Nieuws

Wieneke Dekker is gymdocent en buurtsportcoach in de gemeente Rheden. Samen met andere partijen in de gemeente zorgt ze ervoor dat ook kinderen uit gezinnen waar geen geld is, kennismaken met sport en, liever nog, lid worden van een club. `Een plek waar je welkom bent en ze je naam kennen.`

“Er zijn wijken die extra aandacht nodig hebben,” zegt Wieneke Dekker. “Wijken waar mensen geen geld hebben om hun kinderen lid te laten worden van een sportclub. Ik voel het als mijn taak om zoveel mogelijk kinderen kennis te laten maken met sport en ze door te verwijzen naar een sportclub. Op de club leer je spelenderwijs allerlei skills die je later in het leven nodig hebt. Het sociale aspect, omgaan met verlies, leren samenwerken. Sport verbindt en bovendien is het ontzettend leuk. Gelukkig zijn de lijntjes met de gemeente heel kort. Ik ben trots op de manier waarop de gemeente Rheden met armoede omgaat.”

Signalen

Wieneke kent zo langzamerhand de signalen van geldgebrek. “Het klinkt hard,” zegt ze. “Maar ik zie het aan de kleding. Een kind dat nooit gymkleding draagt maar in een afgeknipt spijkerbroekje gymt en op blote voeten bijvoorbeeld, dat is een van de duidelijkste signalen. Als ik dat zie, ga ik in gesprek met het kind; misschien wil het helemaal niet sporten. Maar als geld het probleem is, neem ik contact op met de leerkracht. Ik hoop dan via de leerkracht met de ouders in gesprek te komen. Ik heb gemerkt dat schaamte bij ouders naar de leerkracht toe veel minder is. De leerkracht kan de ouders vertellen dat ik kan helpen en dat niemand dat verder hoeft te weten.”

Ergens bij horen

Volgens Wieneke heeft het een groot effect op een kind als het mee kan doen. “Als een kind eenmaal op een sportclub zit, doet dat heel veel met ze. Het feit dat je op een club zit, ergens bij hoort. De club is een plek waar je welkom bent en ze je naam kennen. Weet je, op school is dat vanzelfsprekend maar verder leven die kinderen op straat. Het is dan heel fijn dat ze ergens bij horen. Ze worden  niet alleen beter in de sport die ze beoefenen maar ook het zelfvertrouwen groeit gigantisch.”

Kleine moeite, groot verschil

Wieneke is ook intermediair voor het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Als intermediair kan ze, samen met de ouders, direct een aanvraag doen zodat het kind lid kan worden van een sportclub. “Het spreekt vanzelf dat ik intermediair ben,” vindt Wieneke. “Ik ga met de ouders in de lerarenkamer zitten en doe een aanvraag voor ze. Het kost me tien minuten, maar daarmee kan ik wel een groot verschil maken in het leven van een kind. Geen geld hebben hoeft geen belemmering te zijn om mee te kunnen doen.”

Ben jij buurtsportcoach, cultuurcoach of combinatiefunctionaris? Word ook intermediair! Lees er alles over op onze infopagina voor intermediairs.

Word nu intermediair!

Miranda is leerkracht van groep 7 op basisschool Joannes XXIII in Utrecht. Veel leerlingen hebben een islamitische achtergrond, wat natuurlijk bijzonder is voor een katholieke school. Miranda vindt het lastig armoede te herkennen en het gesprek daarover met ouders aan te gaan.

Hoe herken je armoede in de klas?

“Dat vind ik altijd ingewikkeld,” zegt Miranda. “Ik weet dat het speelt, maar het is best moeilijk te herkennen. Ik kan niet in andermans portemonnee kijken en aan de buitenkant zie ik ook niet of er sprake is van armoede. Kinderen zeggen het zelf ook niet snel. Ik heb soms wel een vermoeden maar op basis van een vermoeden kun je niet veel.”

