Violeta is een alleenstaande moeder van twee dochters van 14 en 10. Het gezin verhuisde in 2011 vanuit Spanje naar Nederland omdat er geen werk te vinden was. ‘Ik vind het fijn dat de kinderen iets hebben waar ze blij van worden’
“Vanwege de economische crisis moesten we weg uit Spanje,” vertelt Violeta. “Het werd te moeilijk om rond te komen. Mijn ex-man is Antilliaan, zodoende konden we naar Nederland verhuizen. Het was best moeilijk om te wennen en de taal te leren. Bovendien zijn mijn man ik gescheiden. We moeten nu rondkomen van een uitkering.”
Violeta hoorde via maatschappelijk werk op school dat ze hulp van het Jeugdfonds kon krijgen. Violeta: “Ik wilde dat ze leerden zwemmen, er is veel water in Nederland. Ze moeten veilig zijn. De meisjes hebben allebei hun zwemdiploma gehaald met behulp van het Jeugdfonds. Bovendien zit Michelle op paardrijden en volgt Mary danslessen. Mary vindt het heel fijn om te dansen. Ze danst al vanaf haar 4e. Het is echt haar ding. Ze wil meer en meer. Ze volgt nu lessen bij Lucia Marthas. Vanwege corona is een deel van de lessen online. Ook het paardrijden ligt stil vanwege corona. Michelle vindt dat best moeilijk. Vijf jaar geleden ben ik gescheiden. Michelle was daar heel verdrietig over. Het omgaan met de dieren hielp haar het verdriet te verwerken.”
Juist als de omstandigheden niet gemakkelijk zijn, is het belangrijk dat de kinderen zich uit kunnen leven. “Ik vind het heel fijn dat de kinderen iets hebben waar ze blij van worden,” zegt Violeta. “Ze zijn in beweging, gaan om met andere mensen, andere culturen, niet alleen de mensen hier uit de buurt. Ze mogen doen wat ze zelf leuk vinden, dat vind ik heel belangrijk. Toen ik zelf klein was, mocht ik ook kiezen naar welke clubjes ik wilde. Daar heb ik hele goede herinneringen aan. Je komt even uit je eigen wereldje. Dat is goed voor de kinderen want het is soms best moeilijk, we hebben weinig geld dus het is fijn dat ze kunnen paardrijden en dansen.”
De kinderen konden, net als alle andere kinderen, lang niet naar school. Dat was moeilijk. Violeta: “Tijdens de eerste lockdown moesten de kinderen het een beetje zelf uitzoeken. Maar tijdens de tweede lockdown was er een heel programma met veel thuiswerk. Dat was wel veel, ik was constant bezig met de begeleiding. We zaten met ons drieën thuis, Mary liep een rekenachterstand op. Zelf ben ik bezig met een vooropleiding en hoop door te stromen naar Fiscaal Recht en Economie. Het was wel veel allemaal. De jongste mag nu weer naar school, de oudste nog maar een keer per week.
Violeta wilde graag haar verhaal doen. “Het is zo belangrijk dat moeders zich niet schamen om een aanvraag te doen. Vaak weten ze niet eens dat het kan. Ik woon in Amsterdam Zuidoost. Er wonen hier veel mensen die moeite hebben met de taal, die weten niet dat ze hulp kunnen krijgen. Dat is jammer. De meeste scholen sturen een mail, veel ouders begrijpen die niet. Scholen moeten ouders vertellen dat het fonds bestaat. Het is zo belangrijk voor de kinderen. Ik ben blij dat ik om hulp gevraagd heb.”
Woon je in Amsterdam en is er thuis geen geld om iets aan sport of cultuur te doen? Kinderen die willen sporten, kunnen terecht bij Jeugdfonds Sport Amsterdam. Kinderen die willen dansen, muziek maken of tekenen, kunnen terecht bij Jongerencultuurfonds Amsterdam.
Jasper was zelfstandig fotograaf. Het jaar 2020 stond volgeboekt met bruiloften. En toen brak de coronacrisis uit. De ene na de andere boeking werd geannuleerd. Een financieel zware periode volgde. ‘Het voelde gek om hulp te moeten vragen.’
