Natascha is moeder van dochter Djelayza en zoon Djodecy. Als alleenstaande ouder met twee opgroeiende kinderen is het soms moeilijk rondkomen. Dankzij ‘een steuntje in de rug’ van het Jeugdfonds Sport & Cultuur Limburg kunnen beide kinderen meedoen aan een zelfgekozen sport. “Je hoopt dat de kinderen toch gewoon met andere kinderen kunnen sporten. De sociale contacten die ze hiermee opdoen vind ik heel belangrijk; dit draagt ook bij aan hun sociaal-emotionele ontwikkeling.”
Djelayza zit al 2 jaar met veel plezier op hiphop. Djodecy voetbalt sinds 2 maanden. “Hij wist niet goed op welke sport hij wilde, dus dat heeft even geduurd. Uiteindelijk koos hij voor voetballen.” Natascha vindt het belangrijk dat haar kinderen in beweging zijn. “Ik vind een teamsport heel goed voor de ontwikkeling van een kind, op het moment dat een kind er klaar voor is. Bij mijn dochter was dit al vroeg het geval, mijn zoon had er wat moeite mee. Door te sporten hebben ze meer sociale contacten. Dat vinden ze heel leuk. Daarnaast hebben ze minder tijd om met schermpjes bezig te zijn. Sporten is een echte uitlaatklep voor ze.”
Natascha weet hoe het is om niet ‘zomaar’ alles te kunnen doen. Om ervoor te zorgen dat haar kinderen kunnen sporten, heeft zij ondersteuning vanuit het Jeugdfonds Sport & Cultuur Limburg geaccepteerd. “Ik dacht ook dat ik wel alles alleen kon. Maar het leven is zo duur geworden, dat je al snel bezuinigt op sport en cultuur. Struikelblok is niet de contributie, maar het zijn meestal de spullen die je voor de sport nodig hebt. Alles bij elkaar, de totale kosten, is vaak het probleem. Toch is sporten zó belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Dus mijn advies voor ouders voor wie het financieel niet lukt om hun kind(eren) te laten deelnemen aan sport en cultuur: informeer je – bijvoorbeeld op school – over het Jeugdfonds Sport & Cultuur, en laat je kind(eren) deze kans niet mislopen!”
Deelname aan Sport en Cultuur zorgt ervoor dat jouw kind volwaardiger in de maatschappij kan staan. Daarbij gaat het niet alleen om nu maar óók om later. Je geeft aan je kind mee: Dit kun jij! Jij kan zelf creëren!
Liedewij is moeder van twee meiden van 11 en 14 jaar oud. Het maken van muziek vindt ze erg belangrijk voor haar kinderen. Het draagt bij aan hun culturele ontwikkeling. Ze ontwikkelen vaardigheden waar ze nu en ook later veel aan zullen hebben. Het maken van muziek zorgt voor herkenning en erkenning. Je ontdekt als kind wat je kan, krijgt zelfvertrouwen waardoor je jouw talent ook aan anderen toont. Eerst speel je thuis en op les en later bijvoorbeeld op de piano op het station en in de aula van je school. Het zorgt voor het gevoel van ‘Ik kan dit!”.
Sport zit meer in het gedachten goed. Dat is gezond, leuk en toegankelijk. Bewegen is belangrijk voor de gezondheid van kinderen. Het speelt in op erbij horen, in een team functioneren, sociale ontwikkeling, aansluiten bij andere (leeftijds)groepen. Cultuur is lastiger in dat sociale gedachtengoed te vatten, ervaart Liedewij. Cultuur en muziekles ziet zij meer als de ontwikkeling van je wereldbeeld. Als je als kind bekend raakt met verschillende culturele stromingen, van muziek en dans tot ambachten, dan krijgen kinderen een breder referentie kader van de wereld.
Liedewij heeft zich, een aantal jaren geleden, laten omscholen en bewust gekozen voor een eigen bedrijf waar ze doet wat helemaal bij haar past samen met vrijwilligerswerk in en rond Breda. Belangrijk voor haar is dat er een goed evenwicht met de zorg voor haar gezin is én het eigen bedrijf van haar man. Door al deze goede voornemens moeten ze wél zuinig omgaan met uitgaven. Als je genoegen kunt nemen met minder, ervaar je wat er écht belangrijk is voor je kinderen. Daarbij vindt zij het fijn dat er verschillende mogelijkheden zijn in Breda, om de ontwikkeling van haar kinderen te ondersteunen.
