Nieuws

Marisca verhuisde met haar zoon (14) in 2019 vanuit Suriname eerst naar België en vervolgens in 2022 naar Nederland. Haar zoon heeft een lichamelijke beperking. Een beperking waar in Suriname niet de goede zorg en begeleiding voor was. Bovendien werd hij buitengesloten. Nu zit hij op school en kickboksen. Een sport die hem in alle opzichten sterker maakt. ‘Hij is veel gelukkiger nu.’  

Marisca merkte vrij snel dat haar zoon zich langzamer ontwikkelde dan andere kinderen van zijn leeftijd. Hij maakte ongecontroleerde bewegingen en was iets langzamer van begrip. Het was lastig om in Suriname goede zorg te vinden. De artsen wisten niet hoe ze hem konden helpen, leerkrachten op school wisten niet hoe ze met hem om moesten gaan. Vaak werd hij gewoon buiten de klas gezet. Ook werd hij erg gepest door de andere kinderen. Voor Marisca reden genoeg om naar Nederland te verhuizen.   

Hij is geen uitzondering meer

“In Suriname kreeg mijn zoon niet de zorg en begeleiding die hij nodig heeft, hier wel,” zegt Marisca. “En hij gaat hier naar het speciaal onderwijs. Dat is heel fijn. Hij ontwikkelt zich verstandelijk goed, maar heeft gewoon meer tijd nodig om dingen te begrijpen. Op een gewone school heb je die tijd niet. Bovendien is hij op school geen uitzondering meer. Hij hoort er gewoon bij. Er zijn meer kinderen zoals hij. Hij wordt niet meer gepest.”  

Meer controle

De revalidatiearts bracht Marisca in contact met Shoshanna van de Esther Vergeer Foundation. “Shoshanna heeft alles voor ons geregeld. Ze heeft uitgezocht welke sporten geschikt waren en of hij die in de buurt kon doen. Mijn zoon koos voor kickboksen. Niet omdat hij wil vechten, maar omdat hij zich wil kunnen verdedigen. Het geeft hem zelfvertrouwen dat hij zich kan verdedigen. Hij is in Suriname zoveel gepest, dat wil hij niet meer meemaken. Het kickboksen heeft hem in alle opzichten sterker gemaakt. Hij is gelukkiger. En ik zie dat hij meer controle heeft over zijn bewegingen. Hij kan beter omgaan met zijn stoornis. Dat wordt bevestigd door de ergotherapeut. Het heeft direct invloed op zijn schoolprestaties. Hij schrijft en praat beter.”   

Marisca is helemaal opnieuw begonnen, heeft alles moeten achterlaten. “Ik doe het met liefde. Hij wil nooit meer terug, dat weet hij zeker. Dat pesten heeft zoveel schade veroorzaakt. Hier voelt hij zich veilig en heeft hij vrienden. Mijn zoon is veel gelukkiger. En als hij gelukkig is, ben ik dat ook.”

De gemeente West Betuwe verlengt voor een periode van vier jaar de samenwerking met het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Wethouders Wil Kosterman en Jan de Geus hebben op 3 april de overeenkomst ondertekend. “Ieder kind moet in onze gemeente mee kunnen doen. Als geld in het gezin hiervoor een probleem vormt, dan helpen wij graag”, licht De Geus toe. 

De gemeente West Betuwe wil dat alle kinderen kunnen sporten, dansen, muziek maken of aan theater kunnen doen, ongeacht hoe hun ouders er financieel voor staan. Wethouder De Geus: “Door de overeenkomst met het Jeugdfonds Sport & Cultuur te verlengen komen er geen kinderen aan de zijlijn te staan. Zo kan elk kind zich sociaal, fysiek en emotioneel blijven ontwikkelen. En doen wat hij of zij leuk vindt. Dat is belangrijk voor hun persoonlijke ontwikkeling.”

Zwemdiploma’s

Er wordt door inwoners dankbaar gebruik gemaakt van de regeling. In 2023 is er 216 keer met succes een aanvraag gedaan. “Hierdoor komen er leuke culturele activiteiten voor kinderen binnen bereik. Voor voetbal, fitness en dansen kwamen veel aanvragen binnen. Ook hebben veel kinderen dankzij het Jeugdfonds het zwemdiploma A behaald”, weet wethouder Kosterman te vertellen. De komende jaren wordt er extra ingezet op het behalen van zwemdiploma’s B en C via het Jeugdfonds.

Een aanvraag doen

Ouders kunnen alleen via een intermediair een aanvraag bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur doen. Dat kan een leerkracht, buurtsportcoach, schuldhulpverlener, een medewerker van Team sociaal of van Welzijn West Betuwe zijn. Zij kunnen ook goed beoordelen of een kind in aanmerking komt. Is de aanvraag goedgekeurd? Dan betaalt het Jeugdfonds de contributie of lesgeld. Vaak kan er vaak al binnen drie weken gestart worden. Kijk voor meer informatie op de website van de gemeente of neem contact op met contactpersoon Marjet Koets van Welzijn West Betuwe.