Het leven zag er begin 2020 veelbelovend uit voor Jasper en zijn gezin. Hij werkte als fulltime en zijn vrouw als parttime fotograaf, ze studeert ook psychologie. “We woonden in een vrije sector huis in een nieuwbouwwijk met veel jonge gezinnen. Heel gezellig. Er lagen veel boekingen in het verschiet, vooral veel bruiloften. In maart begonnen we nattigheid te voelen en in april kwamen de eerste annuleringen. Ons inkomen verdampte, we berekenden dat er nog maar 20% zou overblijven van wat we normaal verdienden. De Tozo-regeling voor zzp’ers was minimaal. Er brak een hele pittige periode aan. We zijn verhuisd naar een sociale huurwoning in een andere gemeente. Gelukkig stonden we al 12 jaar ingeschreven, daarom kregen we snel een fijn huis.”
Van maart tot november was het gezin financieel afhankelijk van onder andere de Tozo. “Geen vetpot,” zegt Jasper. “Je gaat uitzoeken waar je op kunt bezuinigen. De zwemlessen van de kinderen kostten ons 100 euro per maand. Dat kon niet meer gemist worden. Een moeilijke beslissing. Het is belangrijk dat kinderen kunnen zwemmen en ze vonden het leuk. Het zou niet lang meer duren voordat mijn zoontje kon afzwemmen voor zijn A-diploma. Via een moeder op school hoorde ik van het Jeugdfonds. ‘Doe het gewoon, het is ervoor’, zei ze. Toch voelde het raar. Als zzp’er ben je het gewend om zelfstandig te zijn, je eigen zaken te regelen. Het klinkt gek maar het duurt even voor je beseft dat je het financieel moeilijk hebt en eigenlijk een beroep moet doen op voorzieningen. Het duurde even voor we over die drempel stapten.”
Toen de beslissing om een aanvraag te doen genomen was, ging het snel. Jasper belde de administratie van de school en zij deden de aanvraag bij het Jeugdfonds. “Het verbaasde me hoe gemakkelijk het ging,” zegt Jasper. “Met het gedoe rond Tozo in het achterhoofd was ik bang dat we een hele papierwinkel moesten overleggen maar dat was helemaal niet zo. Doordat school ons gezin kende, was het snel geregeld. Een slimme werkwijze. Eerlijk gezegd was ik afgehaakt als we wel van alles hadden moeten overleggen en bewijzen.”
Zelfstandigen vragen niet snel om hulp. Daarom vindt Jasper het belangrijk zijn verhaal te doen. “Er zijn zoveel zzp’ers die als gevolg van de coronacrisis geldzorgen hebben. Je probeert je groot te houden, schaamt je voor je situatie. Maar dit kan iedereen overkomen. Doe er niet te moeilijk over. Organisaties als het Jeugdfonds zijn ervoor om je in dit soort situaties te helpen. Ik hoor regelmatig ‘ik ga mijn handje niet ophouden’. Ik snap dat helemaal, zzp’ers zijn zelfstandige mensen. Maar ga vooral niet stoer lopen doen. Ik ben blij dat we die stap gezet hebben en hoop dat andere zzp’ers die stap ook zetten.”
Inmiddels gaat het weer goed met het gezin. Jasper heeft na een omscholing een vaste baan in webdesign. “We hebben geluk gehad omdat we konden verhuizen en ik een nieuwe baan vond. Het was best moeilijk afscheid te nemen van mijn leven als zelfstandige maar wat meer zekerheid en collega’s om je heen, is ook fijn. Wat ik heb geleerd van die periode is dat je je niet groot moet houden. Maak gebruik van regelingen die er zijn. Het is belangrijk voor je kinderen dat hun leven zo normaal mogelijk blijft in zo’n moeilijke tijd.”
*Jasper is niet zijn echte naam.
Meer informatie over Jeugdfonds voor zzp’ers
Esther Hans (53) is kunstenares en alleenstaand moeder van drie tieners. ‘We maken al jarenlang gebruik van financiële regelingen in de Zaanstreek. Daardoor kunnen mijn kinderen sporten en cultuurlessen volgen. Ik merk hoe goed dat is voor hun zelfvertrouwen en sociale contacten. En als ouder ben ik daardoor zelf óók in nieuwe, sociale omgevingen terecht gekomen.’
