“Ik heb heel veel meegemaakt in mijn jeugd. Vanaf het moment dat ik op karate zat, veranderde mijn leven”, zo vertelt Diego Nibte. Diego was het allereerste kind dat dankzij het -toenmalig- Jeugdsportfonds kon sporten. Inmiddels alweer 25 jaar geleden, tijd voor een terugblik!
“Ik was als kind een klein lief dikkertje, heel onschuldig en heel onzeker, geen idee van kwaad op deze wereld. Ik was kwetsbaar voor pesterijen, die begonnen toen ik 8 of 9 was. Ik werd verbaal en fysiek aangevallen door verschillende kinderen uit allerlei groepen, zowel in de buurt als op school, de grootste pesterijen kwamen van de oudere kinderen. Ik ben enig kind en ik vertelde altijd alles aan mijn moeder, zij wist van het pesten. Op een dag was het genoeg en is ze het gesprek aangegaan met de directie, de betrokken juffen van mijn school en ook met de ouders van de kinderen die mij pestten. Ik kreeg een andere klas met andere pauzes, maar dat bood weinig oplossing.”
“Mijn moeder wilde graag dat ik aan sport ging doen omdat ik overgewicht had, maar daar was geen geld voor. Ze werkte op kantoor van het bureau Jeugdzorg Kraaiennest, waar ik veel kwam, en daar werkte Harry Postma ook. Het Jeugdsportfonds Amsterdam was inmiddels een feit en oprichter Harry kwam zelf bij ons thuis om te vertellen dat ik mij -als allereerste- mocht aanmelden. Ik kon toen kiezen uit voetbal, judo of karate en wist meteen dat het karate zou worden.
DIEGO: Iedereen verdient de kans om te sporten. Sterker nog, sporten zou gewoon gratis moeten zijn.
“Ik herinner me nog heel goed de eerste keer dat ik op de sportschool van Ludwig Kotzebue kwam. Ik zag sporters sparren en met een hele simpele voetveeg werd iemand zomaar onderuit gehaald. Ik dacht dat is vet, dat wil ik ook.
Ludwig zelf was een beer van een man, zo breed als een deur, echt iemand om tegen op te kijken, een grote vechtsporter. Ik heb 10 jaar bij hem getraind, 1 á 2 keer per week, tot aan de blauwe band met drie bruine slippen. Ik heb bekers, vaantjes en toernooitjes gewonnen. Er komt veel kracht kijken bij karate, dus je wordt sterker en fitter.”
“Je wordt sterker door de technieken die je leert bij het vechten, je leert je eigen kracht kennen maar als je echt kracht hebt dan wil je liever zelf niet beginnen met vechten. Er werd voor en na school veel gevochten, elkaar uitdagen, uitlokken. Inmiddels was ik een stuk sterker en als ze echt mijn grens over gingen dan kon ik mezelf verdedigen. Zo kreeg ik respect en was het pesten afgelopen. Later heb ik ook aan verschillende andere vechtsporten gedaan, waardoor ik vooral geleerd heb mezelf te beheersen”.
Sporten is goed voor je gezondheid en karaktervorming
“Als mijn moeder en tantes gingen opruimen en schoonmaken stond de soul-muziek keihard aan. Er was altijd muziek bij ons thuis. Veel van mijn vrienden zitten in de muziek, voor hen ben ik een soort coach/adviseur. Ook heb ik heb altijd getekend, voornamelijk animaties, figuren uit allerlei tekenfilms ook Japanse. Ik heb 8 jaar les gehad op de teken academie op de Overtoomse Sluis, van een vriendin van mijn moeder. Ik heb altijd en overal een klein schriftje bij me en maak ik van bijzondere mensen om mij heen een animatie figuur. Muziek en tekenen maken mijn leven mooier”.
“Ik heb veel te danken aan Harry Postma, hij was een soort vaderfiguur voor mij. Hij vroeg mij vaak mee naar allerlei presentaties en promoties voor het Jeugdfonds. In de arena, bij de ABN-Amro, bij het 10-jarig jubileum met Bert van Marwijk, bij het 50.000ste kind dat ging sporten via het Jeugdfonds en ook nog bij het TV programma koffietijd. Afgelopen 4 juni tijdens het 25-jarig jubileum van het Jeugdfonds Sport & Cultuur Amsterdam, mocht ik weer vertellen hoe het meedoen aan sport mijn leven heeft veranderd. Ik vond het leuk om Harry weer te zien en ook heel mooi dat mijn karatemeester er was. Ik had hem 13 jaar niet meer gezien en Ik kreeg meteen weer die lading van respect over me heen net als toen ik een kleine jongentje was. Ik voel me echt een ambassadeur van het Jeugdfonds en ik wil graag weer een actieve rol gaan spelen”, zo benadrukt Diego enthousiast.