Met de BredaPas heeft zij zelf de aanvragen via de website van het Jeugdfonds Sport & Cultuur Breda ingediend voor de muziekles van haar kinderen. De kinderen volgen nu, met behulp van het fonds, al 6 jaar les bij de Nieuwe Veste. Daarnaast spelen ze ook veel muziek thuis, waarbij Liedewij haar kinderen helpt en met hen meespeelt. De piano konden zij gratis ophalen, nu staat er een écht instrument in de kamer en dat is geweldig. Dit maakt het even tussendoor bespelen en onthaasten van de mentale belasting van school, nóg toegankelijker. Naast culturele lessen bewegen de kinderen ook. Ze fietsen samen en hebben sporten zoals dansen en schaatsen gedaan. Nu de kinderen ouder worden zijn ze zich meer bewust van hun conditie en willen ze hier actief mee aan de slag.
Haar advies aan aanbieders is om ouders meer te betrekken bij de ontwikkeling van hun kind. Maak de hulpvraag klein en praktisch. Vraag bijvoorbeeld per school waar hun doelgroep ligt en welke insteek zij verwachten die het beste aansluit om ouders en kinderen te enthousiasmeren voor Kunst en Cultuur. Leer ouders goed kennen en kom er achter wat hun belastbaarheid is. Is er structureel vrijwilligershulp nodig, dan wil een ouder het misschien wel organiseren tegen een kleine vergoeding. Daarnaast vindt ze het belangrijk om kinderen van jongs af aan te betrekken, zoals een artistieke inkijk in de hobby’s van de kinderen uit je klas of club.
Aan ouders wil ze graag meegeven om Sport en Cultuur als onderdeel van de maatschappelijke ontwikkeling van hun kind te zien. Het zorgt ervoor dat een kind volwaardiger in de maatschappij kan staan. Dit zorgt in de toekomst voor meer betrokken mensen. Dat je voor jezelf iets hebt waar je goed in bent of waar je jezelf ik kwijt kan geeft vertrouwen. Het geeft het gevoel dat je er toe doet! Je wilt dit voor je kind. Dat beetje extra tijd voor het invullen van een aanvraag geeft nieuwe kansen, die je anders misschien niet had gehad of niet wist dat het kon. Het is geweldig dat dit in Breda zo goed geregeld is!
Er zijn genoeg ouders met beperkte financiële middelen die vaak onderschat worden. Ze zijn juist vaak heel creatief en innovatief om het allemaal weer voor elkaar te krijgen. De oplossing ligt in het uit de slachtofferrol te stappen en jezelf sterk te maken. Waar sta jij in jouw gezin voor? Dit voorbeeld zien jouw kinderen. Wees trots op wat jij mogelijk kan maken. Zo kun je met één aanvraag bij Jeugdfonds Sport & Cultuur een schooljaar lang plezier hebben voor het hele gezin. En het jaar erop weer. Door met Kunst en Cultuur bezig te zijn leer je te creëren. Dit is wat Liedewij graag mee wil geven via dit interview.
Hoe oud ben je? 46 jaar.
Wat is je favoriete sport? Fietsen door de stad en oriëntaalse dans.
Wat is je favoriete lied? Ik houd van muziek gemaakt door Sing en song writers.
Waar ben je het meest trots op? Op mijn kinderen.
Wat zou je doen als je een miljoen in de loterij wint?
Ik zou het geld zeker niet in een keer uitgegeven of uitgeven aan materiële dingen. Ik zou er de studie van mijn kinderen mee betalen en investeren in het opgroeien van mijn kinderen.
Wat gun je kinderen in Breda?
Een fijne tijd om op terug te kijken.
Spoken word artiest, student en maatschappelijk betrokken jongere Séun Steenken weet wat het is om op te groeien in een actief gezin waar het belangrijk was dat de kinderen hun passie volgden. Ook als het soms niet gemakkelijk was om de eindjes aan elkaar te knopen.
Séun studeert Bestuurs- en Organisatiekunde, zet zich op diverse manieren in voor de maatschappij en heeft een passie voor sport, politiek en cultuur. “Ik ben opgegroeid in een druk en actief gezin. Ik zat op judo, mijn zus op paardrijden. Hierdoor waren mijn ouders altijd druk bezig met halen en brengen,” lacht Séun. “Ze waren altijd betrokken, zaten op de tribune, kwamen kijken naar wedstrijden. En dat terwijl er financiële en gezondheidsproblemen waren die extra druk op het gezin legde. Zo is mijn zusje verstandelijk beperkt, dat zorgt ervoor dat ze op een hele andere mooie en creatieve manier naar de wereld kijkt. Maar ze had daardoor ook meer aandacht en zorg nodig.”
