Soms stapelen de problemen zich op en wordt het voor een gezin steeds zwaarder het hoofd boven water te houden. Er hoeft dan maar iets te gebeuren of de emmer loopt over. Dan lukt het niet meer om op ieder moment voldoende tijd en aandacht aan de kinderen te besteden. Buurtgezinnen.nl zorgt ervoor dat deze gezinnen weer op adem kunnen komen en kinderen zich positief kunnen blijven ontwikkelen. Irma de Groot is coördinator van Buurtgezinnen in Zaanstad én intermediair voor het Jeugdfonds Sport & Cultuur.
De werkwijze van Buurtgezinnen is simpel en effectief. Gezinnen die overbelast zijn (vraaggezinnen) worden gekoppeld aan gezinnen in de buurt die ondersteuning willen geven (steungezinnen). Steunouders zijn ervaren ouders met een groot hart die op vrijwillige basis graag wat willen doen voor een ander gezin.
Irma de Groot koppelt de gezinnen. “Ik ga naar gezinnen toe die ondersteuning kunnen gebruiken, waar het niet zo lekker loopt. Bijvoorbeeld vanwege ziekte, of alleenstaande ouders. Vaak zijn het gezinnen die geen netwerk hebben. Ik zoek een steungezin waar de kinderen af en toe heen kunnen, zodat de ouders even op adem kunnen komen. Daarmee hopen we te voorkomen dat een gezin ontspoort. Een gezin wordt in principe twee jaar lang begeleid. Meestal is de band met het steungezin dan zo het, dat onze bemoeienis niet meer nodig is. Per gezin bekijken we wat nodig is, sommige kinderen gaan maar een middag in de week naar een steungezin, anderen gedurende het weekend.”
Irma is intermediair van het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Dat betekent dat ze een gezin dat moeite heeft de eindjes aan elkaar te knopen, direct kan helpen door een aanvraag te doen zodat een kind kan sporten of iets aan cultuur kan doen. “Vaak zijn er meerdere problemen in een gezin. Ik verwijs dan door naar bijvoorbeeld het sociaal wijkteam maar ik kijk ook wat ik zelf kan doen. Een aanvraag om iets aan sport of cultuur te gaan doen bijvoorbeeld. Voor de kinderen is het belangrijk dat hun wereld weer wat groter is en dat ze de problemen thuis even kunnen vergeten. Een aanvraag doen is heel eenvoudig en het contact met het lokale Jeugdfonds Sport & Cultuur is goed, dus voor mij is het een kleine moeite.”
“Laatst heb ik twee broertjes uit een Koerdisch gezin opgegeven,” vertelt Irma. “De jongens gaan iedere weekend naar twee steungezinnen. Een jongetje uit het steungezin zat al op voetbal. Ik kreeg de vraag of de jongetjes uit het vraaggezin ook op voetbal konden. Via het Jeugdfonds Sport & Cultuur in Zaanstad was het zo geregeld. De ouders uit het steungezin hebben geholpen de jongens op de voetbalclub aan te melden, omdat de ouders slecht Nederlands spreken, was dat lastig voor ze. De moeder uit het steungezin zorgt er ook voor dat de berichten uit de groepsapp van de club bij de vraagouders terecht komen. Ook de voetbalclub werkt er enthousiast aan mee. Iedereen werkt samen om de jongetjes mee te laten doen. Dat is zo mooi. Alle kinderen moeten gewoon de kans krijgen om mee te kunnen doen. Zaanstad heeft ook een eigen regeling maar die is vrij ingewikkeld. Gezinnen die er eigenlijk voor in aanmerking komen, kunnen daar vaak geen gebruik van maken. Dat vind ik het goede aan het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Kinderen die willen sporten, kunnen snel naar een club. Ik vind het heel fijn om te zien dat ze daar echt van opbloeien.”
Meer informatie over Buurtgezinnen.
Word ook intermediair.
Wieneke Dekker is gymdocent en buurtsportcoach in de gemeente Rheden. Samen met andere partijen in de gemeente zorgt ze ervoor dat ook kinderen uit gezinnen waar geen geld is, kennismaken met sport en, liever nog, lid worden van een club. `Een plek waar je welkom bent en ze je naam kennen.`
“Er zijn wijken die extra aandacht nodig hebben,” zegt Wieneke Dekker. “Wijken waar mensen geen geld hebben om hun kinderen lid te laten worden van een sportclub. Ik voel het als mijn taak om zoveel mogelijk kinderen kennis te laten maken met sport en ze door te verwijzen naar een sportclub. Op de club leer je spelenderwijs allerlei skills die je later in het leven nodig hebt. Het sociale aspect, omgaan met verlies, leren samenwerken. Sport verbindt en bovendien is het ontzettend leuk. Gelukkig zijn de lijntjes met de gemeente heel kort. Ik ben trots op de manier waarop de gemeente Rheden met armoede omgaat.”