Ik kan me geen leven meer voorstellen zonder sport, muziek en tekenen
Lucas en Arthur Jussen zijn een van de meest gevraagde pianoduo’s van deze tijd. De broers zijn ook één van Nederlands bekendste ambassadeurs als het gaat om klassieke muziek en hebben een prachtige internationale carrière. Ondanks hun drukke, met concerten en opnames gevulde bestaan, zijn ze ook ambassadeur van het Jeugdfonds Sport & Cultuur.
De broers zijn opgegroeid in een gezin waar alles was. Tennis, klassiek muziek, popmuziek. “Dat was totaal vanzelfsprekend. Maar we realiseren ons ook dat het voor heel veel kinderen helemaal niet vanzelfsprekend is. Dat ze dan via het Jeugdfonds wel de kans krijgen om mee te doen, is geweldig. Weet je, als je de kans krijgt kennis te maken met verschillende facetten van het leven, zoals sport, muziek, sociale contacten, daar groei je van. Je leert de wereld beter kennen. En je hoeft er niet altijd wat mee te doen maar het is wel belangrijk dat je er kennis mee maakt en kunt kiezen.”
Als je iets wilt bereiken, moet je er hard voor werken en zijn er ook dingen die je niet kunt doen. Is er ooit het gevoel geweest dat ze iets gemist hebben? “Natuurlijk zijn er wel eens verjaardagen van familie of vrienden waar we niet bij kunnen zijn. Maar dan is het wel extra leuk als we er wél bij zijn,” lacht Lucas. “We hebben absoluut niet het gevoel dat we veel hebben moeten opofferen. We krijgen er zoveel voor terug. En als je ergens goed in wilt worden, of dat nou voetballer of pianist is, dan vraagt dat om doorzettingsvermogen en discipline. Natuurlijk moet je er af en toe iets voor laten, maar dat is wel voor iets waar je zielsveel van houdt. Bovendien hebben onze ouders die balans altijd goed in de gaten gehouden. Zij hebben er goed op gelet dat we juist wél naar vriendjes of uitgingen op vrijdagavond. Pianospelen is ons leven maar ons leven bestaat niet alleen uit pianospelen.”
De broers spelen klassieke muziek maar houden van veel meer stijlen. Arthur: “Ook dat hebben we van thuis meegekregen. Er was altijd muziek. Niet alleen klassiek maar van alles, van Stevie Wonder tot Frank Sinatra en Udo Jürgens. Muziek waar we nog steeds gek op zijn, vooral Frank Sinatra, Bruno Mars en Whitney Houston vinden we fantastisch.”
We hopen echt dat we ons steentje bij kunnen dragen aan het werk van het Jeugdfonds. Het is zo belangrijk dat kinderen zich kunnen ontwikkelen. En dat begint thuis. Dat je een keer meegenomen wordt naar muziek, balletles of een voetbalwedstrijd. Dan kan ineens het kwartje vallen en kan dat belangrijk worden in je leven. Dan is het ook fijn ervoor te gaan en je best te doen om beter te worden. Wij hebben gemerkt, hoe beter je wordt, hoe leuker het wordt. Als je maar iets vindt dat je mooi en leuk vindt!”
Mariska Beijer is professioneel rolstoelbasketbalster en met het Nederlands team huidig Europees-, Wereld- en Paralympisch Kampioen! Een ongekende prestatie. Daarnaast is ze afgestudeerd in Marketing en werkt ze als zzp-er voor o.a. stichting BEN om de beeldvorming van rolstoelbasketbal te verbeteren in Nederland.
Sinds 2010 is Mariska verhuisd naar Gelderland om voltijd te kunnen trainen en daarin heeft ze de weg naar de topsport meer dan ooit gevonden. Ik hoop er als ambassadeur aan bij te dragen dat de drempel voor ouders lager wordt om (financiële) hulp te vragen bij Jeugdfonds Sport en Cultuur. Door deze stap te zetten bied je je kind een geweldige kans.
Als kind groeide ik op in een gebroken gezin, mijn ouders scheidde al op jonge leeftijd. We konden rondkomen, maar om het benzinegeld te betalen om mij naar trainen te brengen, was mijn moeder afhankelijk van het Sportfonds uit Den Helder. Dankzij dit steuntje in de rug ben ik uiteindelijk uitgegroeid tot een sportief, sociaal en gelukkig mens.
Sport geeft toegang tot sociale contacten. Op een sportveld leer je hoe je om moet gaan met mensen, hoe je om moet gaan met tegenslagen, maar ook hoe het voelt om te overwinnen. Sport is zoveel meer dan bewegen.