 

 

Het gesprek met de ouders aangaan

“Ik spreek ouders een aantal keren per jaar, maar dan stel ik geen persoonlijke vragen. Dus ook geen vragen over de financiële situatie thuis. Als ouders er zelf over beginnen, omdat het kind gepest wordt bijvoorbeeld, dan is het mijn taak er iets mee te doen. Bovendien hebben Utrechtse gezinnen met een laag inkomen een ‘U-pas’ waarmee ze gratis of met korting allerlei activiteiten kunnen doen. Daardoor is het minder zichtbaar dat er thuis weinig geld is. Ik weet dus niet of de U-pas ingezet wordt voor het lidmaatschap van een sportclub voor de kinderen. Ik zie wel dat veel kinderen sporten, vooral de jongetjes. Die hebben het dan ’s maandags uitgebreid over de wedstrijden in het weekend.”

Wat kun je als leerkracht doen?

“Als ik vermoed dat er thuis geen geld is, neem ik zelf fruit mee naar school en leg dat op de fruitschaal. Niemand weet dat, er is dan gewoon fruit voor iedereen. Wat ik ook kan doen, is ouders vertellen dat er mogelijkheden zijn zoals het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Ik zal dat niet snel in een apart gesprek met ouders doen, maar ik wijs er wel in het algemeen op.”

Lees de nieuwsbrief en blijf op de hoogte. Het nieuwe seizoen weer van start. Vergeet niet dat alle kinderen graag willen mee doen aan een sport en/of cultuur activiteit.

Klik hier om de nieuwsbrief van augustus 2018 te bekijken.

Jeffrey is gymleraar en intermediair op een basisschool in Amsterdam Zuidoost. Hij doet voor kinderen waar thuis te weinig geld is een aanvraag bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur.

Op wat voor soort school werk je?

“Bij ons op school zitten kinderen uit 64 verschillende culturen. Veel gezinnen zitten onder de armoedegrens. Dat betekent dat we veel aanvragen doen voor een bijdrage van het Jeugdfonds Sport & Cultuur, zo’n acht per maand. Het kan uitdagend zijn je weg in te vinden in die culturele verschillen. Het eerste jaar ging het niet zo makkelijk, je moet de ouders en kinderen leren kennen. Daar heb ik veel tijd in gestoken. Nu ken ik de ouders en weet ik of ze openstaan voor een aanvraag bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur.”

Is het veel werk om een aanvraag te doen?

“Maximaal 5 minuten. Ouders vullen zelf het ouderformulier in, daarna doe ik online de aanvraag.  Als de aanvraag goedgekeurd wordt, wordt de contributie direct aan de club betaald. Meestal neem ik even contact met de club op of alles goed gegaan is. Het kind kan dan een jaar lang sporten of naar bijvoorbeeld breakdanceles. Als het na een jaar door wil gaan, doe ik een nieuwe aanvraag. Ik check na een paar maanden altijd even of het kind nog sport.”

Soms schamen ouders zich om een aanvraag te doen, merk jij dat ook?

“Dat merk ik ook ja. Ouders vinden het moeilijk naar me toe te komen. Ze schamen zich ervoor dat ze te weinig geld hebben om hun kinderen mee te kunnen laten doen. Op school doen we erg ons best om duidelijk te maken dat je je niet hoeft te schamen en dat we geen inzage hoeven te hebben in alle financiële zaken. Mensen zeggen vaak dat ze geen hulp nodig hebben, maar eigenlijk schreeuwen ze om hulp. Ik zorg altijd dat het contact goed is en daarna kijk ik hoe ik ze kan ondersteunen.”

Wat merk je van armoede in de klas?

“Ik schat dat zo’n 70% van onze kinderen opgroeit onder de armoedegrens. Dat betekent dat ze niet kunnen sporten, dansen of op een andere club kunnen. Ouders halen vaak ongezond voedsel in huis, aanbiedingen zijn vaak van dingen die niet goed voor je zijn. Dan zie je een kind ’s ochtends met een zak chips lopen; het ontbijt. Maar soms is het helemaal niet zo duidelijk. Laatst kwam er een jongen met een dure telefoon op school, dure kleding aan, en met een pakje crackers. Hij vroeg: meester, mag ik ook twee crackers eten? Ik zei ja natuurlijk, van mij mag je alles eten. Maar meester, zei hij, dan heb ik donderdag en vrijdag geen eten meer. Schrijnend.