Wieneke kent zo langzamerhand de signalen van geldgebrek. “Het klinkt hard,” zegt ze. “Maar ik zie het aan de kleding. Een kind dat nooit gymkleding draagt maar in een afgeknipt spijkerbroekje gymt en op blote voeten bijvoorbeeld, dat is een van de duidelijkste signalen. Als ik dat zie, ga ik in gesprek met het kind; misschien wil het helemaal niet sporten. Maar als geld het probleem is, neem ik contact op met de leerkracht. Ik hoop dan via de leerkracht met de ouders in gesprek te komen. Ik heb gemerkt dat schaamte bij ouders naar de leerkracht toe veel minder is. De leerkracht kan de ouders vertellen dat ik kan helpen en dat niemand dat verder hoeft te weten.”
Volgens Wieneke heeft het een groot effect op een kind als het mee kan doen. “Als een kind eenmaal op een sportclub zit, doet dat heel veel met ze. Het feit dat je op een club zit, ergens bij hoort. De club is een plek waar je welkom bent en ze je naam kennen. Weet je, op school is dat vanzelfsprekend maar verder leven die kinderen op straat. Het is dan heel fijn dat ze ergens bij horen. Ze worden niet alleen beter in de sport die ze beoefenen maar ook het zelfvertrouwen groeit gigantisch.”
Wieneke is ook intermediair voor het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Als intermediair kan ze, samen met de ouders, direct een aanvraag doen zodat het kind lid kan worden van een sportclub. “Het spreekt vanzelf dat ik intermediair ben,” vindt Wieneke. “Ik ga met de ouders in de lerarenkamer zitten en doe een aanvraag voor ze. Het kost me tien minuten, maar daarmee kan ik wel een groot verschil maken in het leven van een kind. Geen geld hebben hoeft geen belemmering te zijn om mee te kunnen doen.”
Ben jij buurtsportcoach, cultuurcoach of combinatiefunctionaris? Word ook intermediair! Lees er alles over op onze infopagina voor intermediairs.
Miranda is leerkracht van groep 7 op basisschool Joannes XXIII in Utrecht. Veel leerlingen hebben een islamitische achtergrond, wat natuurlijk bijzonder is voor een katholieke school. Miranda vindt het lastig armoede te herkennen en het gesprek daarover met ouders aan te gaan.
Hoe herken je armoede in de klas?
“Dat vind ik altijd ingewikkeld,” zegt Miranda. “Ik weet dat het speelt, maar het is best moeilijk te herkennen. Ik kan niet in andermans portemonnee kijken en aan de buitenkant zie ik ook niet of er sprake is van armoede. Kinderen zeggen het zelf ook niet snel. Ik heb soms wel een vermoeden maar op basis van een vermoeden kun je niet veel.”
Het gesprek met de ouders aangaan
“Ik spreek ouders een aantal keren per jaar, maar dan stel ik geen persoonlijke vragen. Dus ook geen vragen over de financiële situatie thuis. Als ouders er zelf over beginnen, omdat het kind gepest wordt bijvoorbeeld, dan is het mijn taak er iets mee te doen. Bovendien hebben Utrechtse gezinnen met een laag inkomen een ‘U-pas’ waarmee ze gratis of met korting allerlei activiteiten kunnen doen. Daardoor is het minder zichtbaar dat er thuis weinig geld is. Ik weet dus niet of de U-pas ingezet wordt voor het lidmaatschap van een sportclub voor de kinderen. Ik zie wel dat veel kinderen sporten, vooral de jongetjes. Die hebben het dan ’s maandags uitgebreid over de wedstrijden in het weekend.”
Wat kun je als leerkracht doen?
“Als ik vermoed dat er thuis geen geld is, neem ik zelf fruit mee naar school en leg dat op de fruitschaal. Niemand weet dat, er is dan gewoon fruit voor iedereen. Wat ik ook kan doen, is ouders vertellen dat er mogelijkheden zijn zoals het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Ik zal dat niet snel in een apart gesprek met ouders doen, maar ik wijs er wel in het algemeen op.”
Lees de nieuwsbrief en blijf op de hoogte. Het nieuwe seizoen weer van start. Vergeet niet dat alle kinderen graag willen mee doen aan een sport en/of cultuur activiteit.
Klik hier om de nieuwsbrief van augustus 2018 te bekijken.
Jeffrey is gymleraar en intermediair op een basisschool in Amsterdam Zuidoost. Hij doet voor kinderen waar thuis te weinig geld is een aanvraag bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur.
“Bij ons op school zitten kinderen uit 64 verschillende culturen. Veel gezinnen zitten onder de armoedegrens. Dat betekent dat we veel aanvragen doen voor een bijdrage van het Jeugdfonds Sport & Cultuur, zo’n acht per maand. Het kan uitdagend zijn je weg in te vinden in die culturele verschillen. Het eerste jaar ging het niet zo makkelijk, je moet de ouders en kinderen leren kennen. Daar heb ik veel tijd in gestoken. Nu ken ik de ouders en weet ik of ze openstaan voor een aanvraag bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur.”