Iedereen moet kunnen sporten. Dit moet niet afhankelijk zijn van je ouders of dat zij de sportles kunnen betalen of dat je geen vervoer hebt. Daarom vind ik het werk dat Jeugdfonds Sport en Cultuur doet zo belangrijk. Dankzij het lokale contact kunnen ze de jeugd helpen waar dat nodig is.
Ik wil dan ook tegen ouders zeggen dat ik snap dat de drempel om (financiële) hulp te vragen soms hoog is, maar door toch de stap te zetten bied je je kind een geweldige kans. Er is meer mogelijk dan je wellicht op voorhanden denkt.
Het is mooi om rolmodel te zijn, zeker als je met een fysieke beperking afhankelijk was van een Sportfonds en daarmee de absolute top hebt bereikt. De mogelijkheden zijn er, maar in sommige gevallen moet je wel hulp krijgen of vragen om op weg te komen.
Die hulp heeft veel dromen van mij uit laten komen. En of ik nog meer dromen heb voor de toekomst? Mijn droom is om zo lang mogelijk de beste te blijven met het Nederlands team. Daarnaast wil ik met zoveel mogelijk mensen rolstoelbasketballen. Dat doe ik door middel van workshops, zodat ze de sport beleven en ik hen kan laten zien hoe gaaf Paralympische sport is. Voor Nederland hoop ik dat er meer kinderen/mensen gaan sporten én dan natuurlijk vooral rolstoelbasketballen. Want dat is uiteraard de allerleukste sport!
Björn Koreman is professioneel hardloper. Hij wil graag kinderen inspireren, motiveren en laten zien dat er met de juiste instelling heel veel mogelijk is! In zijn jeugd zat Björn 15 jaar lang op handbal. Sporten was in zijn jeugd erg belangrijk, vooral voor de vriendschappen die hij bij de handbal opbouwde. Zijn vrienden en handbal waren onlosmakelijk met elkaar verbonden, zowel tijdens als na het sporten. Als hij terug denkt aan zijn jeugd, dan denkt hij vooral terug aan de mensen met wie hij sportte en het plezier. Op zijn 21ste is hij gestart met hardlopen. Een sportieve uitdaging die er toe heeft geleid dat hij nu professioneel hardloper is. Hiermee wil hij kinderen inspireren: je kunt op iedere leeftijd beginnen met een sport. Hardlopen geeft hem een gevoel van vrijheid. Je maakt er je hoofd mee leeg, omdat je lekker bezig bent met je sport. De ontspanning, het maken van vrienden en het delen van je passie met anderen, dat gunt hij ieder kind!
Het ontwikkelen van (sociale) vaardigheden door te sporten, zeker als je dit in teamverband doet, helpt kinderen heel erg in hun verdere ontwikkeling en maatschappelijke of sportcarrière. Bij topsport ziet hij kinderen die vanaf hun 12de zo geïsoleerd zijn, omdat ze bepaalde sociale vaardigheden missen. De motivatie van Björn voor zijn sport is heel duidelijk: Ik wil nooit verliezen. Een echte winnaarsmentaliteit. Soms was dat ook lastig vroeger, want als je in een team speelt doe je het samen. Als een ander niet goed speelde, kon hij daar erg van balen. Daar heeft hij veel van geleerd.
Björn vindt het belangrijk dat kinderen vanaf jonge leeftijd minder achter een beeldscherm zitten maar juist meer gaan sporten en bewegen. Dat ze naar buiten gaan in plaatst van op social media. Aan de andere kant realiseert hij zich ook dat hij social media nodig heeft om kinderen te bereiken. Via Tiktok probeert hij kinderen te enthousiasmeren en in beweging te krijgen. Om kinderen te laten sporten zijn de ouders erg belangrijk. Ouders moeten meer betrokken worden en zijn, zij moeten zich bewust zijn van de noodzaak en het belang van sporten voor het lichaam, de gezondheid en ontwikkeling van hun kind. Om deze bewustwording bij jongeren te creëren geeft Björn zelf lezingen op middelbare scholen.
De deelname aan de sport moet erg laagdrempelig zijn. Doordat het Jeugdfonds Sport & Cultuur de contributie en attributen betaald, is een belangrijke drempel al weggenomen. Zo kan ieder kind meedoen! Door als ouder hier gebruik van te maken, help je je kind nu en op latere leeftijd.
Ieder kind moet kunnen sporten, mee kunnen doen, vrienden kunnen maken en zich kunnen ontwikkelen!