We hebben ook te maken met kinderen die illegaal zijn. De ouders zijn vaak moe na een lange reis. Ze moeten hier weer overnieuw beginnen. We proberen ze te helpen, samen te kijken wat de kinderen kunnen gaan doen. Kinderen leren veel sneller de taal. Op school zijn ze even weg uit de thuissituatie. Aan de kinderen ligt het niet. Ze vinden het fantastisch om te komen en mee te doen.”

Waarom is gym zo leuk?

“Bijna alle kinderen hebben plezier in bewegen, als vakleerkracht moet je uitstralen dat je dat waardeert. We zijn vier jaar geleden ook begonnen met een sportclub voor ouders. We sporten een uur met ze en bedenken gezonde traktaties. Dat werkt heel goed want ouders zijn het voorbeeld voor de kinderen. Als ouders niet sporten, gaan kinderen dat ook minder snel doen.”

Wat doen de kinderen graag?

“Er wordt veel zwemles aangevraagd, vind ik ook heel goed want er is veel water in Nederland. Heel veel kinderen in groep 8 hebben geen zwemdiploma. Voetbal en dansen zijn ook populair.”

Wat gebeurt er met een kind als het gaat sporten?

“In de gymles bieden we veel verschillende sporten aan. Als kinderen sporten leuk vinden, is er een sportbuurtclub voor kinderen die het niet kunnen betalen. Zodra wij merken dat een kind geïnteresseerd is, ondernemen we actie.”

Waarom ben je intermediair geworden?

“Ik wilde al vanaf jongs af aan gymleraar worden, maar was het kneusje van de klas. Tot ik met circustechnieken aan de gang ging, toen kon ik ineens dingen die anderen niet konden en werd ik ineens populair.”

Het helpt enorm als je de kans krijgt je talent te ontdekken, of dat nou sport is of piano. Ik krijg vaak dankbare mailtjes en reacties van ouders.

“En je merkt het in de klas als kinderen op een club zitten. Een kind dat altijd heel druk was, zit nu op voetbal en is een stuk rustiger. Dat geeft veel voldoening. Soms is het moeilijk maar ik weet ook wat voor impact het heeft op school en in het gezin, dat maakt me heel trots.”

Heb je tips voor leerkrachten?

“De aanvrager moet iemand zijn die op de hoogte is van de financiële situatie van het gezin. Een goede relatie is belangrijk, ouders moeten zich veilig voelen. Het is handig als er op school een vertrouwd gezicht is, dat ook het gezicht is van het Jeugdfonds Sport & Cultuur en dat ouders weten dat ze daar terecht kunnen.

Als ouders weten dat ze zich niet hoeven te schamen en leerkrachten weten dat het niet veel werk is, kunnen veel meer kinderen geholpen worden. Ik vind het fantastisch dat het kan. Maar ik zie geen verschil in achtergrond. Ik zie gewoon het kind.”

Word ook intermediair!

Bekijk de video ‘Hoe herken je armoede in de klas?’

Chedi werkt in Almere als schuldhulpverlener en is sinds begin 2013 intermediair van het Jeugdfonds Sport & Cultuur.

Hoe kwam je in aanraking met het Jeugdfonds Sport & Cultuur?

“Ik ben intermediair dankzij een cliënt. Hij had als grote wens om zijn dochter op muziekles te doen. Zelf had hij er geen geld voor. In zijn zoektocht naar mogelijkheden ontdekte hij het Jeugdfonds  Sport & Cultuur. Ik kende het fonds nog niet maar ben blij dat ik het heb leren kennen. Mijn doelgroep heeft nu eenmaal weinig geld. Het zijn mensen die tot over hun oren in de schulden zitten en alle hulp goed kunnen gebruiken. Ook hun kinderen willen sporten, dansen of op muziekles. Al was het maar vanwege The Voice of So You Think You Can Dance. Maar niet alle ouders willen gebruik maken van de mogelijkheden die er zijn. Omdat ze andere dingen aan het hoofd hebben, vermoed ik. Of ze schamen zich. Hoe dan ook, ik krijg nog te vaak te horen: ’Het is niet nodig.’ Dan blijft het daar bij. Ik wil het niet forceren.”

Wat biedt het Jeugdfonds Sport &  Cultuur?

