Naar Jeugdfonds Sport & Cultuur Gelderland pagina

Gelderland | 29 mei 2019

Lokaal aanspreekpunt Robert Horstink: lage drempel voor contact werkt

“Sport is meer dan even lekker zweten. Het is de sleutel tot integratie en participatie. Daarom vind ik het zo belangrijk dat ieder kind kan sporten.” Oud-volleybalinternational Robert Horstink is ambassadeur Sport & Bewegen van de gemeente Voorst, en lokaal aanspreekpunt en intermediair van Jeugdfonds Sport & Cultuur Gelderland (JFSC). Hij probeert de drempel voor ouders om hulp te vragen zo laag mogelijk te maken. “Het zou jou of mij ook kunnen overkomen.”

Whatsapp werkt
“Toen ik begon in Voorst ben ik als een waanzinnige PR gaan doen voor het JSF, om meer kinderen te kunnen helpen. Overal berichten verspreid, naar verenigingen en scholen toegegaan, lokale kranten ingeschakeld. En we hebben een Whatsapp-nummer ingesteld waarop mensen vragen kunnen stellen. Dat werkt heel goed en zou ik andere lokale aanspreekpunten zeker aanraden. Een Whatsappje sturen is toch wat makkelijker dan op iemand afstappen.”

Bekend gezicht in de sportwereld
Wat ook helpt is dat Robert door zijn functie sowieso veel op scholen komt en betrokken is bij sportactiviteiten. “Daardoor associëren mensen mij niet automatisch met schulden en financiële regelingen. Je kunt om allerlei redenen met mij in gesprek zijn.” Daarnaast speelt zijn bekendheid als oud-volleybalinternational natuurlijk ook een rol. “Ik zet dat niet nadrukkelijk in maar het opent wel deuren. In de PR-campagne ben ik met ambassadeur en oud-schaatser Stefan Groothuis langs basisscholen geweest. Ons idee was om de directie te informeren over de mogelijkheden, en hoe makkelijk ze ons kunnen inschakelen. Al op de eerste school vroeg de directeur of we ook even langs de bovenbouw wilden. ‘Want twee oud-Olympiërs hebben we niet vaak op school!’ Na die eerste keer improviseren zijn we inmiddels goed op elkaar ingespeeld. In de klas vertellen we wat sport voor ons betekent en dat de gemeente het belangrijk vindt dat alle kinderen kunnen sporten.”

Verhaal laten vertellen
Ouders zien er vaak tegenop om het JFSC in te schakelen. “Ze twijfelen lang en komen soms pas als anderen hen ervan overtuigd hebben. En dan nog alleen omdat het om de kinderen gaat, en ze die ondanks de situatie het beste willen geven.” Begrip, geduld en vertrouwen zijn dan ook sleutelwoorden voor intermediairs, aldus Robert. “Leun eerst eens achterover en laat mensen hun verhaal vertellen. Dan komen de gegevens die je nodig hebt voor het aanvraagformulier vanzelf. En er valt een last van de schouders van de aanvrager.”

Relatie met sportverenigingen belangrijk
Als lokaal aanspreekpunt heeft Robert ook oog voor de ontvangende partij: de sportverenigingen. “De relatie met hen moet je goed houden. Zeker voor grote clubs die met automatische incasso werken is de procedure via het JFSC best lastig. En die penningmeester is ook gewoon vrijwilliger. Ik probeer zoveel mogelijk met hen mee te denken en terugkoppeling te geven. Andersom gebeurt dat ook: dat sportaanbieders ons tegemoetkomen als het maximumbedrag niet toereikend is bijvoorbeeld. En ik mag altijd kinderen een gratis proefles aanbieden. Zo voorkom je dat de hele aanvraag in kannen en kruiken is en daarna pas blijkt dat het kind de sport toch niet zo leuk vindt.”

Steeds verder verbeteren
Nu door zijn eigen inzet de bekendheid van het JFSC groeit zijn er in Voorst eigenlijk meer intermediairs nodig. “We deden alles zelf, maar dat moeten we gaan loslaten. Dan is het fijn om met JFSC te kunnen overleggen, bijvoorbeeld over goede overzichten van aanvragen. Het team denkt graag mee over verbeteringen. Ook is het fijn dat zij de aanvragen zo snel verwerken, soms kunnen we dezelfde dag nog akkoord geven.” Een belangrijke wens voor de toekomst is uitbreiding met cultuur, zowel wat betreft budget als mankracht. “Het liefst met een eigen lokaal aanspreekpunt, want ik weet te weinig van cultuur en een bekend gezicht werkt het beste.” Hij kan het werk in ieder geval aanraden: “Het is dankbaar. Ik zit er niet voor mijn eigen voldoening maar het is het waard als je op een sportveld komt en de kinderen in actie ziet waarvoor je wat hebt kunnen betekenen.”