Als laatste wil hij meegeven hoe leidend sport in je leven kan zijn. Sport blijft een rol spelen. Het wordt een soort identiteit. Voor alle mensen om hem heen, is sport een rode draad in het leven wat altijd terug komt. Omdat hij iedereen mooie dingen en doelen brengt. Voor ieder persoonlijk: record, je (weer) kind voelen, gezondheid. Sport hoort er bij!
Ieder kind moet kunnen sporten, mee kunnen doen, vrienden kunnen maken en zich kunnen ontwikkelen!
Hoe oud ben je? 33 jaar.
Wat is je favoriete sport? Hardlopen. Ik vind alle sporten leuk om te kijken zoals darten, handbal en tennis.
Wat is je favoriete lied? Ik ga voor Callifornication van de Red Hot Chilli Pepers, omdat ik vroeger met mijn handbalteam naar een concert van hen ben geweest en dit lied sindsdien altijd terugkomt.
Waar ben je het meest trots op? Het winnen van de Marathon in Wenen met een tijd van 2:11.07. Hiermee behaalde ik het Olympische limiet en ik won de Marathon!
Wat zou je doen als je een miljoen in de loterij wint? Leuke dingen doen met mijn familie zoals op vakantie gaan. Samen mooie herinneringen maken.
Wat gun je kinderen in Breda? Dat sport toegankelijk is voor iedereen.
De sympathieke Menno van Gorp is drievoudig wereldkampioen breakdance en winnaar Sportman van de Sport Awards Rotterdam 2023. Tevens is hij al 6 jaar ambassadeur van Jeugdfonds Sport & Cultuur Rotterdam.
Bij OTB Movement in Rotterdam Zuid, trekt hij zich vaak terug om te trainen en bereidt hij zich nu voor op de kwalificaties van de Olympische Spelen in Parijs. Maar ook jongeren en kinderen uit de wijk – inclusief de allerkleinste van 4 tot 6 jaar – zijn bij OTB Movement al jaren welkom om deze kunstzinnige sport van hem te leren.
Ondanks de drukke agenda van Menno met alle voorbereidingen voor deze sportzomer, maakte hij voor ons even tijd. We spraken hem in zijn dansschool over hoe hij de de toekomstige generatie motiveert, de Spelen en wat zijn toekomstplannen zijn.
”Het is soms lastig dat je met breakdance-wedstrijden door een jury wordt beoordeeld. Met een kunstzinnige sport als deze, geeft dat soms een dubbel gevoel. Maar het is natuurlijk geweldig dat we zo’n groot publiek kunnen bereiken en een hoop jonge mensen kunnen inspireren. En het is voor mij persoonlijk echt de kers op de taart van mijn danscarrière.”
”Als een jonge leerling een beweging verkeerd uitvoert, probeer ik diegene te motiveren daar zijn of haar eigen move van te maken. Dat geeft kinderen zelfvertrouwen en benadruk je niet of iets ‘goed’ of ‘fout’ is uitgevoerd.
Zo had ik laatst een grotere forsere jongen in de les. Ik motiveerde hem om daar juist iets mee te doen. Hij creëerde toen vanuit zijn eigen postuur een aantal stoere dansbewegingen. Echt iets van hemzelf.
Als het een van de leerlingen niet lukt om een beweging op een bepaalde manier uit te voeren, probeer ik dit altijd om te zetten naar iets creatiefs en positiefs.”
”Er zijn nog veel dingen die ik wil doen. Zo droom ik bijvoorbeeld van een eigen theatershow in combinatie met live muzikanten. Met muziek kun je namelijk nog meer kunstvormen bij elkaar laten komen.
Daarbij kun je in het theater meer tijd nemen om dingen te laten zien. Dat is heel anders in vergelijking met het hoge tempo van de wedstrijden. Na de Spelen zou ik me daar graag meer op focussen.”
OTB Movement is aanbieder van het Jeugdfonds Sport & Cultuur Rotterdam. Je kunt het aanbod op hun website bekijken: https://www.otbmovement.nl.
Fotografie: koko.exg
Duron is als zanger en (stem)acteur bekend van onder andere The Voice Kids en het Junior Songfestival ‘23, waar hij het schopte tot de finale. Op het podium met een microfoon in de hand voelt Duron zich thuis: “Mijn droom is om als artiest door te breken in Nederland of zelfs het buitenland”. Met zijn 14 jaar oud is hij al flink onderweg om zijn dromen waar te maken. Maar dat gaat niet zonder slag of stoot. Zijn motto? “Opgeven is geen optie. Blijf in jezelf geloven”.