 

Foto: Dorine van der Bruggen (algemeen bestuurslid Jeugdfonds Sport & Cultuur), wethouder Jan de Geus en wethouder Wil Kosterman ondertekenen de verlengde overeenkomst tussen het Jeugdfonds en de gemeente West Betuwe.

Elke dinsdagmiddag komt de 10-jarige Lindsey met een aantal andere kinderen samen in de huiskamer van WIJ Hoogkerk in Groningen. Onder begeleiding van kinderwerkers Theresa Nanninga en Janny Boer zijn zij de groep ‘Be You’. Ze creëren een veilige plek voor kinderen van groep 5 t/m 8 om bij elkaar te komen, leuke dingen te doen en zich te ontwikkelen. Met de taxi wordt ze van haar school (speciaal onderwijs) hierheen gebracht. Het is een plek om te ontdekken wat je leuk vindt en waar je misschien zelfs wel goed in bent.

Binnen twee weken was het rond

Theresa: ‘Zodra ik Lindsey met een bal aan de voet zag en vooral het plezier dat ze hier aan beleefde, wist ik dat dit een heel geschikte sport voor haar was.’ Ze was, samen met moeder Bianca, al aan het rondkijken welke sport goed bij Lindsey zou passen. Na een paar proeftrainingen bij HFC ’15 was direct duidelijk dat Lindsey hier verder mee wilde. Omdat de huidige financiële situatie binnen het gezin niet veel ruimte gaf voor Lindsey om lid te worden van de club, deed Theresa een aanvraag bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Binnen twee weken was het rond, kon Lindsey officieel lid worden en met een waardebon nieuwe voetbalschoenen ophalen.

Een grote verrassing

Inmiddels traint ze met een leuk team en onder begeleiding van trainers Max en Joery al een aantal maanden mee. Ook haar eerste wedstrijden heeft ze gespeeld. Niet alles gewonnen, maar wel heel veel plezier gehad. Vanwege haar enthousiasme  en grote ontwikkeling die ze al heeft doorgemaakt wilden Theresa en Janny haar en haar moeder in het zonnetje zetten. Samen met coördinator Martina Haak-Snoek van het Jeugdfonds Sport & Cultuur Groningen zorgden ze voor een grote verrassing voor Lindsey. Ze kreeg de speciale Word Groter-bal overhandigd met daarnaast nog een bidon, ballenpomp en voetbalpionnetjes zodat ze nu ook elke dag thuis kan oefenen. Daarbovenop heeft FC Groningen kaarten beschikbaar gesteld zodat ze met haar ouders binnenkort een keer naar een wedstrijd in het stadion kan gaan.

Zien wat meedoen met een kind doet

Op het voetbalveld van haar club om een paar foto’s te maken straalt ze van enthousiasme en plezier. Rennend achter haar nieuwe bal dribbelt ze het hele veld over om vervolgens snel weer een slok uit haar nieuwe bidon te nemen. Voor de foto laat ze zien dat ze ook kan scoren. Ze kan dan ook niet wachten om haar klas, trainers en team te laten zien wat ze gekregen heeft. Heel mooi om van dichtbij te zien wat meedoen voor een kind doet. Met een trotse kinderwerker en nog trotsere moeder aan de zijlijn. Dit is precies waarvoor het Jeugdfonds bedoeld is: alle kinderen mee laten doen.

  • Ben je als professional ook betrokken bij kinderen/gezinnen? Word intermediair zodat je net zoals Theresa ervoor kunt zorgen dat kinderen lid van de club kunnen worden als er thuis (even) geen geld voor is.
  • Zou je als ouder ook willen dat je kind lid wordt of blijft van een club, maar is het lastig de contributie te betalen? Doe dan een aanvraag bij ons.

 

Dansleraar, coach en choreograaf Nicholas ‘Shaker’ Singer

Vol trots maken wij bekend dat wij Nicholas Singer, ook wel bekend als Shaker, welkom mogen heten als ambassadeur van het Jeugdfonds Sport & Cultuur Amsterdam.

De in Liberia geboren Shaker, kwam op zijn 6e samen met zijn moeder naar Nederland. Shaker: “Ik heb dat altijd gevoeld als een tweede kans om het beste uit het leven te halen elke dag”. En dat doet hij! Als eigenaar van Global Dance Centre, één van de grootste dansscholen in Amsterdam, inspireert hij dag in dag uit vele jongeren om hun passie te volgen en hun talenten te ontwikkelen.

Passie

Shaker leerde piano en gitaar spelen, maar eigenlijk wilde hij altijd alleen maar dansen. Zijn moeder mocht vroeger van dansen niet haar beroep maken, omdat dansen in de Afrikaanse cultuur door sommigen wordt gezien als iets wat je voor je plezier doet, of om te verleiden, vertelt Shaker. Maar eenmaal in Nederland bracht zijn moeder hem in contact met de dans en muziek school: “Ik zie het zo dat mijn moeder mij op de eerste traptrede heeft gezet en me de aanzet heeft gegeven om naar boven te lopen”. Uiteindelijk kreeg hij op zijn 16e toestemming van zijn moeder om volledig voor zijn passie te gaan en zette hij alles aan de kant voor het dansen.