Esther Hans, door Wim Egas, Fotostudio Beemster
“Sport en cultuur helpen mijn kinderen in hun (sociale) ontwikkeling buiten school om,” vertelt Esther. “Dat vind ik heel belangrijk! Want actief zijn en iets nieuws leren, vergroot hun kansen. Ze leren zichzelf beter kennen. Je ziet je kinderen daar dan echt in groeien. Ze worden daar echt gelukkiger en zelfstandiger door.”
“Mijn kinderen hebben van alles gedaan. Zoals volleybal, voetbal, theater en zelfs circusles! Deelname aan dat soort activiteiten werkt stress-verlagend. Vooral als kinderen bijvoorbeeld even niet lekker mee kunnen komen op school. Dan is met name sporten een enorme ontlading. Ook omdat ze dan even de tijd hebben voor zichzelf. En dat maakt mij als ouder ook relaxter.”
“Het is echt fantastisch dat dit soort financiële regelingen er zijn voor minima-gezinnen. Ik ben er heel erg blij mee! We komen hierdoor toch even los van die minima-situatie waarin we weinig extra’s kunnen. Het is ook goed dat het geld door de gemeente of het Jeugdfonds Sport & Cultuur direct wordt overgemaakt naar de sportclubs of cultuuraanbieders. Want de kinderbijslag bijvoorbeeld, gaat in de praktijk vooral op aan noodzakelijke uitgaven voor het levensonderhoud.”
Kijk op onze pagina met informatie speciaal voor ouders.
Joshua voetbalt bij FC Amsterdam, net als zijn oudere broer Michael. Tijdens de wedstrijden speelt hij rechtsachter in de verdediging, maar tijdens de trainingen vindt hij schieten op doel eigenlijk het leukst. Hoe het in de wedstrijden gaat? “Soms staan we in de eerste helft te dromen. De trainer kan best streng zijn en zegt daar dan wat van. In de tweede helft gaat het dan meestal beter.”
Mevrouw Adewale is trotse moeder van deze voetballertjes. Ze kwam 19 jaar geleden uit Nigeria naar Nederland en woont met haar drie kinderen in Zuidoost. Naast de jongens is er dochter Esther (6), zij volgt zwemlessen voor haar A-diploma. In het Bijlmerpark waar we elkaar ontmoeten en een balletje trappen, laat ze zien dat voetballen ook aan haar besteed is. Joshua moet alle trucs uit de kast halen om zijn snelle zusje van zich af te houden. De sportieve activiteiten van haar kinderen houden ook mevrouw Adewale zelf in beweging. Beide jongens trainen 2 of 3 keer in de week bij FC Amsterdam en hebben dan op zaterdag een uit- of thuiswedstrijd. Op maandag gaat Esther naar zwemles. Het brengen en halen is ware topsport, maar ze doet het graag. Tussendoor volgt ze wekelijks Nederlandse lessen en ontmoet ze andere moeders bij Single SuperMom, waar ze op de fiets naartoe gaat.
Joshua samen met atleet Usain Bolt in de campagne #DirectPromise van partner Allianz Direct.
Naast het positieve fysieke aspect dat sport het gezin biedt, vervult het ook een belangrijke sociale rol. “Veel vrienden en familie uit de buurt voetballen ook. We ontmoeten elkaar tijdens trainingen en wedstrijden, de club is echt een ontmoetingsplek.” vertelt mevrouw Adewale. Ze is erg open over hun leven, waarbinnen het voetballen bij een club duidelijk veel betekent. “Voor Joshua en Michael is voetbal alles. Overdag, maar ook als ze naar bed gaan. Echt, ze dromen over voetbal”.
Lees meer over voetballen met hulp van het Jeugdfonds >>
De coronacrisis heeft het land tot stilstand gebracht. Kinderen gaan niet naar school, sportscholen en culturele instellingen zijn gesloten. Ook Jory (16) zit thuis, eigenlijk zou hij in april starten bij een wielrenvereniging maar ook dat gaat niet door. Hoe gaan de Amsterdamse Jory en zijn moeder Kerstin om met deze situatie?
Jory zit in de vierde van het vmbo en zou dit jaar examen doen. Maar nu even niet. “Het examen gaat niet door,” zegt Jory. “Ik krijg wel mijn diploma want ik sta er goed voor. Maar ik mis school en mijn vrienden wel en er is geen diploma-uitreiking of schoolfeest. Ik zie mijn vrienden wel online. Het is wel apart zo de hele dag thuis. Ik game een beetje en ik ga fietsen met mijn stiefvader.”