Duron is een muzikale talentvolle jongen, praten en zingen is voor hem gelijk. Zijn moeder vertelt dat ze hem al vanaf zijn 2e vrolijk mee zag bewegen op Afrikaanse beats. “Kinderen voor Kinderen vond ik het allerleukst. Ik was verslaafd! Ik zing de liedjes nog altijd uit volle borst mee” vertelt Duron. Zonder al te veel verwachtingen deed hij auditie voor Kinderen voor Kinderen. Pas bij de allerlaatste ronde viel hij af. Dit vond hij zo jammer dat hij op zangles wilde.
Hij ging op les bij Babette Labeij Music Academy in Amsterdam. Met volle moed deed hij in 2020 mee aan The Voice Kids, maar helaas ging hij niet door. Zijn bekendheid groeide op sociale media zoals Instagram. Daarna deed hij auditie voor het Junior Songfestival, maar ook hier lukte het niet de eerste keer. Vervolgens kreeg hij de hoofdrol als Bram in de musical Mathilde. Maar deze werd zo vaak uitgesteld door de coronapandemie, dat hij de baard in de keel kreeg en werd vervangen.
Maar Duron gaf niet op en gaf zich voor de tweede keer op voor het Junior songfestival. Daar pakte hij een gedeelde 3e plek tijdens de grote liveshow, waar hij optrad met zijn liedje Magic in een uitverkochte Ahoy afgelopen september. “Magic gaat over de magie die al je dromen laat uitkomen”, vertelt Duron.
Opgeven is geen optie, positief blijven en je best blijven doen. Je moet in jezelf blijven geloven dan komt het allemaal vanzelf
Duron is gevraagd om de zanger voor de Kindermuziekweek 2024 te zijn. Het lied ‘Energie’ komt vandaag uit. Op 1 maart krijgen alle basisscholen een volledig gratis lespakket en leren dan ook Duron kennen. “Supergaaf dat ik dit jaar de zanger ben. Met het nummer ‘energie’ hoop ik kinderen te inspireren om iets met muziek te gaan doen”, zegt Duron. Hij is daarom ook enthousiast om ambassadeur te zijn voor het Jeugdfonds Sport & Cultuur Amsterdam. “Het lijkt mij heel leuk om aan kinderen te laten zien waarvoor je het doet. Ieder kind moet de kans krijgen om zichzelf te kunnen uiten in sport of cultuur”, aldus Duron.
© Portretfoto door Tamara Hoornweg Photography
Dansleraar, coach en choreograaf Nicholas Singer (ook bekend als Shaker) is sinds november 2023 ambassadeur bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur Amsterdam. Hij is geboren in Liberia, op zijn 6e kwam hij samen met zijn moeder naar Nederland. Shaker: “Ik heb dat altijd gevoeld als een tweede kans om het beste uit het leven te halen elke dag”. En dat doet hij: als eigenaar van Global Dance Centre, één van de grootste dansscholen in Amsterdam, inspireert hij dag in dag uit vele jongeren om hun passie te volgen en hun talenten te ontwikkelen.
Shaker leerde piano en gitaar spelen, maar eigenlijk wilde hij altijd alleen maar dansen. Zijn moeder mocht vroeger van dansen niet haar beroep maken, omdat dansen in de Afrikaanse cultuur door sommigen wordt gezien als iets wat je voor je plezier doet, of om te verleiden, vertelt Shaker. Maar eenmaal in Nederland bracht zijn moeder hem in contact met de dans en muziek school: “Ik zie het zo dat mijn moeder mij op de eerste traptrede heeft gezet en me de aanzet heeft gegeven om naar boven te lopen”. Uiteindelijk kreeg hij op zijn 16e toestemming van zijn moeder om volledig voor zijn passie te gaan en zette hij alles aan de kant voor het dansen.
Dit jaar is Shaker coach van een nieuw programma op televisie: Project Dans, waarin onbekende mensen hun danstalent mogen laten zien en er 10 deelnemers uitgekozen worden en begeleid naar de finale. “Ik dacht meteen: dit is het moment waarop ik ambassadeur moet worden van het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Ik wil aandacht genereren voor het fonds en kinderen inspireren voor de kunstvormen dans en muziek. Ik hoop dat ouders en kinderen denken: misschien kan ik door te dansen ook iets bereiken!”.
Shaker gaat verder: “Ik wil mijn stem laten horen omdat kinderen veel te weinig bewegen en ik de taal spreek van de ouders die te veel aan hun hoofd hebben door allerlei problemen. In financiële zin, maar ook andere zorgen”. Als ambassadeur hoopt Shaker kinderen te bereiken die op hun kamer zitten en denken ‘ik kan het niet, ik durf het niet, het is niks voor mij’, en dat ze het dan toch een keer proberen om die eerste stap te zetten. Al is het er maar één.