Mensen hebben vaak niet door hoe dun de grens is tussen wel of niet rondkomen. Vaak wordt er gedacht dat er veel mis moet gaan voordat iemand in de financiële problemen beland. Maar vaak kunnen een paar kleine veranderingen er al voor zorgen dat iemand te maken krijgt met geldzorgen. Bij mij waren deze veranderingen dat mijn vader zijn baan verloor en mijn moeder vanwege gezondheidsproblemen niet meer kon werken. We zaten toen financieel heel krap. Dat was moeilijk. Mijn ouders wilden niet dat de geldzorgen het leven van mijn zus en mij zou beïnvloeden. Via de basisschool werden ze gewezen op het Jeugdfonds. Zo kon ik toch op judo blijven.”
Judo was belangrijk voor Séun en ook voor zijn vader. “Judo was onze gezamenlijke hobby, superfijn dat we dat samen konden doen. Deze hobby heeft aanzienlijk bijgedragen aan mijn ontwikkeling. En dan gaat het niet alleen om het fysieke. In judo zijn waarden als respect, solidariteit, samenwerking en balans heel belangrijk. En op de club is iedereen gelijk. Op de mat kun je heel hard tegen elkaar judoën maar daarna ben je beste vrienden. Je brengt elkaar verder. De waarden die ik daar geleerd heb, zijn míjn waarden geworden. En het gaf ritme en structuur. Een aantal keer in de week sta je klaar in je judo pak. Moe of niet. Ik heb er discipline en doorzettingsvermogen geleerd. Uiteindelijk heb ik op nationaal niveau gejudood.” Dit laat echt zien wat voor bijdrage sport en cultuur kan leveren op de algemene ontwikkeling van een kind.”
Séun is een hartstochtelijk beoefenaar van spoken word. “Op de middelbare school waren we in de pauze vaak aan het freestylen. Daar heb ik ontdekt dat ik goed kan improviseren en spelen met taal. Dit combineer ik in mijn spoken word voordrachten met mijn interesse in de maatschappij. Hierin neem ik ook mijn eigen ervaringen met maatschappelijke problemen zoals discriminatie en racisme, het ervaren van minder kansen en het leven met minder financiële middelen mee. In mijn werk vind ik het belangrijkst dat ik oprecht een bijdrage kan leveren, al is het maar voor één persoon. Dit probeer ik nu onder andere te doen via mijn rol bij de Maatschappelijke Inspiratieraad (MIR) van de Nationaal Coördinator Discriminatie en Racisme en in mijn baan als beleidsmedewerker bij Cliëntenbelang Amsterdam.”
Séun hoopt dat hij kinderen en jongeren kan inspireren met zijn verhaal en leven. “Ik denk vaak aan de kleine ik en waar ik nu ben. Doordat er niet echt in mijn directe omgeving over geldzorgen werd gesproken, leek het alsof ik de enige was die dit ervaarde. Naarmate ik ouder werd kwam ik er pas achter dat er veel meer mensen waren in mijn omgeving met een soortgelijke ervaring. Ik denk dat het belangrijk is dat we elkaar weten te vinden en open met elkaar durven te praten ook als het minder gaat. Helemaal in ons huidige digitale tijdperk waarin je online structureel wordt geconfronteerd met wat je niet hebt, is het belangrijk om te beseffen dat je niet de enige bent waarbij het leven iets anders loopt dan bij andere. Zoveel mensen hebben geldzorgen. Je bent niet de enige. Spreek je uit, vraag hulp. Dat is eng maar het gesprek aangaan, kan nieuwe mogelijkheden creëren. Ik hoop door zelf open te zijn over de dingen die ik heb ervaren in het leven, aan mensen te laten zien dat je er niet voor hoeft te schamen als je leven (financieel) iets anders loopt dan bij anderen.”
Tijdens een landelijke Jeugdfonds dag, zei Séun dit tijdens een spoken word optreden:
Wanneer ik om me heen kijk
En kijk in mijn leven
Naar de mensen die om me geven
Heb ik ze verkregen door mijn sportieve leven
Dus eigenlijk hebben jullie mij vrienden gegeven
Marisca verhuisde met haar zoon (14) in 2019 vanuit Suriname eerst naar België en vervolgens in 2022 naar Nederland. Haar zoon heeft een lichamelijke beperking. Een beperking waar in Suriname niet de goede zorg en begeleiding voor was. Bovendien werd hij buitengesloten. Nu zit hij op school en kickboksen. Een sport die hem in alle opzichten sterker maakt. ‘Hij is veel gelukkiger nu.’
Marisca merkte vrij snel dat haar zoon zich langzamer ontwikkelde dan andere kinderen van zijn leeftijd. Hij maakte ongecontroleerde bewegingen en was iets langzamer van begrip. Het was lastig om in Suriname goede zorg te vinden. De artsen wisten niet hoe ze hem konden helpen, leerkrachten op school wisten niet hoe ze met hem om moesten gaan. Vaak werd hij gewoon buiten de klas gezet. Ook werd hij erg gepest door de andere kinderen. Voor Marisca reden genoeg om naar Nederland te verhuizen.