Bekendheid inzetten voor het Jeugdfonds Sport en Cultuur

Dit jaar is Shaker coach van een nieuw televisieprogramma: Project Dans, waarin onbekende mensen hun danstalent mogen laten zien en er 10 deelnemers uitgekozen worden en begeleid naar de finale. “Ik dacht meteen: dit is het moment waarop ik ambassadeur moet worden van het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Ik wil aandacht genereren voor het fonds en kinderen inspireren voor de kunstvormen dans en muziek. Ik hoop dat ouders en kinderen denken: misschien kan ik door te dansen ook iets bereiken!”.

Shaker gaat verder: “Ik wil mijn stem laten horen omdat kinderen veel te weinig bewegen en ik de taal spreek van de ouders die te veel aan hun hoofd hebben door allerlei problemen. In financiële zin, maar ook andere zorgen”. Als ambassadeur hoopt Shaker kinderen te bereiken die op hun kamer zitten en denken ‘ik kan het niet, ik durf het niet, het is niks voor mij’, en dat ze het dan toch een keer proberen om die eerste stap te zetten. Al is het er maar één.

It takes a village to raise a child

Dit Afrikaans gezegde is de grondgedachte achter de opzet van Global Dance Centre , Shaker: “We moeten het samen doen: luisteren naar de voice van de school, de ouders, de leden, de docenten en iedereen die de school een warm hart toe draagt. Er zijn duidelijke regels, met elkaar passen we op elkaar, we vormen samen een soort community”. Het DNA van de school wordt doorgegeven, omdat veel alumni terugkomen om les te geven, vertelt hij.

Dansschool met werelds karakter: iedereen welkom

Shaker koos de naam Global voor zijn dansschool omdat iedereen van welke cultuur of welk land ook moet kunnen dansen bij de school: Hiphop/ streetdance, African dance, dancehall, jazz en ballet. “Het is een dansschool voor kinderen en jongvolwassenen, maar ik heb ook een mevrouw van 79 die aan African dance doet”, vertelt Shaker. Hij vult aan dat de eerste eindvoorstelling in het Bijlmer Parktheater één van de hoogtepunten in zijn leven tot nu toe is geweest: “Al die zwaaiende kinderen op het podium met al die ouders op hun paasbest met bloemen. Die verbinding met ouders en kinderen, dat had ik toch maar mooi voor elkaar gekregen”.

Shaker’s droom: een kweekvijver van talent

“Mijn droom is om een gebouw ergens in Amsterdam Zuidoost om te toveren tot een (t)huis waar jongeren met activiteiten bezig kunnen zijn zoals dans, zang, presenteren, enzovoorts”, vertelt Shaker, “een kweekvijver van talent. Een open huis waar `de gevestigde orde` naar binnen loopt om talent te scouten. Laat de ontmoeting gebeuren, we moeten elkaar vinden, kom maar kijken naar al dat talent”. Tot slot is zijn boodschap: “Jongeren, als je iets wil bereiken: werk hard, wees jezelf, toon eigenheid, wilskracht en je goede intenties”, aldus Shaker.

Heb aandacht voor elk kind

Het is maar een dunne scheidslijn tussen wel of niet rond kunnen komen. Ziekte, een scheiding, er is weinig voor nodig om in financiële problemen te raken. Het overkwam Sabien. En ook al vond ze het lastig om hulp te vragen, ze deed het toch. “Ik wilde zo graag dat mijn kinderen ook konden voetballen en dansen. Ik gun ze alles.” 

Sabien en haar ex-man hebben drie kinderen. De geldzorgen ontstonden toen Sabien’s man ziek werd. Zijn uitkering en Sabien’s inkomen als zelfstandige in de kraamzorg waren bij lange na niet genoeg om rond te komen. “Toen ben ik een kinderopvang aan huis begonnen in de hoop dat ik meer zou verdienen,” zegt Sabien. “Maar de spanningen waren te groot. Mijn man en ik besloten te scheiden waardoor de geldzorgen alleen maar groter werden. Ik moest mijn man uitkopen daardoor werden mijn maandlasten hoger. Het huis verkopen kan niet. Dan zou ik meteen mijn werk kwijt zijn. Bovendien, waar vind je een betaalbaar huis?” 

Heel veel dingen kunnen niet

“Ik heb twee zonen van 16 en 8 jaar oud en een dochter van 14. De kinderen zijn de ene week bij mij en de andere week bij hun vader. En eerlijk gezegd leef ik de week dat ze niet bij mij zijn op een broodje, want de kinderen mogen niets tekortkomen. Ik ben niet bang meer om hulp te vragen, al is het met lood in mijn schoenen. Via school hoorde ik dat het Jeugdfonds kon helpen. Voor alle drie de kinderen krijg ik nu een bijdrage via het Jeugdfonds. Zo kunnen ze in ieder geval voetballen en dansen, daar zijn ze gek op. Mijn dochter danst bij Lucia Marthas, dat is veel geld. De bijdrage van het Jeugdfonds is niet voldoende. Gelukkig heb ik nu een ander potje ontdekt. Maar omdat ik daar onlangs pas over hoorde, heb ik de lessen anderhalf jaar zelf betaald. Ik heb er alles voor opzij moeten zetten zodat zij haar droom kan najagen. Heel veel dingen kunnen niet.”  

