Budgetcoach Mariska Eshuis is in 2019 voor zichzelf begonnen nadat ze jarenlang op de afdeling huurincasso van een woningcorporatie werkte. Ze vond dat het anders moest. “Iedereen kan in een situatie belanden waardoor er even geen overzicht meer is of hulp bij schulden hard nodig is.”
In 2019 gooide Mariska het roer om en werd zelfstandig budgetcoach nadat ze jarenlang werkte op de afdeling huurincasso van een woningcorporatie. “Juist omdat ik zelf uit een gezin kom waar bijna ieder dubbeltje moest worden omgedraaid, weet ik wat voor leed er schuilgaat achter de voordeur in armere wijken. Het gaat nooit alleen om geldproblemen. Er spelen altijd andere dingen mee. Ik wil me inzetten voor mensen die grip op hun financiële situatie kwijt zijn. En daarbij gaat het echt niet alleen om mensen aan de onderkant van de samenleving. In tegendeel. Juist ‘Jan Modaal’ die geen recht heeft op allerlei voorzieningen, houdt uiteindelijk minder over dan een gezin met een minimum inkomen dat wel een beroep kan doen op allerlei regelingen.”
Bij de woningcorporatie waar Mariska werkte, zag ze dat mensen die hun huur niet konden betalen, diep in de problemen kwamen. “Dagvaardingen en ontruimingen vond ik heel erg, maar soms had ik geen keus,” zegt Mariska. “Ik vond dat het anders moest. Ik legde veel huisbezoeken af en probeerde er alles aan te doen om huurders met een huurschuld te helpen door rekening te houden met hun financiële situatie. Ik zocht altijd naar een balans tussen het incasseren van de huur en het besef dat een dak boven je hoofd één van de belangrijkste zaken in het leven is. Ik ging niet alleen op huisbezoek om een regeling te treffen maar vooral om het verhaal te horen. Het incasseren veranderde voor mij langzamerhand in een maatschappelijke, hulpverlenende functie.”
Mariska is vertrouwd met geldzorgen. Ook zij groeide op in een gezin waar niet veel geld was. “Altijd wachten tot de kinderbijslag binnenkwam. In de rij voor de Vlaggetjesweek bij C&A. De goedkoopste boodschappen in huis halen. Geen vakantie. Op een gegeven moment gingen mijn ouders scheiden en werd het geldgebrek nóg voelbaarder. Gelukkig kon mijn vader goed met geld omgaan. Hij heeft me dat geleerd en me ook gestimuleerd te gaan studeren, als eerste van de familie. Ik ben naar de HEAO gegaan omdat ik economie interessant vond en ik blij werd van alles rondom cijfertjes, getallen en rekenen. Achteraf gezien was ik toen al bezig met mijn passie rondom budgetteren.”
Als intermediair maakt Mariska het mogelijk dat kinderen lid kunnen worden van een sportclub of zich creatief kunnen uitleven. “Ik wilde als kind graag op turnen, mijn moeder vond dat te gevaarlijk. Achteraf denk ik: er was gewoon geen geld voor. Mijn dochter zit nu op turnen. Als ik zie wat dat met haar doet, hoe blij ze ervan wordt. Dat raakt mij. Ik wil dat alle kinderen die kans krijgen. Daarom ben ik ook intermediair voor het jeugdfonds. Ik kan gezinnen er echt mee helpen. Maar niet altijd.
Het frustreert me dat de gemeente een inkomenstoets hanteert voor ouders die een beroep op het jeugdfonds doen. Daardoor worden veel gezinnen, die het hard nodig hebben, niet geholpen. Die inkomenstoets moet echt van tafel. Ik vind dat je moet kijken naar wat er uiteindelijk maandelijks onderaan de streep overblijft. Zeker nu. Veel gezinnen zijn getroffen door de coronacrisis. ZZP’ers hebben minder opdrachten. Allemaal mensen die werken maar buiten hun schuld in de problemen komen.”
Kunnen mensen die geldzorgen hebben zich een budgetcoach veroorloven? Zeker! “Er is meestal wel een mouw aan te passen en je wordt creatief,” zegt Mariska. “Veel mensen betalen zelf hun traject in de vorm van een maandbedrag welke in een budgetplan wordt opgenomen. Maar we praten ook met de werkgever als de cliënt hiervoor openstaat. Vaak weet die wel dat er problemen zijn en wil voorkomen dat er verzuim gaat ontstaan. En als iemand al in verzuim is en ziek thuis zit, kan er een advies vanuit de arbodienst of bedrijfsarts komen.