“In Suriname kreeg mijn zoon niet de zorg en begeleiding die hij nodig heeft, hier wel,” zegt Marisca. “En hij gaat hier naar het speciaal onderwijs. Dat is heel fijn. Hij ontwikkelt zich verstandelijk goed, maar heeft gewoon meer tijd nodig om dingen te begrijpen. Op een gewone school heb je die tijd niet. Bovendien is hij op school geen uitzondering meer. Hij hoort er gewoon bij. Er zijn meer kinderen zoals hij. Hij wordt niet meer gepest.”
De revalidatiearts bracht Marisca in contact met Shoshanna van de Esther Vergeer Foundation. “Shoshanna heeft alles voor ons geregeld. Ze heeft uitgezocht welke sporten geschikt waren en of hij die in de buurt kon doen. Mijn zoon koos voor kickboksen. Niet omdat hij wil vechten, maar omdat hij zich wil kunnen verdedigen. Het geeft hem zelfvertrouwen dat hij zich kan verdedigen. Hij is in Suriname zoveel gepest, dat wil hij niet meer meemaken. Het kickboksen heeft hem in alle opzichten sterker gemaakt. Hij is gelukkiger. En ik zie dat hij meer controle heeft over zijn bewegingen. Hij kan beter omgaan met zijn stoornis. Dat wordt bevestigd door de ergotherapeut. Het heeft direct invloed op zijn schoolprestaties. Hij schrijft en praat beter.”
Marisca is helemaal opnieuw begonnen, heeft alles moeten achterlaten. “Ik doe het met liefde. Hij wil nooit meer terug, dat weet hij zeker. Dat pesten heeft zoveel schade veroorzaakt. Hier voelt hij zich veilig en heeft hij vrienden. Mijn zoon is veel gelukkiger. En als hij gelukkig is, ben ik dat ook.”
De gemeente West Betuwe verlengt voor een periode van vier jaar de samenwerking met het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Wethouders Wil Kosterman en Jan de Geus hebben op 3 april de overeenkomst ondertekend. “Ieder kind moet in onze gemeente mee kunnen doen. Als geld in het gezin hiervoor een probleem vormt, dan helpen wij graag”, licht De Geus toe.
De gemeente West Betuwe wil dat alle kinderen kunnen sporten, dansen, muziek maken of aan theater kunnen doen, ongeacht hoe hun ouders er financieel voor staan. Wethouder De Geus: “Door de overeenkomst met het Jeugdfonds Sport & Cultuur te verlengen komen er geen kinderen aan de zijlijn te staan. Zo kan elk kind zich sociaal, fysiek en emotioneel blijven ontwikkelen. En doen wat hij of zij leuk vindt. Dat is belangrijk voor hun persoonlijke ontwikkeling.”
Zwemdiploma’s
Er wordt door inwoners dankbaar gebruik gemaakt van de regeling. In 2023 is er 216 keer met succes een aanvraag gedaan. “Hierdoor komen er leuke culturele activiteiten voor kinderen binnen bereik. Voor voetbal, fitness en dansen kwamen veel aanvragen binnen. Ook hebben veel kinderen dankzij het Jeugdfonds het zwemdiploma A behaald”, weet wethouder Kosterman te vertellen. De komende jaren wordt er extra ingezet op het behalen van zwemdiploma’s B en C via het Jeugdfonds.
Een aanvraag doen
Ouders kunnen alleen via een intermediair een aanvraag bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur doen. Dat kan een leerkracht, buurtsportcoach, schuldhulpverlener, een medewerker van Team sociaal of van Welzijn West Betuwe zijn. Zij kunnen ook goed beoordelen of een kind in aanmerking komt. Is de aanvraag goedgekeurd? Dan betaalt het Jeugdfonds de contributie of lesgeld. Vaak kan er vaak al binnen drie weken gestart worden. Kijk voor meer informatie op de website van de gemeente of neem contact op met contactpersoon Marjet Koets van Welzijn West Betuwe.
Foto: Dorine van der Bruggen (algemeen bestuurslid Jeugdfonds Sport & Cultuur), wethouder Jan de Geus en wethouder Wil Kosterman ondertekenen de verlengde overeenkomst tussen het Jeugdfonds en de gemeente West Betuwe.