“Het Jeugdfonds sport & Cultuur betaalt de contributie of het lesgeld. Dat extraatje maakt het leven net even wat leuker maakt, vooral voor hun kinderen. Het gaat toch een paar honderd euro per jaar. Voor mensen die een krap budget hebben en letterlijk elke cent moeten omdraaien, kan dat bedrag echt een wereld van verschil betekenen. Ik heb zelf dan nooit in zo’n financieel moeilijke situatie gezeten, maar ik moet wel vaak denken aan toen ik een jaar of negentien was. Een vriend pakte een gitaar uit zijn auto en liet die zien. Ik was gelijk verliefd, wat een instrument en ik mocht die gitaar ook nog gebruiken! Het betekende de start van mijn grote passie: muziek maken. Ik speel inmiddels in drie bands. En die gitaar heb ik nog steeds. Hij hangt aan de muur en is allang niet meer bespeelbaar maar ik zal hem altijd bewaren. Het gebaar van die vriend heeft voor een groot deel mijn leven bepaald.”

Een voorbeeld van hoe een ‘klein gebaar’ tot iets groots kan leiden?

“Precies. Daarom vind ik de gedachte achter het Jeugdfonds Sport & Cultuur zo bijzonder. Ik mag namens hen een cadeautje weggeven aan een kind dat zich daardoor misschien verder kan ontwikkelen. Net als die gitaar voor mij een cadeautje was en mijn leven verder inkleurde. Door zo’n hobby krijg je ineens andere vrienden en die brengen je weer in contact met een ander soort leven dan je misschien gewend was. De mooiste ontwikkelingen beginnen vaak met het planten van maar een klein zaadje. Soms is er maar heel weinig nodig om iets bijzonders te kunnen bereiken.’

Hoe zie jij of iemand hulp nodig heeft?

“Dat is best moeilijk. Ik spreek mensen die diep in de problemen zitten. Hun armoede ligt open en bloot op tafel. De gesprekken vinden meestal plaats in de spreekkamer en niet bij hen thuis. Dat maakt het moeilijker om een inschatting te maken hoe het zit met de kinderen. Maar over problemen met hun kinderen laten cliënten doorgaans niet snel iets los. Ze willen best over hun schulden praten en hoe die op te lossen, maar toegeven dat ze hun kinderen niet alles kunnen bieden, gaat vaak net even te ver. Daarom heb ik deze vraag opgenomen in mijn standaardchecklist. Ik zeg er dan wel bij dat ze niet direct hoeven te reageren: ‘denk er maar over na.’ Sommigen willen, sommigen niet. Ik wil niet zomaar alles aanbieden, ik probeer cliënten te motiveren zelf hun problemen zoveel mogelijk op te lossen. Dat ze zoveel mogelijk zelfvoorzienend en -redzaam te zijn. Ze zullen toch ook moeten leren dat niet alles maar even gemakkelijk gaat. Noem het een kleine ethische uitdaging.”

Is het Jeugdfonds Sport & Cultuur nodig?

“Jazeker. Er bestaan best wat regelingen voor gezinnen in nood maar ik ken verder geen mogelijkheden zoals die het Jeugdfonds biedt. Dat is uniek. Alleen al daarom zouden er meer mensen moeten zijn die het fonds kennen en er gebruik van maken. Werkdruk wordt vaak genoemd als reden om geen intermediair te worden, maar dan maak je de dingen echt groter dan ze zijn. Dit werk levert zoveel op. Voor de ouders die er gebruik van kunnen maken maar ook voor jou als intermediair. Alleen al het feit dat het kind van de allereerste cliënt die mij op het spoor zette van het fonds nog steeds muziekles heeft. Bij het afsluiten van ons traject een jaar geleden – zij was inmiddels schuldenvrij – liet ze een foto zien van haar dochter met een gitaar in haar hand. Dat deed mij erg goed.”

Wist je dat?

kinderen en jongeren in Nederland groeit op in armoede.

kinderen en jongeren werden in 2023 via ons lid van een sportclub.

kinderen en jongeren werden in 2023 via ons lid van een cultuurclub.

uitgegeven sport- en cultuurattributen in 2023.