Mensen met een uitkering kunnen vaak geen begeleiding betalen. Mensen worden nu naar budgetbeheer van de gemeente verwezen, iets wat ze vaak niet willen. Zij willen zelf regie houden en zelf de financiële problemen oplossen. Geef mensen dan vanuit die eigen kracht ook de keuzevrijheid om individuele begeleiding te mogen aanvragen voor budgetcoaching. Dat is nu helaas nog niet mogelijk, maar ook daar ben ik hard mee bezig.”
Armoede treft 1 op de 12 Nederlandse kinderen. Geld voor een sportclub is er dan al helemaal niet. Dat gold ook bij Saïd Bouzambou thuis, tot zijn zus ging studeren. Saïds ouders kwamen vijftig jaar geleden vanuit Marokko naar Nederland. Naast het voeden van hun tien kinderen, moesten ze ook de familie in Marokko onderhouden. De vader van Saïd besloot daarom dubbele diensten te draaien. “Maar er bleef geen geld over voor nieuwe kleding en een sportclub. Het was echt overleven,” benadrukt hij.
Als Saïd dertien is, gaat zijn zus studeren. Tijdens haar studie stuit ze op het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Ze weet hoe graag Saïd, net als zijn vrienden, bij een voetbalclub wil, dus schrijft ze hem in. De aanvraag wordt goed-gekeurd. Het Jeugdfonds besluit de jaarlijkse contributie te betalen. Achteraf blijkt dit Saïds gouden ticket. Gewapend met een waardebon van het fonds gaat hij naar de winkel om zijn eerste voetbalschoenen te kopen. “Ik kocht net zo iets als die van Ronaldo.”
Op zijn zestiende ontdekt hij het zaalvoetbal. Dan gaat alles ineens heel snel en wordt Saïd gescout. Inmiddels is hij dertig en uitgegroeid tot een zaalvoetbalinternational met vijftig interlands op zijn naam. In Indonesië – waar zaalvoetbal groot is – tekende Saïd zelfs een contract met een sportmerk: “Daar waar ik vroeger mijn scheenbeschermers met mijn oudere broers deelde, kan ik nu zelf aangeven welke sportspullen ik wil ontvangen. Het is een wereld van verschil,” zegt hij lachend.
Saïd benadrukt hoe bepalend zijn jeugd is geweest: “Als je in armoede opgroeit, heb je te maken met vooroordelen. Je moet vijf keer zo hard werken als anderen. Dit heeft mij gevormd, ervoor gezorgd dat ik creatiever en sterker ben geworden. In die zin ben ik er ook trots op dat ik in armoede ben opgegroeid.” Als intermediair voor Jeugdfonds Sport & Cultuur komt Saïd regelmatig kinderen tegen in wie hij zichzelf herkent. Juist tegen hen zegt hij dat ook zij alles kunnen bereiken: “De kansen liggen in Nederland voor het oprapen. Het enige wat jij moet doen, is ze met beide handen aangrijpen en er echt voor gaan!”
Dit artikel staat in de Flair nummer 41 van 7 t/m 13 oktober 2020.
Saïd was zaterdag 17 oktober 2020 samen met Kees Jansma te gast bij De Eretribune van FOX Sports om te praten over ons fonds en Sam&, bekijk hier het item terug:
In de rubriek ‘Wie zijn onze intermediairs’ stellen wij de toppers van JFSC Gelderland voor, aan de hand van korte vragen. Dit keer Stijn Brokx.
Ik ben 29 jaar oud en ongeveer 6,5 jaar in dienst bij Welzijn West Betuwe. In mijn dagelijks leven ben ik drie dagen per week op het voetbalveld te vinden. Naast dat ik zelf mijn kunsten mag vertonen op het veld, ben ik al 14 jaar trainer van diverse selectieteams. Tijdens de ‘coronastop’ heb ik Padel ontdekt, een fantastisch snel en tactisch spel in de racketsport. In mijn werkzame leven ben ik actief als coördinator van de buurtsportcoaches en cultuurcoaches bij Welzijn West Betuwe. Als projectleider houd ik me ook bezig met een jongerenproject binnen West Betuwe en ben ik Lokaal Aanspreekpunt voor het Jeugdfonds Sport & Cultuur.
Vanuit mijn functie als buurtsportcoach zie ik veel kinderen van gezinnen in West Betuwe. Dus een signaleringsfunctie als intermediair/LAP van het Jeugdfonds kan daarin waardevol zijn. Daarnaast is één van de doelstellingen als buurtsportcoach om sporten mogelijk te maken voor iedereen in de gemeente West Betuwe. Hoe mooi is het dan om met een jeugdfonds-aanvraag kinderen te kunnen laten sporten bij lokale verenigingen?
