogen niet meedoen aan een show, dan weet ik dat er iets anders onder ligt. Alle ouders zitten in een groepsapp dus ik heb wel contact met ze en dat onderhoud ik ook heel bewust. Ik vind het wel lastig om het met de ouders te bespreken als ik merk dat er geen geld is. Ik heb goed contact met de gymdocenten en de scholen zelf. Als iets me opvalt, kan ik dat met ze bespreken.”

Kinderen moeten niet thuis rondhangen, vindt Daisy. “Van dansen en sporten word je gewoon gelukkig. Daarom vind ik het zo belangrijk dat kinderen het kunnen doen.”

Ben jij buurtsportcoach, cultuurcoach of combinatiefunctionaris? Word ook intermediair! Lees er alles over op onze infopagina voor intermediairs.

Word nu intermediair!

Soms stapelen de problemen zich op en wordt het voor een gezin steeds zwaarder het hoofd boven water te houden. Er hoeft dan maar iets te gebeuren of de emmer loopt over. Dan lukt het niet meer om op ieder moment voldoende tijd en aandacht aan de kinderen te besteden. Buurtgezinnen.nl zorgt ervoor dat deze gezinnen weer op adem kunnen komen en kinderen zich positief kunnen blijven ontwikkelen. Irma de Groot is coördinator van Buurtgezinnen in Zaanstad én intermediair voor het Jeugdfonds Sport & Cultuur.

De werkwijze van Buurtgezinnen is simpel en effectief. Gezinnen die overbelast zijn (vraaggezinnen) worden gekoppeld aan gezinnen in de buurt die ondersteuning willen geven (steungezinnen). Steunouders zijn ervaren ouders met een groot hart die op vrijwillige basis graag wat willen doen voor een ander gezin.

Koppelen

Irma de Groot koppelt de gezinnen. “Ik ga naar gezinnen toe die ondersteuning kunnen gebruiken, waar het niet zo lekker loopt. Bijvoorbeeld vanwege ziekte, of alleenstaande ouders. Vaak zijn het gezinnen die geen netwerk hebben. Ik zoek een steungezin waar de kinderen af en toe heen kunnen, zodat de  ouders even op adem kunnen komen. Daarmee hopen we te voorkomen dat een gezin ontspoort. Een gezin wordt in principe twee jaar lang begeleid. Meestal is de band met het steungezin dan zo het, dat onze bemoeienis niet meer nodig is. Per gezin bekijken we wat nodig is, sommige kinderen gaan maar een middag in de week naar een steungezin, anderen gedurende het weekend.”

Direct helpen

Irma is intermediair van het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Dat betekent dat ze een gezin dat moeite heeft de eindjes aan elkaar te knopen, direct kan helpen door een aanvraag te doen zodat een kind kan sporten of iets aan cultuur kan doen. “Vaak zijn er meerdere problemen in een gezin. Ik verwijs dan door naar bijvoorbeeld het sociaal wijkteam maar ik kijk ook wat ik zelf kan doen. Een aanvraag om iets aan sport of cultuur te gaan doen bijvoorbeeld. Voor de kinderen is het belangrijk dat hun wereld weer wat groter is en dat ze de problemen thuis even kunnen vergeten. Een aanvraag doen is heel eenvoudig en het contact met het lokale Jeugdfonds Sport & Cultuur is goed, dus voor mij is het een kleine moeite.”

Iedereen werkt samen

“Laatst heb ik twee broertjes uit een Koerdisch gezin opgegeven,” vertelt Irma. “De jongens gaan iedere weekend naar twee steungezinnen. Een jongetje uit het steungezin zat al op voetbal. Ik kreeg de vraag of de jongetjes uit het vraaggezin ook op voetbal konden. Via het Jeugdfonds Sport & Cultuur in Zaanstad was het zo geregeld. De ouders uit het steungezin hebben geholpen de jongens op de voetbalclub aan te melden, omdat de ouders slecht Nederlands spreken, was dat lastig voor ze. De moeder uit het steungezin zorgt er ook voor dat de berichten uit de groepsapp van de club bij de vraagouders terecht komen. Ook de voetbalclub werkt er enthousiast aan mee. Iedereen werkt samen om de jongetjes mee te laten doen. Dat is zo mooi. Alle kinderen moeten gewoon de kans krijgen om mee te kunnen doen. Zaanstad heeft ook een eigen regeling maar die is vrij ingewikkeld. Gezinnen die er eigenlijk voor in aanmerking komen, kunnen daar vaak  geen gebruik van maken. Dat vind ik het goede aan het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Kinderen die willen sporten, kunnen snel naar een club. Ik vind het heel fijn om te zien dat ze daar echt van opbloeien.”

Meer informatie over Buurtgezinnen.

Word ook intermediair.

Wist je dat?

kinderen en jongeren in Nederland groeit op in armoede.

kinderen en jongeren werden in 2023 via ons lid van een sportclub.

kinderen en jongeren werden in 2023 via ons lid van een cultuurclub.

uitgegeven sport- en cultuurattributen in 2023.