It takes a village to raise a child
Dit Afrikaans gezegde is de grondgedachte achter de opzet van Global Dance Centre, Shaker: “We moeten het samen doen: luisteren naar de voice van de school, de ouders, de leden, de docenten en iedereen die de school een warm hart toe draagt. Er zijn duidelijke regels, met elkaar passen we op elkaar, we vormen samen een soort community”. Het DNA van de school wordt doorgegeven, omdat veel alumni terugkomen om les te geven, vertelt hij.
Shaker koos de naam Global voor zijn dansschool omdat iedereen van welke cultuur of welk land ook moet kunnen dansen bij de school: Hiphop/ streetdance, African dance, dancehall, jazz en ballet. “Het is een dansschool voor kinderen en jongvolwassenen, maar ik heb ook een mevrouw van 79 die aan African dance doet”, vertelt Shaker. Hij vult aan dat de eerste eindvoorstelling in het Bijlmer Parktheater één van de hoogtepunten in zijn leven tot nu toe is geweest: “Al die zwaaiende kinderen op het podium met al die ouders op hun paasbest met bloemen. Die verbinding met ouders en kinderen, dat had ik toch maar mooi voor elkaar gekregen”.
“Mijn droom is om een gebouw ergens in Amsterdam Zuidoost om te toveren tot een (t)huis waar jongeren met activiteiten bezig kunnen zijn zoals dans, zang, presenteren, enzovoorts”, vertelt Shaker, “een kweekvijver van talent. Een open huis waar `de gevestigde orde’ naar binnen loopt om talent te scouten. Laat de ontmoeting gebeuren, we moeten elkaar vinden, kom maar kijken naar al dat talent”. Tot slot is zijn boodschap: “Jongeren, als je iets wil bereiken: werk hard, wees jezelf, toon eigenheid, wilskracht en je goede intenties”, aldus Shaker.
Nils Röseler, voetballer bij Roda JC in Kerkrade, ambassadeur van het Jeugdfonds Sport & Cultuur Limburg. ‘Geld zou nooit een belemmering mogen zijn. Daarom span ik me in om sporten voor alle kinderen mogelijk te maken.’ Als jongetje was Nils al bezig met de bal. ‘Voor mijn ouders was gezond en sportief leven belangrijk, dus dat werd met de paplepel ingegoten. Mijn vader voetbalde en mijn moeder speelde volleybal, dus het sporten was een deel van de opvoeding. Ze namen me vaak mee naar wedstrijden en zo ontstond de liefde voor het spel. Mijn ouders hebben me altijd ondersteund en gestimuleerd zodat ik het beste uit mezelf kon halen. Dat is echt fantastisch.’
Voor Nils was voetballen al jong een belangrijk deel van zijn leven. ‘Ik vond het spelen in een team geweldig. Je ontmoet veel andere jongens; je wordt vrienden. Dat leer je op de club. Wat ik ook echt heb opgepikt als jochie is leren delen en samen te werken. Dat zijn vaardigheden die in het leven buiten het veld ook nuttig bleken. Maar vooral ook het samen plezier hebben herinner ik me uit die tijd. Spelen in een team betekent ook elkaar helpen om samen succesvol te kunnen zijn. Je leert te winnen en te verliezen en hoe je sportief en op een goede manier met anderen om moet gaan. Het is makkelijker doelen te bereiken als je het met elkaar doet. En het is ook leuker om dingen achteraf met elkaar te delen; overwinningen te vieren maar ook nederlagen of mindere ervaringen te verwerken. Samen is alles makkelijker. Door al deze dingen die ik met medespelers heb meegemaakt, maakte ik vrienden voor het leven.’
Nils denkt dat sporten goed is voor de ontwikkeling van kinderen. Zowel fysiek als sociaal ziet hij voordelen. ‘Het is een leuke manier om te bewegen en fit te worden. Daarnaast maak je vrienden en leer je om in een team te functioneren, om samen aan een doel te werken.’ Daarom vindt hij het ook belangrijk dat alle kinderen dat kunnen ervaren. ‘Geld zou geen belemmering moeten zijn om lid te kunnen worden van een club. Ik zou graag willen helpen om het Jeugdfonds Sport & Cultuur op de kaart te zetten. Meer bekendheid geven aan de mogelijkheden voor ouders en kinderen om hulp te vragen. Ik zou ieder kind de kans willen geven om het clubgevoel te ervaren.’