In mijn ogen verdienen alle kinderen de kans om mee te doen aan sport en cultuur in Nederland. Door een relatief simpele handeling maakt het Jeugdfonds dit mogelijk. Ik zie vaak een last van het gezin afvallen door de vergoeding die Jeugdfonds Sport & Cultuur kan bieden.
Allereerst de gezondheidsfactor die sport en cultuur met zich meebrengt, want bewegen en actief zijn is gewoon gezond. Daarnaast vind ik vooral de sociale component enorm waardevol. Sportverenigingen en cultuuraanbieders zijn de voedingsbodem voor sociale contacten en het leren ontdekken van je omgeving.
Ik heb eens een alleenstaande moeder geholpen met een aanvraag voor haar zoon. Zij zag door de bomen het bos niet meer en was erg opgelucht toen ik vertelde wat er allemaal mogelijk was door Jeugdfonds Sport & Cultuur. Nadat alles geregeld was ging haar zoon sporten bij een lokale vereniging. Ik kreeg nog een foto doorgestuurd van haar zoon in actie tijdens het sporten…het plezier straalde er vanaf!
Zoek de samenwerking met zorgprofessionals die ook iets kunnen betekenen voor het gezin, wanneer je een ‘niet pluis’ gevoel hebt overgehouden aan een gesprek. Ik heb al meerdere keren meegemaakt dat we het gezin ook op andere vlakken hebben kunnen helpen, doordat we naar aanleiding van een Jeugdfondsaanvraag aan de bel hebben getrokken.
Ik hoop dat we in West Betuwe ook een mogelijkheid creëren om een volwassenfonds in het leven te roepen. Ik zie veel gevallen die vanaf hun 18e jaar moeten stoppen met de beoefening van sport en cultuur, omdat het Jeugdfonds geen bijdrage meer levert vanaf die leeftijd in West Betuwe.
Ook intermediair worden? Lees meer en meld je aan:
Elke week zetten we een Flair-lezeres in het zonnetje. Deze week Kimberly Pouw (33). Zij zet zich in voor kinderen die opgroeien in een gezin met weinig financiële middelen.
“Toen ik begon met werken, merkte ik al snel dat veel ouders op zoek waren naar mogelijkheden om hun kind te laten sporten maar dat zij niet altijd over de juiste financiële middelen beschikten om de contributie te betalen. Schrijnend, want je wil dat alle kinderen kunnen meedoen met hun klasgenootjes. Door me aan te melden als intermediair bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur, kan ik ervoor zorgen dat ook kinderen die opgroeien in gezinnen met geldzorgen, lid kunnen worden van de voetbalclub of danslessen kunnen volgen. Samen met de ouders doe ik online een aanvraag en na goedkeuring wordt het geld direct overgemaakt naar de sportclub of docent. Iedereen die professioneel betrokken is bij kinderen en jongeren kan zich trouwens aanmelden als intermediair.”
“Voor ouders is het vaak lastig om aan te geven dat ze hulp nodig hebben. Ook op school. Maar doordat ik openlijk vertel over de mogelijkheden wordt de drempel verlaagd. Nu weten ouders mij steeds vaker zelf te vinden en soms sporen kinderen hun ouders aan om bij mij te komen. Ieder jaar ontvang ik meer aanmeldingen. Het is ook fijn dat ouders de aanmelding komen verlengen, dat betekent dat het kind nog steeds deelneemt aan de gekozen activiteit.”
“Naast sport en cultuur is het is belangrijk dat kinderen mee kunnen op schoolreisjes, een verjaardag of Sinterklaas kunnen vieren. Dat lijkt normaal in Nederland, maar lang niet iedere ouder kan dat betalen. Eén op de twaalf kinderen groeit op in armoede, ongeveer twee per klas. Sam& (Samen voor alle kinderen) is een samenwerkingsverband van Jeugdfonds Sport & Cultuur, Leergeld Nederland, Nationaal Fonds Kinderhulp en Stichting Jarige Job en zet zich in voor deze kinderen. Op samenvoorallekinderen.nl kun je voorzieningen aanvragen voor kinderen en jongeren die in armoede opgroeien.”
Tot en met 31 oktober steun je Sam& als je meespeelt met de VriendenLoterij Bingo.
Dit artikel staat in de Flair nummer 40 van 30 september t/m 6 oktober 2020.
Dit interview maakt onderdeel uit van de reeks verhalen in het kader van de VriendenLoterij Bingo.