Het gaat niet om ons

Voetballen en dansen zijn een belangrijke uitlaatklep voor de kinderen. Juist omdat het thuis af en toe moeilijk was. “De oudste zwom op hoog niveau. Maar vanwege de spanningen rond de scheiding en later corona, is hij daarmee gestopt. Hij trok het niet meer. Toen hij na corona ging voetballen, hielp dat enorm. Hij kon zijn energie weer kwijt. Dat geldt ook voor de jongste. Ik werk hard en heb niet veel vrije tijd, maar die uurtjes samen naar de voetbalclub dat is echt iets voor ons samen. Op die momenten is alle aandacht voor hem. De relatie met mijn ex is gelukkig goed. Samen doen we er alles voor de kinderen. Het gaat niet om ons, het gaat om hen.” 

Geldzorgen zie je niet aan de buitenkant

Sabien wil haar verhaal doen om andere ouders te stimuleren hulp te vragen. “Trek aan de bel! Er is hulp, er is geld. Het Jeugdfonds is ervoor. Geldzorgen zie je niet aan de buitenkant. Ik krijg vaak te horen dat ik zo vrolijk ben, altijd lach. Maar dat ik me zorgen maak, dat zie je niet. Daarom moet je over die drempel heen ook al wil je het zelf oplossen. Je denkt ‘ik red het wel’ terwijl je eigenlijk heel goed weet dat je het niet redt. We zijn er ook open over naar de kinderen. Ze weten dat er weinig geld is, dat we niet zoveel kunnen als andere gezinnen. Ik kan niet met zomervakantie of naar de wintersport. We gaan naar de camping, hartstikke fijn. We moeten keuzes maken. Niet alles hoeft nieuw, tweedehands is vaak prima. Daar betrekken we ze in. Dat is goed want daar leren ze van.”  

De ontmoeting met Tahira Mehmood, moeder van 5 kinderen, vindt plaats op de Burgemeester de Vlugtschool in Slotermeer. Onze poster hangt op de voordeur en overal in de school, hier kun je niet om het Jeugdfonds Sport & Cultuur Amsterdam heen! De twee jongste dochters van Tahira, Jannat (7) en Inaaya (5) zitten op deze school waar Tahira als ouder heel actief is. De leerlingen krijgen ieder dag fruit en op maandag en dinsdag is ze fruitjuf. Ook begeleidt ze allerlei schoolactiviteiten en is ze klassenouder van de klas van Jannat.

Een overvol rooster met sporten, dansen, zwemmen en schoolactiviteiten

Beide meisjes zitten op turnen, dansles en diplomazwemmen via het Jeugdfonds. Tahira: “Wij zijn klein behuisd en ik heb gemerkt dat hoe meer ze buitenhuis aan activiteiten doen hoe blijer ze zijn. Ik wist dat je via het Jeugdfonds aan 3 activiteiten mag meedoen dus die heb ik ook aangevraagd. De school maakt het halen en brengen naar de diverse activiteiten ook heel makkelijk, turnen en dansles worden hier op school gegeven”. Dansles wordt gegeven door Dans Dans Dans en turnles door Turnz.

Tahira: “Ik merk dat het vele bewegen hen ook actiever maakt in de klas. Vooral de jongste van 5 is enorm vooruitgegaan sinds ze hier op school zit en aan alle activiteiten van het Jeugdfonds meedoet. Eerst deed zij niets anders dan eten, slapen en televisie kijken nu kan ze niet wachten om aan een activiteit mee te doen!” De lessen eindigen iedere dag om 14.15 uur en aansluitend kunnen de leerlingen aan diverse activiteiten meedoen op de school, hetzij door de school zelf georganiseerd hetzij via aanbieders waar het Jeugdfonds mee samenwerkt. Zo zijn er naast dansles en turnles ook muzieklessen mogelijk zoals gitaar en keyboard.

Toevallige ontmoeting met intermediairs

Deze school voelt zo levend. Aan het eind van de middag nog volop ouders, leerkrachten en leerlingen aanwezig. Iedereen schijnt elkaar hier te kennen en de sfeer is gemoedelijk, druk en gezellig. Tahira brengt me in contact met 2 intermediairs tevens leerkrachten die enthousiast zijn over de samenwerking met het Jeugdfonds. Ze zijn blij met de 150% wettelijk sociaal minimum regeling die het mogelijk maakt om meer kinderen te laten meedoen ook zonder de stadspas. Intermediair Annemieke Kling zegt altijd tegen haar leerlingen:

Je gaat iets doen waar je gelukkig van wordt

En dan de dochters Jannat en Inaaya

Door het raam in de gang zie je een klas vol dansende en springende meisjes tussen de 5 en 8 jaar. Vol overgave doen ze wat de dans juf voordoet, Inaaya volgt Jannat op de voet. Twee sprankelende kinderen vertellen wat ze zo leuk vinden aan de activiteiten. Voor de oudste Jannat is het heel simpel op elke vraag antwoordt ze met: “Alles, alles en alles”.