Elke dinsdagmiddag komt de 10-jarige Lindsey met een aantal andere kinderen samen in de huiskamer van WIJ Hoogkerk in Groningen. Onder begeleiding van kinderwerkers Theresa Nanninga en Janny Boer zijn zij de groep ‘Be You’. Ze creëren een veilige plek voor kinderen van groep 5 t/m 8 om bij elkaar te komen, leuke dingen te doen en zich te ontwikkelen. Met de taxi wordt ze van haar school (speciaal onderwijs) hierheen gebracht. Het is een plek om te ontdekken wat je leuk vindt en waar je misschien zelfs wel goed in bent.
Theresa: ‘Zodra ik Lindsey met een bal aan de voet zag en vooral het plezier dat ze hier aan beleefde, wist ik dat dit een heel geschikte sport voor haar was.’ Ze was, samen met moeder Bianca, al aan het rondkijken welke sport goed bij Lindsey zou passen. Na een paar proeftrainingen bij HFC ’15 was direct duidelijk dat Lindsey hier verder mee wilde. Omdat de huidige financiële situatie binnen het gezin niet veel ruimte gaf voor Lindsey om lid te worden van de club, deed Theresa een aanvraag bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Binnen twee weken was het rond, kon Lindsey officieel lid worden en met een waardebon nieuwe voetbalschoenen ophalen.
Inmiddels traint ze met een leuk team en onder begeleiding van trainers Max en Joery al een aantal maanden mee. Ook haar eerste wedstrijden heeft ze gespeeld. Niet alles gewonnen, maar wel heel veel plezier gehad. Vanwege haar enthousiasme en grote ontwikkeling die ze al heeft doorgemaakt wilden Theresa en Janny haar en haar moeder in het zonnetje zetten. Samen met coördinator Martina Haak-Snoek van het Jeugdfonds Sport & Cultuur Groningen zorgden ze voor een grote verrassing voor Lindsey. Ze kreeg de speciale Word Groter-bal overhandigd met daarnaast nog een bidon, ballenpomp en voetbalpionnetjes zodat ze nu ook elke dag thuis kan oefenen. Daarbovenop heeft FC Groningen kaarten beschikbaar gesteld zodat ze met haar ouders binnenkort een keer naar een wedstrijd in het stadion kan gaan.
Op het voetbalveld van haar club om een paar foto’s te maken straalt ze van enthousiasme en plezier. Rennend achter haar nieuwe bal dribbelt ze het hele veld over om vervolgens snel weer een slok uit haar nieuwe bidon te nemen. Voor de foto laat ze zien dat ze ook kan scoren. Ze kan dan ook niet wachten om haar klas, trainers en team te laten zien wat ze gekregen heeft. Heel mooi om van dichtbij te zien wat meedoen voor een kind doet. Met een trotse kinderwerker en nog trotsere moeder aan de zijlijn. Dit is precies waarvoor het Jeugdfonds bedoeld is: alle kinderen mee laten doen.
Vol trots maken wij bekend dat wij Nicholas Singer, ook wel bekend als Shaker, welkom mogen heten als ambassadeur van het Jeugdfonds Sport & Cultuur Amsterdam.
De in Liberia geboren Shaker, kwam op zijn 6e samen met zijn moeder naar Nederland. Shaker: “Ik heb dat altijd gevoeld als een tweede kans om het beste uit het leven te halen elke dag”. En dat doet hij! Als eigenaar van Global Dance Centre, één van de grootste dansscholen in Amsterdam, inspireert hij dag in dag uit vele jongeren om hun passie te volgen en hun talenten te ontwikkelen.
Shaker leerde piano en gitaar spelen, maar eigenlijk wilde hij altijd alleen maar dansen. Zijn moeder mocht vroeger van dansen niet haar beroep maken, omdat dansen in de Afrikaanse cultuur door sommigen wordt gezien als iets wat je voor je plezier doet, of om te verleiden, vertelt Shaker. Maar eenmaal in Nederland bracht zijn moeder hem in contact met de dans en muziek school: “Ik zie het zo dat mijn moeder mij op de eerste traptrede heeft gezet en me de aanzet heeft gegeven om naar boven te lopen”. Uiteindelijk kreeg hij op zijn 16e toestemming van zijn moeder om volledig voor zijn passie te gaan en zette hij alles aan de kant voor het dansen.
Dit jaar is Shaker coach van een nieuw televisieprogramma: Project Dans, waarin onbekende mensen hun danstalent mogen laten zien en er 10 deelnemers uitgekozen worden en begeleid naar de finale. “Ik dacht meteen: dit is het moment waarop ik ambassadeur moet worden van het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Ik wil aandacht genereren voor het fonds en kinderen inspireren voor de kunstvormen dans en muziek. Ik hoop dat ouders en kinderen denken: misschien kan ik door te dansen ook iets bereiken!”.