De kamer van Aukje – intern begeleider op een basisschool in Harderwijk – bevindt zich midden tussen de klaslokalen. De deur van haar kamer staat altijd open: “Ik zie het als mijn rol om de drempel weg te nemen. Ouders en kinderen moeten altijd binnen kunnen lopen voor hulpvragen.” Aukje staat klaar voor alle leerlingen en kent de school op haar duimpje. Ze vertelt trots wie waar zit, hoe laat de kinderen pauze hebben en over het vrije bibliotheeksysteem dat ze onlangs introduceerden. “Zo hebben alle kinderen toegang tot leuke boeken”, jubelt ze.
Op meerdere plekken in de school hangen posters van het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Aukje is al jaren intermediair voor het fonds en ondersteunt hun missie: “School is dé plek om ouders direct te wijzen op hulp. Dat scheelt ze uren aan zoekwerk. En juist alle initiatieven samen kunnen dat extra steuntje in de rug geven waardoor kinderen weer mee kunnen doen.”
Inmiddels pikt Aukje de gezinnen die hulp kunnen gebruiken er zo uit: “Hoe meer gezinnen je begeleidt, des te sneller je de signalen van armoede herkent. Je ontwikkelt een extra set voelsprieten.” Haar ervaring en de schoolsetting helpen hierbij: “Op school hebben we zicht op het totaalplaatje. We zien deze kinderen elke dag, weten of de ouders werken en of ze moeite hebben met het betalen van de ouderbijdrage. Hierdoor kunnen we snel inspringen wanneer dit nodig blijkt te zijn.”
Aukje weet dat armoede vele gezichten kent. Om kinderen zo snel mogelijk te kunnen helpen, is het cruciaal de signalen die hierop wijzen vroegtijdig te herkennen: “Wanneer een kind structureel zijn of haar fruithap ‘vergeet’, er meer dan eens onverzorgd uitziet, rondloopt in te kleine, versleten of te dunne kleding, dan gaat dat opvallen. Als zo’n kind dan ook nog eens ziekgemeld wordt op zijn of haar verjaardag of zelfs thuis wordt gehouden tijdens een schoolreisje, dan vallen de puzzelstukjes al gauw in elkaar.” Soms duurt het wel even voordat de ernst van de situatie aan het licht komt, erkent Aukje: “Ouders die zich schamen, weten de situatie vaak nog een tijd te verbloemen door de wereld van hun kinderen te verkleinen. Als ouders hun kinderen met een lach op het gezicht naar school brengen, heb je niet gelijk door wat er zich thuis echt afspeelt.”
De omvang van deze onzichtbare armoede werd zichtbaarder ten tijde van de coronacrisis: “Ineens verdwenen er een aantal kinderen van onze radar. We zagen ze niet terug bij de digitale lessen. Het bleek dat een deel van hen thuis geen laptop had.” Razendsnel regelt Aukje via haar contacten een aantal laptops voor de kinderen. Zo konden ook deze leerlingen mee blijven doen. Achteraf gezien, hadden nog meer kinderen behoefte aan deze hulp, benadrukt Aukje: “Bij terugkomst op school vertelden een aantal kinderen dat ze alle digitale lessen via mama’s mobiele telefoon hadden gevolgd. Dan breekt mijn hart, want deze kinderen hebben wekenlang niet optimaal mee kunnen doen.”
Wanneer Aukje vermoedt dat een leerling baat heeft bij hulp, dan knoopt ze een praatje met ze aan. Tijdens zulke gesprekken merkt ze dat kinderen in hun hoofd bezig zijn met de geldzorgen van hun ouders: “Kinderen zijn geneigd de stress van hun ouders op te zuigen. Hierdoor zitten ze minder lekker in hun vel. Het effect hiervan zie je terug in hun schoolprestaties en ontwikkeling.” Deze cirkel kan volgens Aukje doorbroken worden wanneer kinderen een uitlaatklep geboden wordt: “Iedereen moet soms even zijn stress kwijt en wil mee kunnen doen – zij het met sport, kunst of muziek. Lekker bewegen of iets met je handen maken, laat een kind zien dat het veel meer in zich heeft. Ieder kind – arm of rijk – verdient het om dit gevoel te ervaren en zich optimaal te ontwikkelen.”
Ondanks dat Aukje zich in haar werk vooral op de kinderen richt, verliest ze ook de ouders niet uit het oog: “Ouders stellen zich kwetsbaar op wanneer ze hun zorgen bij mij op tafel leggen. Hulp vragen is moeilijk. Wanneer ze dit doen, dan is het oneerlijk ze als zielig te bestempelen en hen alles uithanden te nemen. Daarom probeer ik met ze mee te denken, ze te betrekken bij het proces en ze in hun kracht te zetten. Uiteindelijk zijn zij verantwoordelijk voor hun kinderen en moeten zij ze naar de sportclub brengen!”