Inaaya is wat preciezer: “Bij dansen vind ik shaken en dansen op de muziek van Gi-Ga-Groen het leukst en bij turnen de koprol en het klimmen, de juf doet het voor en kiest dan een kind maar iedereen komt aan de beurt hoor”.

Ook zwemmen vinden ze heerlijk, de een is al in badje 4 en de ander in badje 2. Tijdens het interview doen ze ook alles voor op de grote tafel in het klaslokaal. Ze dansen erop, ze doen de split en zwemmen op hun buik en rug om te laten zien hoe goed ze al zijn. Tot slot hadden zij ook een vraag: “Mevrouw mogen we nu ook nog op voetbal? Onze broer zit er ook op en die kan het heel goed, wij willen dat heel heel graag”.

Helaas is voetbal in verband met het halen en brengen niet haalbaar voor hun moeder. Bij het afscheid zegt Tahira: “Ik ben zo dankbaar dat jullie bestaan, het geeft mijn kinderen zoveel meer kansen”.

Ruth woont in Amsterdam-West en is moeder van twee zoons: Iza en Nesto. In 2006 werd ze afgekeurd wegens een chronische aandoening. “Ik werd arbeidsongeschikt, als gevolg hiervan kon ik niet meer werken en raakte ik als moeder van twee zoons in financiële moeilijkheden”, vertelt Ruth. Ze wist niet precies waar ze recht op had als alleenstaande moeder met een inkomen net boven het wettelijk sociaal minimum. “Via een vriendin hoorde ik van het bestaan van het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Er ging een wereld voor me open, vooral omdat er zoveel mogelijk is voor de kinderen!”.  

Ruth: “Nu mijn kinderen op verschillende clubs zitten ben ik ook meer onder de mensen”

Kansen

Ruth vervolgt: “Niet alleen konden mijn jongens hun zwemdiploma’s halen, ze konden nu ook op een sportclub én naar de dansschool!”. Voor Ruth is sport en bewegen een levensbehoefte: “Het is zo belangrijk, vooral teamsport. Je leert er tegen je verlies kunnen, discipline, sociale vaardigheden en je maakt er ook vrienden”. In haar jeugd maakte sport ook een wezenlijk onderdeel uit van het gezinsleven vertelt Ruth. Zelf deed ze als kind onder andere aan atletiek, basketbal, moderne dans. “Ik ben het Jeugdfonds dankbaar dat ik dit nu door heb kunnen geven aan mijn zonen. Zonder de bijdrage van het fonds hadden mijn kinderen zoveel minder kunnen doen”, aldus Ruth.  

‘Het lijkt wel of ik zelf ook weer deel ben van een club’ 

Als ouder ga je natuurlijk ook verplichtingen aan met de clubs, vertelt Ruth: “Kinderen halen en brengen, zorgen dat ze er op tijd zijn et cetera. Ik doe dat op de fiets -door weer en wind- van West naar Zuid. Doordat de kinderen op verschillende clubs zitten ben ik ook weer meer onder de mensen en doe ik veel leuke contacten op”.  

 Sport, cultuur en diplomazwemmen 

Al sinds zijn 2e maakt Nesto, de jongste zoon van Ruth, gebruik van de mogelijkheden van het Jeugdfonds: “Hij ging op Voetjebal’, een sport waarbij ouders en kinderen binnen een zaal allerlei (voetbal)spelletjes doen, fantastisch!”, vertelt Ruth enthousiast. Nesto probeert vanaf dan van alles uit: “Na Voetjebal ging hij naar kleutervoetbal bij Arnold Splinter in Slotermeer en tegelijkertijd dansles bij Lucia Martha’s dansschool. Ook heeft hij breakdance gedaan bij Vladimir Dance Studio”. Inmiddels is Nesto bijna 7 jaar oud en is hij gestart met diplomazwemmen A in het Noorderparkbad. Ruth geeft aan dat hij het daar bij Zwemclub Konaz erg fijn vindt: “De instructeurs zijn heel goed met kinderen, echt top”. Inmiddels heeft Nesto auditie gedaan en is toegelaten tot de vooropleiding van de Lucia Martha’s Institute for Performing Arts, licht Ruth toe: “Als hij op een podium mag staan is-ie dolgelukkig!”. 

Als je hem ziet dansen met de andere kinderen lijkt het wel één familie. 

Op ontdekkingstocht door het aanbod 

Ruth merkt dat er veel ouders zijn die wel weten welke sporten er zijn, maar dat zij niet op de hoogte zijn van alle culturele mogelijkheden in de stad: “Zingen, dansen, schilderen of muziek maken: er is een groot aanbod hier in Amsterdam! Mijn tip: ga met je kind op ontdekkingstocht, je hebt nu de kans via het Jeugdfonds Sport & Cultuur, misschien is er ook iets bij voor jouw kind(eren)!”. 

Bijna 13 jaar geleden verhuisde Katty vanuit Peru naar Nederland. Katty is 28 jaar en is moeder van twee dochters: Nina (7) en Rosa (5). Nina en Rosa hebben allebei zwemles via het Jeugdfonds. Dinsdagmiddagen zijn voor het drietal bijzondere momenten. Elke dinsdag zwemmen Katty, Nina en Rosa namelijk in opeenvolgende lessen in zwembad Basalt in Delft. Dit doen zij bij zwemschool ‘de Toekomst’. In Peru heeft Katty nooit zwemles gehad zoals haar dochters in Nederland en daarom heeft ze besloten om, net als hen, ook voor haar A diploma te gaan.