Shaker gaat verder: “Ik wil mijn stem laten horen omdat kinderen veel te weinig bewegen en ik de taal spreek van de ouders die te veel aan hun hoofd hebben door allerlei problemen. In financiële zin, maar ook andere zorgen”. Als ambassadeur hoopt Shaker kinderen te bereiken die op hun kamer zitten en denken ‘ik kan het niet, ik durf het niet, het is niks voor mij’, en dat ze het dan toch een keer proberen om die eerste stap te zetten. Al is het er maar één.
Dit Afrikaans gezegde is de grondgedachte achter de opzet van Global Dance Centre , Shaker: “We moeten het samen doen: luisteren naar de voice van de school, de ouders, de leden, de docenten en iedereen die de school een warm hart toe draagt. Er zijn duidelijke regels, met elkaar passen we op elkaar, we vormen samen een soort community”. Het DNA van de school wordt doorgegeven, omdat veel alumni terugkomen om les te geven, vertelt hij.
Shaker koos de naam Global voor zijn dansschool omdat iedereen van welke cultuur of welk land ook moet kunnen dansen bij de school: Hiphop/ streetdance, African dance, dancehall, jazz en ballet. “Het is een dansschool voor kinderen en jongvolwassenen, maar ik heb ook een mevrouw van 79 die aan African dance doet”, vertelt Shaker. Hij vult aan dat de eerste eindvoorstelling in het Bijlmer Parktheater één van de hoogtepunten in zijn leven tot nu toe is geweest: “Al die zwaaiende kinderen op het podium met al die ouders op hun paasbest met bloemen. Die verbinding met ouders en kinderen, dat had ik toch maar mooi voor elkaar gekregen”.
“Mijn droom is om een gebouw ergens in Amsterdam Zuidoost om te toveren tot een (t)huis waar jongeren met activiteiten bezig kunnen zijn zoals dans, zang, presenteren, enzovoorts”, vertelt Shaker, “een kweekvijver van talent. Een open huis waar `de gevestigde orde` naar binnen loopt om talent te scouten. Laat de ontmoeting gebeuren, we moeten elkaar vinden, kom maar kijken naar al dat talent”. Tot slot is zijn boodschap: “Jongeren, als je iets wil bereiken: werk hard, wees jezelf, toon eigenheid, wilskracht en je goede intenties”, aldus Shaker.
Heb aandacht voor elk kind
Het is maar een dunne scheidslijn tussen wel of niet rond kunnen komen. Ziekte, een scheiding, er is weinig voor nodig om in financiële problemen te raken. Het overkwam Sabien. En ook al vond ze het lastig om hulp te vragen, ze deed het toch. “Ik wilde zo graag dat mijn kinderen ook konden voetballen en dansen. Ik gun ze alles.”
Sabien en haar ex-man hebben drie kinderen. De geldzorgen ontstonden toen Sabien’s man ziek werd. Zijn uitkering en Sabien’s inkomen als zelfstandige in de kraamzorg waren bij lange na niet genoeg om rond te komen. “Toen ben ik een kinderopvang aan huis begonnen in de hoop dat ik meer zou verdienen,” zegt Sabien. “Maar de spanningen waren te groot. Mijn man en ik besloten te scheiden waardoor de geldzorgen alleen maar groter werden. Ik moest mijn man uitkopen daardoor werden mijn maandlasten hoger. Het huis verkopen kan niet. Dan zou ik meteen mijn werk kwijt zijn. Bovendien, waar vind je een betaalbaar huis?”
“Ik heb twee zonen van 16 en 8 jaar oud en een dochter van 14. De kinderen zijn de ene week bij mij en de andere week bij hun vader. En eerlijk gezegd leef ik de week dat ze niet bij mij zijn op een broodje, want de kinderen mogen niets tekortkomen. Ik ben niet bang meer om hulp te vragen, al is het met lood in mijn schoenen. Via school hoorde ik dat het Jeugdfonds kon helpen. Voor alle drie de kinderen krijg ik nu een bijdrage via het Jeugdfonds. Zo kunnen ze in ieder geval voetballen en dansen, daar zijn ze gek op. Mijn dochter danst bij Lucia Marthas, dat is veel geld. De bijdrage van het Jeugdfonds is niet voldoende. Gelukkig heb ik nu een ander potje ontdekt. Maar omdat ik daar onlangs pas over hoorde, heb ik de lessen anderhalf jaar zelf betaald. Ik heb er alles voor opzij moeten zetten zodat zij haar droom kan najagen. Heel veel dingen kunnen niet.”