“Maximaal 5 minuten. Ouders vullen zelf het ouderformulier in, daarna doe ik online de aanvraag. Als de aanvraag goedgekeurd wordt, wordt de contributie direct aan de club betaald. Meestal neem ik even contact met de club op of alles goed gegaan is. Het kind kan dan een jaar lang sporten of naar bijvoorbeeld breakdanceles. Als het na een jaar door wil gaan, doe ik een nieuwe aanvraag. Ik check na een paar maanden altijd even of het kind nog sport.”
“Dat merk ik ook ja. Ouders vinden het moeilijk naar me toe te komen. Ze schamen zich ervoor dat ze te weinig geld hebben om hun kinderen mee te kunnen laten doen. Op school doen we erg ons best om duidelijk te maken dat je je niet hoeft te schamen en dat we geen inzage hoeven te hebben in alle financiële zaken. Mensen zeggen vaak dat ze geen hulp nodig hebben, maar eigenlijk schreeuwen ze om hulp. Ik zorg altijd dat het contact goed is en daarna kijk ik hoe ik ze kan ondersteunen.”
“Ik schat dat zo’n 70% van onze kinderen opgroeit onder de armoedegrens. Dat betekent dat ze niet kunnen sporten, dansen of op een andere club kunnen. Ouders halen vaak ongezond voedsel in huis, aanbiedingen zijn vaak van dingen die niet goed voor je zijn. Dan zie je een kind ’s ochtends met een zak chips lopen; het ontbijt. Maar soms is het helemaal niet zo duidelijk. Laatst kwam er een jongen met een dure telefoon op school, dure kleding aan, en met een pakje crackers. Hij vroeg: meester, mag ik ook twee crackers eten? Ik zei ja natuurlijk, van mij mag je alles eten. Maar meester, zei hij, dan heb ik donderdag en vrijdag geen eten meer. Schrijnend.
We hebben ook te maken met kinderen die illegaal zijn. De ouders zijn vaak moe na een lange reis. Ze moeten hier weer overnieuw beginnen. We proberen ze te helpen, samen te kijken wat de kinderen kunnen gaan doen. Kinderen leren veel sneller de taal. Op school zijn ze even weg uit de thuissituatie. Aan de kinderen ligt het niet. Ze vinden het fantastisch om te komen en mee te doen.”
“Bijna alle kinderen hebben plezier in bewegen, als vakleerkracht moet je uitstralen dat je dat waardeert. We zijn vier jaar geleden ook begonnen met een sportclub voor ouders. We sporten een uur met ze en bedenken gezonde traktaties. Dat werkt heel goed want ouders zijn het voorbeeld voor de kinderen. Als ouders niet sporten, gaan kinderen dat ook minder snel doen.”
“Er wordt veel zwemles aangevraagd, vind ik ook heel goed want er is veel water in Nederland. Heel veel kinderen in groep 8 hebben geen zwemdiploma. Voetbal en dansen zijn ook populair.”
“In de gymles bieden we veel verschillende sporten aan. Als kinderen sporten leuk vinden, is er een sportbuurtclub voor kinderen die het niet kunnen betalen. Zodra wij merken dat een kind geïnteresseerd is, ondernemen we actie.”
“Ik wilde al vanaf jongs af aan gymleraar worden, maar was het kneusje van de klas. Tot ik met circustechnieken aan de gang ging, toen kon ik ineens dingen die anderen niet konden en werd ik ineens populair.”
Het helpt enorm als je de kans krijgt je talent te ontdekken, of dat nou sport is of piano. Ik krijg vaak dankbare mailtjes en reacties van ouders.
“En je merkt het in de klas als kinderen op een club zitten. Een kind dat altijd heel druk was, zit nu op voetbal en is een stuk rustiger. Dat geeft veel voldoening. Soms is het moeilijk maar ik weet ook wat voor impact het heeft op school en in het gezin, dat maakt me heel trots.”
“De aanvrager moet iemand zijn die op de hoogte is van de financiële situatie van het gezin. Een goede relatie is belangrijk, ouders moeten zich veilig voelen. Het is handig als er op school een vertrouwd gezicht is, dat ook het gezicht is van het Jeugdfonds Sport & Cultuur en dat ouders weten dat ze daar terecht kunnen.
Als ouders weten dat ze zich niet hoeven te schamen en leerkrachten weten dat het niet veel werk is, kunnen veel meer kinderen geholpen worden. Ik vind het fantastisch dat het kan. Maar ik zie geen verschil in achtergrond. Ik zie gewoon het kind.”
Bekijk de video ‘Hoe herken je armoede in de klas?’
kinderen en jongeren werden in 2023 via ons lid van een club
kinderen en jongeren werden in 2023 via ons lid van een sportclub.
kinderen en jongeren werden in 2023 via ons lid van een cultuurclub.
uitgegeven sport- en cultuurattributen in 2023.