Als kind was Davy Pröpper altijd aan het voetballen met zijn twee broers. Langzamerhand bleek dat hij talent had, en via onder meer VDZ Arnhem, Vitesse en PSV kwam hij zelfs in het Nederlands elftal terecht. Hij speelde 19 interlands en scoorde daarin drie keer. Maar dat was geen bewuste carrièreplanning. “Ik ben eigenlijk altijd bezig met wat ik leuk vind, lekker voetballen met allemaal jongens die ook zo goed mogelijk willen voetballen. En dat gevoel gun ik alle kinderen.”
Toen hij een jaar of zeven was, werd hij door zijn vader meegenomen naar VDZ Arnhem. “Dan begin je en kijk je of je het een beetje leuk vindt. De eerste wedstrijdjes verloren we dik, dat was huilen! Later zie je dat voetballen je gemakkelijker afgaat dan anderen. Toen ik een jaar of tien was mocht ik talentenwedstrijden spelen, spannend! Daarna ging ik naar de jeugdopleiding van Vitesse, maar daar werd bij gezegd: 1 op de 100 haalt het. Dus ik had niet meteen grote dromen van Oranje of de eredivisie, ik ging gewoon lekker voetballen en zag wel wat ervan kwam.”
Davy was dus wel die ene van de honderd en heeft een indrukwekkende erelijst. Zo speelde hij in de Premier League en UEFA Europe League en was hij twee keer Gelders voetballer van het jaar. Toch blijft voor hem plezier in de sport het belangrijkste. “Je kunt het zo leuk hebben in sport! Ik ben dat heel even kwijt geweest toen ik in januari 2022 stopte met profvoetbal. Vanaf mijn elfde zat ik in hetzelfde stramien, dat doorging tot mijn dertigste. Je wordt geleefd en je wilt presteren, ik ben daar misschien ook wel streng in voor mezelf, en dat vond ik niet meer echt leuk. Maar na ruim een half jaar ging het toch weer kriebelen. Gewoon lekker voetballen, maar wel een beetje prestatiegericht, is toch wat ik het liefste doe. Ik ben nu wel een tijd geblesseerd geweest, maar de revalidatie verloopt gelukkig voorspoedig.”
Davy kan zich een leven zonder voetbal dus niet voorstellen. “Als mijn ouders geen geld hadden gehad voor een club, dan was ik gaan voetballen op pleintjes en in de buurt. Of proberen stiekem over een hek te klimmen van een voetbalclub, met het risico dat je wordt weggestuurd. Ik moet eerlijk zeggen dat we dat vroeger alsnog deden hoor, dat over het hek klimmen. Maar wij hadden gelukkig een alternatief, als je geen geld hebt kun je nergens heen.”
Daarom roept Davy ouders die geen geld hebben voor sportclubs op om contact te zoeken met het Jeugdfonds. “Ik snap het wel hoor, ik heb ook 2 kinderen. Je denkt toch al gauw, dat sporten is een kleinigheid eigenlijk, andere zaken zijn belangrijker. Maar met sport ervaar je veel dat je meeneemt in de rest van je leven. Je leert omgaan met een groep, je hebt ritme, krijgt discipline, en hebt veel lol. Hulp vragen is moeilijk, maar ik hoop dat ouders toch die stap zetten als ze zien dat hun kinderen graag sporten. Het Jeugdfonds Sport & Cultuur is er om te helpen!”
Vandaar ook dat Davy zich graag inzet als ambassadeur. “Ik heb me zelf nooit zo gerealiseerd dat er in sommige gezinnen geen geld is voor sport, én dat daar een oplossing voor is. Ik draag er dan ook graag aan bij dat meer ouders over het Jeugdfonds horen, zodat meer kinderen het plezier van sport kunnen ervaren.” Hij ziet dat in ieder geval al bij zijn eigen kinderen. “Mijn dochter van 7 begint nu sport te ontdekken, paardrijden en turnen vindt ze leuk. We pushen de kinderen totaal niet, ze mogen zelf weten wat ze willen. Maar mijn zoontje pakt, hoe klein hij ook is, elke bal die hij tegenkomt, zonder dat we dat tegen hem zeggen. En dat vind ik als voetballer natuurlijk stiekem wel heel leuk.”
“Een leven zonder sport… Niet voor te stellen!” Schaatser voor Team Jumbo-Visma Joep Wennemars groeide er thuis mee op. Vader Erben maakte Nederland al trots op EK’s, WK’s en de Olympische Spelen. Als klein jongetje was Joep zelf ook altijd in beweging. “Sport hoorde erbij. Het heeft me zoveel gegeven: Het gezond buiten zijn, bewegen, ergens voor strijden, maar ook het verwerken van teleurstellingen in je eentje of met je team. Daar groei je van. Dat gun ik ieder kind. Daarom wil ik me graag met volle energie inzetten voor het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Want wat je leert door te sporten, neem je mee in de rest van je leven.”