Jory houdt van schaken en wielrennen, een bijzondere combinatie. Fietsen doet hij vooral met zijn stiefvader. “Ik zou starten bij een wielrenvereniging, wel jammer dat dat niet doorgaat. Gelukkig heb ik wel een racefiets, dus nu fiets ik met mijn stiefvader. Het is lekker om actief bezig te zijn. Ik houd niet echt van teamsporten zoals voetballen. Ik wil gewoon lekker buiten bezig zijn. Mijn ouders zijn gescheiden en mijn stiefvader woont in Leimuiden. Ik ben daar vanuit Amsterdam naartoe gefietst. Schaken vind ik ook heel gaaf. Daar moet je veel bij nadenken, net als bij wiskunde wat ik ook leuk vind. Ik zit op een schaakclub maar ook daar kan ik nu niet naar toe, we spelen wel regelmatig potjes online. Eerlijk gezegd hoop ik wel dat dit coronagedoe snel voorbijgaat. Het duurt best lang.”
“Een beetje saai,” antwoordt Kerstin op de vraag hoe het met haar gaat. “Ik voel me opgesloten. Ik ben coupeuse maar het werk ligt helemaal stil. Het heeft ook gevolgen voor mijn inkomen maar we moeten afwachten of er voor ons een regeling komt. We hebben de laatste weken alleen maar mondkapjes gemaakt. Ik werk maar drie dagen in de week dus we leven van een minimuminkomen. Daarom ben ik blij dat het Jeugdfonds bestaat, het is toch een steuntje in de rug. Ik vind het belangrijk dat Jory iets doet, ik wil niet dat hij de hele dag thuiszit. Het is belangrijk dat hij traint, zeker nu want hij heeft ook last van zijn longen. We wonen in Amsterdam-Noord, maar mijn vriend woont in Leimuiden. Jory kan het heel goed met hem vinden, van hem heeft hij de passie voor fietsen.
Weet je, het is goed als mensen zoals ik zich niet schamen. Je kunt er niets aan doen als je weinig inkomen hebt. Ik wil dat Jory ook buiten school dingen kan doen, lekker kan sporten. Dankzij jullie kan dat.”
Wielrennen met Jeugdfonds Sport & Cultuur
Mandy Roelvink uit Almere is een alleenstaande moeder van twee dochters en twee zoons. In 2012 raakte ze arbeidsongeschikt. Sindsdien moet het gezin rondkomen van een bijstandsuitkering. “De kinderen weten dat we rond moeten komen van minder, maar ze hebben het niet minder.”
Mandy wil haar verhaal graag vertellen. “Misschien help ik er andere ouders mee. Iedereen kan in deze situatie terechtkomen. Vaak kun je er niets aan doen en als het wel door je eigen toedoen is, kun je ervoor kiezen het anders te gaan doen. Je hoeft je niet te schamen.”
Ervoor kiezen het anders te gaan doen. Mandy bewijst dat het kan. Door te gaan studeren bijvoorbeeld. “Je kunt wel afgekeurd worden, maar dat is niet het einde. Er zijn altijd opties. Ik heb vier kinderen en wil uit die uitkering komen. Niet altijd hoeven te sappelen. Ik dacht ‘mijn lichaam doet het niet goed, maar er is niets mis met mijn hoofd’. Ik ben rechten gaan studeren, een studie die me altijd al aantrok. Opkomen voor rechtvaardigheid, daarvoor te strijden. Ik hoop na mijn afstuderen parttime te kunnen werken, tegen die tijd zijn de kinderen ook zelfstandiger.”
“Ik ben eraan gewend geraakt rond te komen van weinig geld. We kunnen niet alles doen wat we willen, ik moet heel verstandig omgaan met geld. Aan de andere kant, het loopt. Ik budgetteer elke maand, wat gaat eruit, wat komt erin, wat heb ik over? Ik plan heel goed. Als er een kinderkamer verbouwd moet worden, weet ik dat ik een jaar moet sparen. Het is niet gemakkelijk, maar wel te doen.”