Voor de kinderen

Katty is werkzaam als helpende binnen de zorg en heeft een passie voor het helpen van anderen. Toen dochter Nina op zwemles ging betaalde ze de lessen zelf, maar toen haar andere dochter Rosa ook ging zwemmen merkte ze al gauw dat het lastiger werd om de zwemlessen te kunnen betalen. Via een kennis werd ze getipt over het Jeugdfonds en via een intermediair is ze met het Jeugdfonds in aanraking gekomen.

“Het vraagt misschien wat moed om iets dergelijks aan te vragen, maar hiervoor moet je geen schaamte hebben. Het is goed voor je kinderen”. Katty hoopt dan ook dat ze, door haar verhaal te vertellen, alleenstaande ouders of gezinnen die het minder breed hebben, kan inspireren. Katty geeft aan dankbaar te zijn. “Uiteindelijk draait het hier om de ontwikkeling van je kinderen”. Haar twee dochters kunnen niet wachten om, na het behalen van hun zwemdiploma, een andere sport te gaan beoefenen met behulp van het Jeugdfonds.

Vooruitkijken

Nina is erg blij tijdens haar zwemlessen en geeft aan dat ze nog een beetje moet oefenen voordat ze haar A diploma heeft. Daarna wil Nina gaan turnen. “Het zit gewoon in mijn bloed, oma is vroeger turnkampioen geweest”. Ze kan niet wachten om een proefles te mogen doen. Rosa wil na het behalen van haar diploma graag op taekwondo. “Ik denk dat taekwondo heel goed gaat zijn om al haar energie in kwijt te kunnen. Ook denk ik dat je van de lessen en de sport je lichaam leert te beheersen” zegt Katty.

‘Heel fijn zwembad met veel aandacht’

Katty is enorm blij met zwemschool de Toekomst en zwembad Basalt in Delft. Ze geeft aan het belangrijk te vinden dat ze mee kan wanneer haar dochters willen zwemmen. Daarnaast kunnen ze zichzelf nu ook redden, mocht dit nodig zijn. Nu rest er nog één vraag: Wie haalt als eerste haar zwemdiploma? Voor Katty is daar geen twijfel over mogelijk “Nina gaat als eerste haar A diploma halen!”.

Zwemles via het Jeugdfonds

Het Jeugdfonds zet zich in om kinderen uit gezinnen met een laag inkomen mee te laten doen aan sport, cultuur en zwemles. Een aanvraag indienen kan eenvoudig via een intermediair. Een intermediair is een tussenpersoon die op de hoogte is van de situatie van een gezin Dat kan een leerkracht, buurtsportcoach of professioneel hulpverlener zijn. Het Jeugdfonds betaalt de contributie rechtstreeks aan de sport- of cultuurvereniging en in sommige gevallen ook voor de benodigde attributen.

Meer informatie over het zwemles via het Jeugdfonds

Een alleenstaande moeder met drie kinderen. Krenare weet niet beter. “Ik voed mijn kinderen alleen op. Makkelijk is dat niet, maar dat is het leven. Ik leer iedere dag weer bij en we redden het met z’n allen en daar gaat het om. En ik schakel alle hulp in die ik kan krijgen. Dus ook het Jeugdfonds Sport & Cultuur. En met die hulp ben ik superblij.” 

Moeder Krenare - Ieder kind wil gehoord en gezien wordenKrenare heeft altijd gewerkt. Maar als alleenstaande moeder is het geen vetpot. “Met drie kinderen is het leven duur. Zeker in deze tijd met de stijgende prijzen is het lastig om je hoofd boven water te houden. Een eenouder inkomen geeft niet veel ruimte voor extra’s. Sportclubs, muziekverenigingen vragen contributie en je moet betalen om lid te worden. Dat is niet op te brengen met mijn inkomen. Daarom ben ik blij met het Jeugdfonds. Daardoor kunnen mijn kinderen sporten en zingen en dat doet ze goed.” 

Ze komen thuis met verhalen

Twee dochters en een zoontje heeft ze. De oudste dochter van elf zit al jaren op tennis en heeft ook een tijdje zangles gehad en op ballet gezeten. De middelste van acht doet aan voetbal en atletiek. En de jongste is pas drie. “Die speelt Batman na of Superman… Die rent nog lekker door het huis en kan in het spelen zijn energie kwijt. Maar de meiden kunnen gelukkig lid worden van een club. Ze leren daar nieuwe mensen kennen, kunnen vrienden maken. Zijn even uit hun omgeving. Ze komen thuis met verhalen en maken wat mee. Een club is toch echt iets anders dan school of thuis. Je leert er weer andere dingen en je groeit weer op een andere manier. Ze zijn deel van een team. Moeten samenwerken en krijgen verantwoordelijkheden. Maar ik merk het vooral met de concentratie op school. Sinds ze sporten kunnen ze ze zich beter focussen en het gaat dus echt beter in de klas. Dat is voor mij heel belangrijk.” 