De impact van Jeugdfonds reikt verder dan het kind zelf, legt Aukje uit: “Ik heb geregeld dat een leerling van ons kon gaan voetballen bij de voetbalvereniging in de buurt. Kort daarna belde zijn moeder mij blij op. Ze was gevraagd kantinedienst te draaien. Eindelijk had ze ook weer een reden om de deur uit te gaan. Haar sociale isolement werd doorbroken. Ze was hier zo dankbaar voor.”
Aukje hoopt in de toekomst nog veel meer gezinnen te kunnen helpen. Daarom daagt ze iedereen in Nederland uit om over armoede te praten: “We bereiken nog lang niet alle kinderen. Hulp vragen bij armoede moet net zo normaal worden als naar de huisarts gaan.” Aukje gelooft dat de kracht van herhaling hierin essentieel is: “Kinderen moeten weten dat ze recht op deze hulp hebben! Elke school moet vol hangen met posters van initiatieven die kinderen in armoede kunnen helpen, noem ze in kinderprogramma’s op televisie en besteedt er in elke schoolkrant aandacht aan!”
>> Werk je ook in het basisonderwijs en wil je kinderen helpen? Klik dan hier.
Er zijn van die mensen die het verschil maken voor anderen. Nadia Cairo is maatschappelijk werker bij het Ouder Kind punt in de Amsterdamse Bijlmer. En intermediair voor ons fonds. In 2019 werd ze zelfs gekozen als Intermediair van het Jaar in Amsterdam. Jaarlijks kunnen honderden Amsterdamse kinderen dankzij Nadia sporten. Nadia maakt het verschil.
Ouders en kinderen kunnen met hun grote en kleine vragen terecht bij OKA Amsterdam. “Ze kunnen met al hun zorgen bij ons terecht,” zegt Nadia. “Geldzorgen, vragen over opvoeding, huiselijk geweld, werkloosheid. Wij denken mee en proberen samen een oplossing te vinden. Vragen kunnen komen van ouders en kinderen maar ook vanuit school, jeugdzorg of de huisarts. Wij zijn een soort spin in het web. Als er schulden zijn, koppelen we het gezin aan de schuldhulpverlening. Is er geen geld voor een clubje, dan vraag ik bij jullie een bijdrage aan. Ik heb intensief contact met allerlei organisaties in de wijk.”
Licht brengen in moeilijke situaties. Daar gaat het Nadia en haar collega’s om. “Als we van een school horen dat een kind gedragsproblemen heeft, weten we eigenlijk al dat er thuis iets aan de hand is. Problemen komen nooit alleen. Ik praat met de ouders en probeer te achterhalen wat er speelt. Ik werk samen met verschillende disciplines samen om het gezin bij te staan. In de Bijlmer wonen veel mensen die illegaal in Nederland zijn. Veel ouders zitten in de illegaliteit. Moeders met kinderen die op een kamer in onderhuur zitten met nauwelijks geld om rond te komen. Enkele ouders die wel werk hadden, zijn die door corona kwijtgeraakt. Als je geen geld hebt en geen doel in je leven, veroorzaakt dat veel stress. En daardoor kan uit onmacht huiselijk geweld ontstaan. Een groeiend probleem is het geweld van de gangs.”
De coronacrisis heeft het voor veel gezinnen moeilijker gemaakt. Als je met je kinderen op een kamer woont en ze kunnen niet naar school, is dat erg zwaar. Nadia: “De scholen hebben er alles aan gedaan om het op te lossen. Er waren online lessen en voor de kinderen die niet online mee konden doen, was er plek op school. Scholen schakelden ons in als ze geen contact met de gezinnen konden krijgen of als kinderen niet kwamen opdagen. Wij zochten dan uit wat er aan de hand was.”
“Het mooie van mijn werk is dat ik kan helpen. Ik ben een instrument voor iemand die het zelf niet kan. De problematiek wordt wel steeds complexer.” Nadia lacht. “Soms roep ik ‘ik kan geen probleem meer horen!’. Vechtscheidingen bijvoorbeeld, als ouders met modder gaan gooien. Dat vind ik heel erg. Je moet van goede huize komen om geen deelgenoot te worden en objectief te blijven. Misbruik is ook heel naar. Ik maak soms heel schokkende dingen mee. Het breekt mijn hart soms. Maar ik ga voor de kinderen. Doordat ik nu wat ouder ben en veel ervaring heb, kan ik het beter aan.”