Voetballen en dansen zijn een belangrijke uitlaatklep voor de kinderen. Juist omdat het thuis af en toe moeilijk was. “De oudste zwom op hoog niveau. Maar vanwege de spanningen rond de scheiding en later corona, is hij daarmee gestopt. Hij trok het niet meer. Toen hij na corona ging voetballen, hielp dat enorm. Hij kon zijn energie weer kwijt. Dat geldt ook voor de jongste. Ik werk hard en heb niet veel vrije tijd, maar die uurtjes samen naar de voetbalclub dat is echt iets voor ons samen. Op die momenten is alle aandacht voor hem. De relatie met mijn ex is gelukkig goed. Samen doen we er alles voor de kinderen. Het gaat niet om ons, het gaat om hen.”
Sabien wil haar verhaal doen om andere ouders te stimuleren hulp te vragen. “Trek aan de bel! Er is hulp, er is geld. Het Jeugdfonds is ervoor. Geldzorgen zie je niet aan de buitenkant. Ik krijg vaak te horen dat ik zo vrolijk ben, altijd lach. Maar dat ik me zorgen maak, dat zie je niet. Daarom moet je over die drempel heen ook al wil je het zelf oplossen. Je denkt ‘ik red het wel’ terwijl je eigenlijk heel goed weet dat je het niet redt. We zijn er ook open over naar de kinderen. Ze weten dat er weinig geld is, dat we niet zoveel kunnen als andere gezinnen. Ik kan niet met zomervakantie of naar de wintersport. We gaan naar de camping, hartstikke fijn. We moeten keuzes maken. Niet alles hoeft nieuw, tweedehands is vaak prima. Daar betrekken we ze in. Dat is goed want daar leren ze van.”
De ontmoeting met Tahira Mehmood, moeder van 5 kinderen, vindt plaats op de Burgemeester de Vlugtschool in Slotermeer. Onze poster hangt op de voordeur en overal in de school, hier kun je niet om het Jeugdfonds Sport & Cultuur Amsterdam heen! De twee jongste dochters van Tahira, Jannat (7) en Inaaya (5) zitten op deze school waar Tahira als ouder heel actief is. De leerlingen krijgen ieder dag fruit en op maandag en dinsdag is ze fruitjuf. Ook begeleidt ze allerlei schoolactiviteiten en is ze klassenouder van de klas van Jannat.
Beide meisjes zitten op turnen, dansles en diplomazwemmen via het Jeugdfonds. Tahira: “Wij zijn klein behuisd en ik heb gemerkt dat hoe meer ze buitenhuis aan activiteiten doen hoe blijer ze zijn. Ik wist dat je via het Jeugdfonds aan 3 activiteiten mag meedoen dus die heb ik ook aangevraagd. De school maakt het halen en brengen naar de diverse activiteiten ook heel makkelijk, turnen en dansles worden hier op school gegeven”. Dansles wordt gegeven door Dans Dans Dans en turnles door Turnz.
Tahira: “Ik merk dat het vele bewegen hen ook actiever maakt in de klas. Vooral de jongste van 5 is enorm vooruitgegaan sinds ze hier op school zit en aan alle activiteiten van het Jeugdfonds meedoet. Eerst deed zij niets anders dan eten, slapen en televisie kijken nu kan ze niet wachten om aan een activiteit mee te doen!” De lessen eindigen iedere dag om 14.15 uur en aansluitend kunnen de leerlingen aan diverse activiteiten meedoen op de school, hetzij door de school zelf georganiseerd hetzij via aanbieders waar het Jeugdfonds mee samenwerkt. Zo zijn er naast dansles en turnles ook muzieklessen mogelijk zoals gitaar en keyboard.
Deze school voelt zo levend. Aan het eind van de middag nog volop ouders, leerkrachten en leerlingen aanwezig. Iedereen schijnt elkaar hier te kennen en de sfeer is gemoedelijk, druk en gezellig. Tahira brengt me in contact met 2 intermediairs tevens leerkrachten die enthousiast zijn over de samenwerking met het Jeugdfonds. Ze zijn blij met de 150% wettelijk sociaal minimum regeling die het mogelijk maakt om meer kinderen te laten meedoen ook zonder de stadspas. Intermediair Annemieke Kling zegt altijd tegen haar leerlingen:
Je gaat iets doen waar je gelukkig van wordt
Door het raam in de gang zie je een klas vol dansende en springende meisjes tussen de 5 en 8 jaar. Vol overgave doen ze wat de dans juf voordoet, Inaaya volgt Jannat op de voet. Twee sprankelende kinderen vertellen wat ze zo leuk vinden aan de activiteiten. Voor de oudste Jannat is het heel simpel op elke vraag antwoordt ze met: “Alles, alles en alles”.