Zichzelf ontdekken

De school bracht Krenare ook in contact met het Jeugdfonds. “Ook vanuit de tennisclub was ik al getipt over het fonds. Het is goed dat clubs en scholen ouders vertellen over de mogelijkheden. Ik denk dat veel mensen niet weten dat ze hulp kunnen krijgen. Dat het leven echt iets makkelijker kan worden als je anderen inschakelt. Ik gun het een kind dat het zichzelf kan ontdekken. Dat het verschillende hobby’s kan uitproberen. Voetballen, dansen, muziek maken. Of DJ-en, computerles of tennissen. Je moet het proberen om te ervaren of je het leuk vindt. En nu kunnen mijn kinderen ook meedoen en ook die ervaring opdoen.” 

Welzijn staat voorop

“Voor mij is het geen schande om hulp in te roepen. Ik denk maar zo: de mogelijkheden zijn er. Er is geld beschikbaar. Waarom zou ik daar geen gebruik van maken? Het is voor het welzijn van mijn kinderen. Daar doe je als ouder toch alles voor? Ze komen thuis niets te kort, maar dit zijn de extra´s. Drie kinderen alleen opvoeden is een hele klus. Ik zie het als een challenge. Iedere maand weer. Het belangrijkste is luisteren. Ieder kind wil gehoord en gezien worden. Ik geloof in verbetering en ben een positief mens. Ook ik als moeder kan het iedere dag weer beter doen. En ik probeer steeds mijn situatie te verbeteren. Dat is de uitdaging. En met een beetje hulp gaat dat lukken. Ieder mens heeft soms die helpende hand nodig.”   

“Stoppen met fietsen? Dat is voor mij geen optie!” Ruben ging er als klein ventje van twee al als een razende vandoor op zijn loopfietsje. Daarna stapte hij moeiteloos op een tweewieler en is altijd blijven fietsen. “Ik wil graag profwielrenner worden. De snelheid, de tactiek, de techniek van het fietsen… Het is gewoon geweldig!” Om zijn droom te verwezenlijken kreeg Ruben een racefiets vanuit de campagne ‘Heel Holland Fietst’. “Ik ben zo gelukkig!”

Ruben ‘Nu kan ik echt beter worden’“Mijn hoofd leegmaken. Ontspannen. Even helemaal nergens aan hoeven denken. De kilometers onder mijn wielen voelen wegglijden. Dat is voor mij de ultieme ervaring.” Ruben is zestien. Heeft een vader, een moeder en nog drie broers. Hij zit in de vierde klas van het gymnasium en is helemaal gek van fietsen. “Vanaf kleins af aan had ik een fascinatie voor wielrennen. Een extreme obsessie; zo noem ik het nu. Ik kende eigenlijk niemand die fietste, maar mijn moeder was wel een fanatieke Tour de France-kijker op de tv. Zo kwam ik er mee in aanraking.

Het zadel op, meters maken

Ik kom uit een gezin waar muziek een belangrijke rol speelt. Mijn ouders zijn allebei professioneel musicus en ik speel zelf ook diverse instrumenten. Viool, piano, slagwerk en ik probeer mezelf gitaar te leren spelen. Maar dat is toch anders dan fietsen… Ik wilde gewoon het zadel op, meters maken. Iedere verjaardag, elk Sinterklaasfeest en elke Kerst wilde ik maar een ding; een racefiets. Maar dat is een kostbaar cadeau. Ik heb in die jaren al heel wat kilometers gemaakt op mijn gewone oude stadsfiets. Ik haalde de 35 km per uur.

Toen ik oud genoeg was, kreeg ik de oude Focus racefiets van mijn oom uit 2005. Ik was de koning te rijk. Mijn moeder was in eerste instantie niet zo blij met mijn hobby. Ik ging hard, had nog niet zoveel techniek en het was dus best riskant. Snelheid, pijn hebben, doorzetten en beter worden… daar ben ik echt van gaan houden. Inmiddels hebben mijn ouders zich neergelegd bij mijn keuze. Zij hebben me altijd vrijgelaten en ondersteunen me waar ze kunnen.”

Rustig in mijn hoofd

Stress. Faalangst. Dingen waar Ruben wel eens mee te kampen heeft. “Ik vind het niet altijd makkelijk op school. Slim, dat ben ik wel, maar om al die kennis te reproduceren op de manier die gevraagd wordt, is lastig. Daar loop ik af en toe in vast. Dan is fietsen een perfecte manier om alles in mijn hoofd weer op een rijtje te krijgen. Het is mijn redding zou je kunnen zeggen.” Ruben werd lid van een Haagse wielerclub, HSK Trias. Daar werd hij geconfronteerd met kinderen die al vanaf zeer jonge leeftijd trainen en gebruik kunnen maken van geavanceerd materiaal en begeleiding. “Kwam ik aan met mijn oude, opgelapte racefiets uit de schuur van mijn oom. Geen fancy racefiets, geen professionele training gehad. Dat was wel even confronterend. Maar ik hield ze wel bij op mijn oude fietsje! Dat gaf me moed en vertrouwen.