Juist kinderen voor wie het huis zwaar is, is het nodig dat ze regelmatig even loskomen en zich uit kunnen leven. “Het eerste dat ik aan kinderen vraag is: doe je iets in je vrije tijd? En als dat niet zo is, help ik ze wél iets te gaan doen. Het is zo belangrijk voor hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Kinderen moeten kunnen exploreren, uitzoeken waar ze plezier in hebben en daarin opgaan. Op de sportclub of dansles doen ze allerlei skills op die ze thuis niet meekrijgen. Samenwerken, luisteren, ergens voor gaan. Ze zien dat er meer is, ontdekken mogelijkheden. Even loskomen van de thuissituatie helpt kinderen enorm.”
In de rubriek ‘Wie zijn onze intermediairs’ stellen wij de toppers van JFSC Gelderland voor, aan de hand van korte vragen. Dit keer Marloes Bottenberg.
Ik werk als beschermingsbewindvoerder. Sinds 2018 ben ik werkzaam als intermediair voor het Jeugdfonds Sport & Cultuur.
Ik zie dagelijks het effect van schulden op zowel ouders als hun kinderen. Kinderen trekken hierbij eigenlijk altijd aan het kortste eind. Zij kunnen er niets aan doen dat hun ouders in die situatie verkeren, maar worden er wel steeds mee geconfronteerd. Ik hoor wel eens dat kinderen een verjaardag overslaan, geen goede fiets hebben of zeggen dat ze ook een geweldige vakantie hebben gehad, terwijl dit niet het geval was. Kinderen in armoede vragen al snel niet meer om een (dure) sport. “Daar is toch geen geld voor”, hoor ik kinderen regelmatig zeggen. Schrijnend vind ik dat en ik hoop als intermediair deze kinderen aan JFSC te koppelen, omdat ik vind dat ieder kind moet kunnen sporten.
Sport is zo veel meer dan een balletje slaan of schoppen. Een kind wordt onderdeel van een team, groep of vereniging en hoort ergens bij. We beseffen niet altijd dat dit een gevoel is wat veel kinderen in armoede niet kennen, er bij horen en mee mogen doen.
Oh dat zijn er erg veel, maar één kind schiet er wel uit. Tom, een jongen van 8 jaar oud. Toen ik met hem en zijn ouders kennismaakte, was hij erg stil en onzeker. Zijn ouders leefden in armoede en Tom daardoor ook. Door de situatie plaatste Tom zichzelf op de achtergrond en vroeg niet of hij op judo mocht. Zijn klasgenoten deden wel aan judo en Tom vertelde mij dat hij wel eens jaloers op hen was. Dit raakte mij enorm. Dankzij het JFSC zit Tom nu ook op judo!
Probeer in jouw omgeving de sport -en cultuur verenigingen ook te vertellen over JFSC. Ik zie in de praktijk dat bedrijven hier nog te vaak niet van op de hoogte zijn. Een gemiste kans. Als intermediair kunnen wij hierin ook ondersteunen en uitleggen hoe het JFSC werkt.
Dat ieder kind de ruimte krijgt om zichzelf te ontwikkelen in een sport of culturele activiteit. Ook hoop ik dat de sport- en cultuurverenigingen actief hun (potentiële) deelnemers gaan informeren over de mogelijkheden van het JFSC. Ik zou bijvoorbeeld het liefst banners willen zien bij de voetbalvelden en sporthallen: ‘Ieder kind mag hier komen sporten’.
Met het nieuwe sport seizoen voor de deur hebben we enkele handige informatie met betrekking tot het aanvragen nog eens op een rijtje gezet. Komt u er niet uit? Dan zit onze help desk ook 5 dagen per week voor u klaar!
Wist u dat…er nu nog makkelijker een herhaalaanvraag voor een kind gedaan kan worden? Dit kan door middel van de herhaalknop. Dit is mogelijk als de NAW-gegevens van het kind hetzelfde zijn gebleven. De herhaalknop zal intermediairs veel tijd schelen, omdat reeds bij ons bekende gegevens niet weer opnieuw ingevuld hoeven te worden.
Wist u dat...elke gemeente haar eigen spelregels heeft? En dat deze spelregels soms veranderen? Kijk zo nu en dan eens op onze website om altijd up-to-date te zijn van de spelregels!
Wist u dat…als ouders zich de eerste keer bij een intermediair melden, het handig kan zijn als ouders alvast zelf een ouderkaart invullen? Hierdoor kunnen ouders zelf alle gegevens aanleveren, waardoor de intermediair halverwege de aanvraag er niet achter komt dat er toch nog gegevens missen!