Vroeger thuis was sport een deel van de opvoeding. Het was normaal. “Ik heb me pas later gerealiseerd dat het niet voor elk kind vanzelfsprekend is om te kunnen sporten of lid te kunnen worden van een club.” Vader Erben was een topsporter en is, ook na zijn actieve carrière altijd blijven bewegen. Het is deel van zijn leven en heeft zijn gezin ook aangestoken.
“Als jochie was ik altijd actief bezig. Had nog niet direct een favoriete sport; ik zat niet alleen op schaatsen maar deed ook fanatiek aan voetbal. Ik was lang nog heel klein en niet zo sterk als veel leeftijdsgenoten. Maar ik was wel snel en bewoog goed. In de meeste sporten kon ik me dan ook wel laten zien. Ik was best een verlegen jongetje, en dit was een manier om me te laten gelden. Sporten deed ik graag in clubverband. Met de schaatsclub trainden we op de ijsbaan in Deventer. Daar gingen we met de bus heen en dat was toen ontzettend leuk, ook omdat je er met kinderen van allerlei verschillende leeftijden heen ging. Op de middelbare school moest ik wegens tijdgebrek kiezen voor één sport, en toen is het toch schaatsen geworden.
Ik ben ambitieus en wil graag al het mogelijke uit mijn lichaam halen als het over schaatsen gaat. Daarnaast wil ik ook graag mijn diploma International Business Administration aan de Universiteit Twente halen zodat er ook een leven naast of na het schaatsen is. Die gedrevenheid, het stellen van een doel en daar ook voor willen en kunnen werken zit in mijn karakter maar is bijvoorbeeld ook iets dat ik geleerd heb door als jongetje te sporten. Spelenderwijs doe je daar allerlei vaardigheden op, die je in de rest van je leven van pas komen.”
“Mijn ouders hebben altijd achter me gestaan. Motivatie en support vanuit je familie is zo belangrijk. Juist omdat mijn vader zelf een fantastische tijd heeft gehad als topschaatser, gunt hij mij dit ook. Hij weet als geen ander wat je er voor moet laten maar ook wat het je kan geven. Het is fijn om die support van thuis te krijgen en besef me goed dat dit in veel gezinnen helaas geen vanzelfsprekendheid is. De mogelijkheid om dit te kunnen doen, al die mooie hoogtepunten samen te kunnen beleven. Die ervaring is onbetaalbaar.”
De rondjes op de ijsbaan en alle trainingsuren daarnaast betaalden zich uit in een profcontract bij Team Jumbo-Visma, partner van het Jeugdfonds. “Daar ben ik heel blij mee en werk ik ook hard voor. Maar eigenlijk gaat het daar niet over. Topsport is niet voor iedereen weggelegd, en dat hoeft ook niet. Wat mij betreft zou sport in het leven van ieder kind een rol moeten spelen. Het is een uitlaatklep. Het zorgt voor ontspanning en plezier. Je maakt vrienden en bent even in een andere wereld. Maar het competitie-element is ook leerzaam. Je leert veel over jezelf. Je komt dingen tegen waar je mee moet leren omgaan. Sociale vaardigheden, normen en waarden; het komt allemaal voorbij.
Het samenwerken, in een team of op een vereniging zorgt ervoor dat je leert rekening te houden met anderen. Dat zijn allemaal levenslessen. Net als leren winnen en verliezen. Omgaan met teleurstellingen is bijvoorbeeld een nuttige les. Sport stimuleert je om het beste uit jezelf te halen. Om te werken voor iets en te ervaren dat dat iets oplevert. En daarnaast is het natuurlijk ook gewoon lekker. Je voelt je gezond. Je wordt sterk en fit, zowel fysiek als mentaal. Dat kan iedereen ervaren die aan sport doet en dat werkt al op elk niveau.”
Daarom is Joep ambassadeur van het Jeugdfonds Sport & Cultuur. “Geld mag nooit een belemmering zijn om lid te worden van een sportclub. Het moet voor elk kind mogelijk zijn om je talent te ontdekken. Om te ervaren wat het je kan brengen. Serieus sporten in competitieverband of gewoon lekker met je vrienden trainen… Het maakt niet uit; het draagt bij aan je leven. Het is een verrijking waar je op alle fronten iets aan hebt. Sport opent je wereld!”
kinderen en jongeren in Nederland groeit op in armoede.
kinderen en jongeren werden in 2023 via ons lid van een sportclub.
kinderen en jongeren werden in 2023 via ons lid van een cultuurclub.
uitgegeven sport- en cultuurattributen in 2023.