Op de club train ik minstens twee keer per week. Is vaak afzien, maar ook gezellig met de andere wielrenners. We trainen op snelheid, maar ook vooral op techniek en tactiek. Intervaltraining, positionering, starttraining; het komt allemaal aan de orde. Ook in een ploeg rijden en samenwerken zijn allemaal aspecten die belangrijk zijn. Ik heb nog veel te leren! Ik heb nog een inhaalslag te maken. Al snel merkte ik al wel dat ik beter werd. Eigenlijk ben ik wel blij dat het zo gelopen is. Fietsen is voor mij een echte persoonlijke, overtuigde, intrinsieke keus geweest. Ik heb er veel voor gedaan en gelaten. Maar echt omdat ik dat wilde. Dat is voor mij de beste motivatie om beter te worden. Om te groeien.”

Droom in duigen

Ruben zucht. “Maar toen ging tijdens een wedstrijd, twee weken voor de zomervakantie, mijn oude fiets kapot. Onherstelbaar stuk. Wat een ellende! Er was thuis geen geld voor een nieuwe. Ik was net 16 ben via bijbaantjes flink gaan sparen. Werken bij het klimbos, helpen op de boulderbaan. Maar dat schiet niet zo hard op met dat uurloon. Toen drong tot me door dat het best een tijd zou kunnen gaan duren voor ik weer op een fiets zat. Mijn moeder stuurde, buiten mij om, een mailtje naar Team Jumbo-Visma waarin ze mijn situatie uit de doeken deed.

En toen gebeurde het wonderlijke. We kregen antwoord! En dat niet alleen; de wielerploeg meldde me aan bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur. En zo kreeg ik, vanuit de donaties aan de Heel Holland Fietst-campagne, een tweedehands, maar super goede racefiets! Ik kon wel huilen. Ook wordt de contributie voor de wielerclub nu betaald en krijg ik extra ondersteuning om kleding en een goede, veilige helm aan te schaffen. Nu kan ik dit jaar toch gewoon doortrainen op de club en me storten op de techniek en op positionering. Voor volgend jaar staan dan de wedstrijden op het programma. Ik hoop dan gespot te worden als talent. Opgepikt door een ploeg die me verder gaat opleiden. Dat is mijn droom.”

Elk gaatje durven pakken

Toen Ruben deze nieuwe fiets kreeg moest hij even wennen. “Ik had natuurlijk altijd gefietst op een model uit 2005. Intussen is er veel veranderd in techniek en materiaal. Renners zitten heel anders op de fiets. Ik kan nu veel aerodynamischer mijn meters maken, ga sneller en ben wendbaarder. Nu moet ik nog goed gaan oefenen om elk gaatje in het peloton te kunnen en durven pakken. Ook was ik heel voorzichtig met de fiets; durfde er bijna niet op te racen. Het is voor mij zo’n kostbaar bezit! Maar nu kan ik sprongen gaan maken, nog beter worden. Dat is altijd het doel geweest. Me blijven ontwikkelen. Want als ik op de fiets zit, kom ik in de focusstand. Dan heb ik geen tijd om andere dingen te voelen of te denken. En dat is heel lekker.”

Een liefde die niet meer overgaat

Moeder Barbara: “Toen Ruben als klein jongetje op de fiets stapte voelde ik meteen; dit kan ik niet meer tegenhouden. Dit is een liefde die niet meer overgaat. Hij is hoogbegaafd, slim en zit veel in zijn hoofd. Hij heeft het nodig om dat leeg te kunnen maken. En voor hem is fietsen de manier om zich te ontspannen, even te ontsnappen aan alle zorgen en de druk die hij ervaart. Zes jaar geleden werd ik ernstig ziek. Ik kon niet meer werken en als zelfstandige in de culturele sector had dat direct invloed op ons inkomen. Mijn man is ook musicus en tijdens corona lag alles stil. Dan merk je dat alles wat voor anderen vanzelfsprekend is, een nieuwe fiets bijvoorbeeld, voor ons ineens niet meer te betalen was. Wij hebben vier kinderen en de kosten gaan gewoon door.

Inmiddels krabbelen we er een beetje bovenop, maar het is geen vetpot. Ik ben er trots op hoe we het toch hebben kunnen rooien. We hebben dingen veranderd, hebben hulp ingeroepen en zijn blijven vertrouwen in het goede van de mens. Schaamte is een ongezonde emotie. Het is altijd oké om hulp te vragen. Zo ook mijn mailtje naar Team Jumbo-Visma. Ik hoopte dat ze de liefde van mijn zoon voor het fietsen konden voelen. En toen dat antwoord kwam: er komt een fiets vanuit Heel Holland Fietst, waren we allemaal even stil. Fantastisch! De fiets is echt onlosmakelijk met Ruben verbonden. Hij is er, bijna fysiek, aan gehecht. Die band is onverbrekelijk!”

Meer over wielrennen via het Jeugdfonds

Meer over ‘Heel Holland Fietst’

Wist je dat?

kinderen en jongeren in Nederland groeit op in armoede.

kinderen en jongeren werden in 2023 via ons lid van een sportclub.

kinderen en jongeren werden in 2023 via ons lid van een cultuurclub.

uitgegeven sport- en cultuurattributen in 2023.