Wist u dat…elk jaar de contributie van veel aanbieders omhoog gaat? Laat ouders daarom goed informeren bij de aanbieder wat de kosten zijn voor het aankomende seizoen, zodat ouders niet voor extra kosten komen te staan.
Wist u dat...onze helpdesk 5 dagen per week voor u klaar zit om alle vragen te beantwoorden? Bel daarom gerust naar 06-14322908 van ma t/m vrij van 09.00 tot 12.30 uur en van 13.30 tot 17.00 uur of stuur een mail naar noord-holland@jeugdfondssportencultuur.nl. Als u het aanvraagnummer van de aanvraag doorgeeft, kunnen wij u altijd sneller helpen.
Meer informatie? Kijk ook eens bij onze veel gestelde vragen.
De buurtsportcoaches van bv SPORT zijn nauw betrokken bij het Jeugdfonds Sport Friesland. Als ambassadeur van sport en bewegen, leggen ze de verbinding tussen kinderen, school, ouders, de sportvereniging en de gemeente. Als zodanig zijn ze intermediair voor dit fonds en proberen ze daar waar dat nodig is, kinderen te laten sporten met hulp van dit fonds.
In iedere klas zitten gemiddeld 2 á 3 kinderen die opgroeien in een gezin dat moeite heeft de eindjes aan elkaar te knopen. Zij kunnen niet meedoen aan activiteiten die voor klasgenootjes vanzelfsprekend zijn. Hun ouders kunnen de contributie of lesgeld niet betalen. En dat terwijl het enorm belangrijk is voor kinderen om een uitlaatklep te hebben. Het Jeugdfonds Sport helpt! Zij betalen voor kinderen en jongeren uit gezinnen met weinig geld de contributie of het lesgeld en eventueel de benodigde attributen.
Onze buurtsportcoaches zijn als professional de verbindende schakel die ervoor zorgen dat alle kinderen dezelfde kansen krijgen. Als intermediair kunnen ze snel online een aanvraag bij het fonds indienen zodat een kind mee kan doen. En of kinderen willen voetballen, kiezen voor hockey of voor hiphop, maakt niet uit. Na goedkeuring van de aanvraag, meestal binnen 3 weken, wordt de contributie of het lesgeld direct aan de club overgemaakt.
Een goed voorbeeld hiervan weet buurtsportcoach Elske Tolsma, actief in de noordelijke dorpen van de gemeente Leeuwarden, te schetsen. Ze vertelt betrokken te zijn (geweest) bij een aanvraag voor een meisje uit groep 7. Bij een controle door de jeugdarts van GGD Fryslân bleek dat het betreffende meisje een te hoog BMI had. De jeugdarts was ook betrokken bij het project Move en heeft haar hier naar doorverwezen.
Dit project is een samenwerking tussen Fysio Stiens, GGD Fryslân, een diëtist en de buurtsportcoach en is bedoeld voor kinderen met overgewicht. De kinderen worden 10 weken lang, 2x per week begeleidt om een betere leefstijl te verkrijgen. Ze sporten 2x in de week en krijgen tips over gezonde voeding. Na deze periode worden de gezinnen nog 2 jaar op afstand begeleid en worden de deelnemers nog 3 keer getest op hun BMI (na een half jaar, een jaar en na 2 jaar).
Als onderdeel van deze gecombineerde leefstijlinterventie biedt de buurtsportcoach begeleiding om de kinderen structureel aan te laten sluiten bij een sport- en beweegaanbieder mochten ze dat nog niet zijn. In dat geval wordt ook gekeken naar de financiële situatie van het gezin om in te schatten of er een beroep gedaan kan/moet worden op het Jeugdfonds Sport Friesland.
In de gesprekken die Elske had met het gezin en het meisje, bleek dat het meisje voorheen aan wedstrijdzwemmen had gedaan. Nu deed ze niet meer aan sport omdat ze wedstrijdzwemmen niet meer zo leuk vond en omdat, naast een lidmaatschap bij Showband Takostu Stiens (net als haar vriendinnen) een sportlidmaatschap er wegens de financiële en gezinssituatie eigenlijk niet meer in zat. En hoewel ze niet zo goed wist welke sport goed bij haar paste, werd ook duidelijk dat het meisje heel graag een aantal proeflessen judo (en paardrijden) wilde doen maar dat de financiële huishouding en het feit dat haar vader, die geen onderdeel meer uitmaakt van het gezin, niet in staat was om financieel extra bij te dragen, dat niet toelieten.