Inaaya is wat preciezer: “Bij dansen vind ik shaken en dansen op de muziek van Gi-Ga-Groen het leukst en bij turnen de koprol en het klimmen, de juf doet het voor en kiest dan een kind maar iedereen komt aan de beurt hoor”.
Ook zwemmen vinden ze heerlijk, de een is al in badje 4 en de ander in badje 2. Tijdens het interview doen ze ook alles voor op de grote tafel in het klaslokaal. Ze dansen erop, ze doen de split en zwemmen op hun buik en rug om te laten zien hoe goed ze al zijn. Tot slot hadden zij ook een vraag: “Mevrouw mogen we nu ook nog op voetbal? Onze broer zit er ook op en die kan het heel goed, wij willen dat heel heel graag”.
Helaas is voetbal in verband met het halen en brengen niet haalbaar voor hun moeder. Bij het afscheid zegt Tahira: “Ik ben zo dankbaar dat jullie bestaan, het geeft mijn kinderen zoveel meer kansen”.
Ruth woont in Amsterdam-West en is moeder van twee zoons: Iza en Nesto. In 2006 werd ze afgekeurd wegens een chronische aandoening. “Ik werd arbeidsongeschikt, als gevolg hiervan kon ik niet meer werken en raakte ik als moeder van twee zoons in financiële moeilijkheden”, vertelt Ruth. Ze wist niet precies waar ze recht op had als alleenstaande moeder met een inkomen net boven het wettelijk sociaal minimum. “Via een vriendin hoorde ik van het bestaan van het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Er ging een wereld voor me open, vooral omdat er zoveel mogelijk is voor de kinderen!”.
Ruth vervolgt: “Niet alleen konden mijn jongens hun zwemdiploma’s halen, ze konden nu ook op een sportclub én naar de dansschool!”. Voor Ruth is sport en bewegen een levensbehoefte: “Het is zo belangrijk, vooral teamsport. Je leert er tegen je verlies kunnen, discipline, sociale vaardigheden en je maakt er ook vrienden”. In haar jeugd maakte sport ook een wezenlijk onderdeel uit van het gezinsleven vertelt Ruth. Zelf deed ze als kind onder andere aan atletiek, basketbal, moderne dans. “Ik ben het Jeugdfonds dankbaar dat ik dit nu door heb kunnen geven aan mijn zonen. Zonder de bijdrage van het fonds hadden mijn kinderen zoveel minder kunnen doen”, aldus Ruth.
Als ouder ga je natuurlijk ook verplichtingen aan met de clubs, vertelt Ruth: “Kinderen halen en brengen, zorgen dat ze er op tijd zijn et cetera. Ik doe dat op de fiets -door weer en wind- van West naar Zuid. Doordat de kinderen op verschillende clubs zitten ben ik ook weer meer onder de mensen en doe ik veel leuke contacten op”.
Al sinds zijn 2e maakt Nesto, de jongste zoon van Ruth, gebruik van de mogelijkheden van het Jeugdfonds: “Hij ging op Voetjebal’, een sport waarbij ouders en kinderen binnen een zaal allerlei (voetbal)spelletjes doen, fantastisch!”, vertelt Ruth enthousiast. Nesto probeert vanaf dan van alles uit: “Na Voetjebal ging hij naar kleutervoetbal bij Arnold Splinter in Slotermeer en tegelijkertijd dansles bij Lucia Martha’s dansschool. Ook heeft hij breakdance gedaan bij Vladimir Dance Studio”. Inmiddels is Nesto bijna 7 jaar oud en is hij gestart met diplomazwemmen A in het Noorderparkbad. Ruth geeft aan dat hij het daar bij Zwemclub Konaz erg fijn vindt: “De instructeurs zijn heel goed met kinderen, echt top”. Inmiddels heeft Nesto auditie gedaan en is toegelaten tot de vooropleiding van de Lucia Martha’s Institute for Performing Arts, licht Ruth toe: “Als hij op een podium mag staan is-ie dolgelukkig!”.
Als je hem ziet dansen met de andere kinderen lijkt het wel één familie.
Ruth merkt dat er veel ouders zijn die wel weten welke sporten er zijn, maar dat zij niet op de hoogte zijn van alle culturele mogelijkheden in de stad: “Zingen, dansen, schilderen of muziek maken: er is een groot aanbod hier in Amsterdam! Mijn tip: ga met je kind op ontdekkingstocht, je hebt nu de kans via het Jeugdfonds Sport & Cultuur, misschien is er ook iets bij voor jouw kind(eren)!”.
kinderen en jongeren in Nederland groeit op in armoede.
kinderen en jongeren werden in 2023 via ons lid van een sportclub.
kinderen en jongeren werden in 2023 via ons lid van een cultuurclub.
uitgegeven sport- en cultuurattributen in 2023.