In overleg met Elske zijn de mogelijkheden van het Jeugdfonds Sport bekeken en is, mede vanwege praktische redenen, gekozen voor judo want in tegenstelling tot paardrijden kon dat in het eigen dorp beoefend worden waardoor ze er zelfstandig naar toe kon.
Toen gedurende de proeflessen bleek dat judo heel leuk was, heeft Elske namens het gezin een definitieve aanvraag bij het Jeugdfonds Sport Friesland gedaan. Met succes want het betreffende meisje is lid geworden van de judovereniging in Stiens en is inmiddels in het bezit van de groene slip en hard op weg naar het behalen van de gele band! Volgend schooljaar wil ze van één training per week naar twee gaan, ook omdat ze dan aan wedstrijden mee kan gaan doen.
Ook moeder is heel blij dat het Jeugdfonds Sport Friesland er is want ze ziet haar dochter opbloeien, weerbaarder en gezonder worden. Het meisje heeft niet alleen een veel betere conditie gekregen, ze heeft ook minder vetpercentage en meer spiermassa gekregen. Dit is ook gebleken uit de vervolgtesten bij Move.
Een aanvraag doen is volgens Elske een kleine moeite, maar daarmee maken zij en haar collega’s een groot verschil in het leven van een kind!
In de rubriek ‘Wie zijn onze intermediairs’ stellen wij de toppers van Jeugdfonds Sport & Cultuur Gelderland voor, aan de hand van korte vragen. Dit keer Maritha van Huizen.
Ik ben werkzaam bij Zorgdat, welzijnsorganisatie in Harderwijk. Daar ben ik onder andere sociaal werker informele zorg en trainer van de methodiek ‘geluksgericht werken’. Daarnaast ben ik aanspreekpunt voor het Jeugdfonds Sport en Cultuur in Harderwijk en aanspreekpunt voor volwassenen met vragen over sport. Voorheen was ik buurtsportcoach in de wijk en daardoor ken ik het professionele werkveld rondom jeugd goed.
Allereerst natuurlijk: alle kinderen moeten mee kunnen doen! Er zijn zo ontzettend veel redenen waarom ouders hun kinderen niet kunnen laten meedoen aan sport of cultuur. Als intermediair is het zo belangrijk om verder te kijken dan je neus lang is. Om iemand echt goed te horen en niet zomaar te oordelen. Als sociaal werker en als welzijnsorganisatie kom je veel situaties tegen waarbij mensen (hulp)vragen hebben, signalen afgeven. We zitten midden in het netwerk welzijn, signaleren goed en veel en zijn makkelijk toegankelijk. Het mooie bij JFSC is ook dat ze ruimte geven voor ‘verder kijken dan de getallen’. Soms vallen mensen doordat ze net te veel verdienen buiten alle regelingen, maar houden ze bijvoorbeeld door hoge zorgkosten veel minder over dan mensen die net iets minder verdienen en veel vergoed krijgen.
Dat kinderen mee moeten kunnen doen staat voorop. Niet omdat het alleen maar leuk is, maar ook omdat het belangrijk is! Het brein, je talenten, de sociale ontwikkeling, de motorische ontwikkeling, wereldwijs worden. Er zijn zoveel belangrijke aspecten aan meedoen bij sport en cultuur!
Reacties als deze (een sms van een ouder): “Jij super bedankt voor het niet gelijk wegwuiven van de aanvraag nadat mijn salaris toch boven de norm is. Daar zijn er weinig die de situatie zo bekijken. Nogmaals enorm bedankt hiervoor.“
Het is zo belangrijk om ouders echt te horen. Vraag hoe het gaat. Laat merken dat je naast ze staat. Inkomen, schulden of zorgen op tafel leggen is niet niks en moeten ze vaak al zo vaak bij zo veel verschillende mensen blootgeven. Wees wel altijd eerlijk als je iets niet snapt of uit wil zoeken. Maar de manier waarop je dit vraagt of zegt maakt zo’n verschil! Durf ook jezelf kwetsbaar op te stellen, dat geeft ruimte voor openheid van beide kanten. En: kijk breder mee dan alleen JFSC. Hebben ouders nog meer nodig? Hoor/zie ze goed dus.
Ook intermediair worden? Lees meer en meld je aan:
kinderen en jongeren in Nederland groeit op in armoede.
kinderen en jongeren werden in 2023 via ons lid van een sportclub.
kinderen en jongeren werden in 2023 via ons lid van een cultuurclub.
uitgegeven sport- en cultuurattributen in 2023.