De kinderen hebben vriendjes en vriendinnetjes die op vakantie gaan, mobieltjes hebben, dure cadeaus krijgen. Hoe vinden ze dat? Mandy: “De kinderen weten dat we rond moeten komen van minder, maar ze hebben het niet minder. Bepaalde dingen wil ik gewoon niet. Gamecomputers bijvoorbeeld. Al zou ik het geld hebben, dat is voor mij een no go. Een vriendinnetje van Beau-Ann is altijd alleen thuis omdat beide ouders werken. Beau-Ann is blij dat dat bij ons niet zo is. We zijn een hecht gezin.”
“Ik wil dat mijn kinderen gelukkig zijn en ben ervan overtuigd dat dat niet afhankelijk is van geld. Natuurlijk helpt het, maar het is niet de essentie. De kinderen doen allemaal iets waar ze blij van worden: kickboksen, beeldende kunst, zwemmen, voetbal. Als ik kijk naar Beau-Ann, die leeft zo op van het kickboksen. Vanaf het eerste moment was het meteen raak. Het is haar passie. Ik ben blij dat we een beroep kunnen doen op het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Dat maakt het wat gemakkelijker. Weet je, je moet er het beste van maken. En dat doen wij. Misschien is dat de ook de reden dat ik me niet schaam. Het gaat goed met de kinderen.”
“Ik vind het heel erg fijn dat ik mijn gevoelens kan uiten,” zegt Beau-Ann (10) over het kickboksen. “Bij het stoten en schoppen kan ik het uiten als ik blij of boos ben. En ik vind het fijn om te bewegen. Er zitten vooral jongens op kickboksen, ik heb hier één vriendin. Op school vinden ze het wel stoer dat ik dit doe want de meeste meisjes zitten op ballet of paardrijden. Ik ben klein dus ik weet niet of ik later iets met kickboksen kan bereiken. Ik wil wel graag iets bereiken met MMA (Mixed Martial Arts). Dat is wat gemakkelijker als je klein bent.”
Beau-Ann schreef samen met haar moeder een boek om kinderen te motiveren gezond te eten, te leven en te sporten. De opbrengst van het boek ‘Net als Beau 1.0’ komt geheel ten goede aan het Jeugdfonds Sport & Cultuur.
Amber zit sinds haar negende op judo. “Ik ben hiermee begonnen, omdat ik vroeger heel erg druk was en ergens mijn energie kwijt moest. Judo was hiervoor een perfecte keuze. Ik had en heb er nog steeds veel lol in. Ook ben ik sinds ik op judo zit beter geworden in het maken van vrienden en zijn mijn schoolprestaties veel beter geworden”.
“Toen ik begon met judo kregen we steun van het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Van het feit dat mijn vader een tijdje bij de Voedselbank liep voelde eigenlijk niet negatief, omdat mijn vader er altijd wel een leuk uitje van maakte. Ook heb ik geen last gehad van pesten of zo. Op school werd er niet anders met mij omgegaan. Ik was ik en verder niets.”
Nu zit ik ongeveer zes jaar op judo en heb ik het internationale niveau bereikt. Ik zit nu in de nationale selectie die deelname
aan Europacups mogelijk maakt. Die zijn nodig voor WK, EK en EYOF-selectie komende 2 seizoenen. Deze zijn helaas heel duur door de reis en verblijfskosten en het is moeilijk om het allemaal te kunnen betalen. Dit voelt wel erg vervelend, omdat ik daardoor niet alles kan doen wat ervoor nodig is om de top te halen ten opzichte van anderen. Voor judo is het ook moeilijk om sponsoren te vinden. Wat ik ook doe is donatiedoelen bij Talentboek aanmaken zodat een deel nog via crowdfunding betaald kan worden. Ik ben heel blij met de mensen die doneren, maar het is elke keer moeilijker en eenmalig dus dan is er geen zekerheid voor in de toekomst.
“Al met al sporten is gezond en belangrijk voor je ontwikkeling, mijn ervaring hierin is dat mijn sociale contacten verbeterden en het ook beter op school ging. Ook ben ik een stuk zekerder geworden, ondanks dat we het niet zo breed hebben.”
Mijn advies aan kinderen in dezelfde situatie: “Wees niet bang om naar het Jeugdfonds te stappen, want dat is helemaal niet erg. Niemand zal anders naar je opkijken en sporten is alleen maar leuk. Misschien ben jij er ook wel beter in dan je denkt;)”
Meer informatie over judo via Jeugdfonds Sport & Cultuur
Jaydian was pas vier jaar oud toen hij startte met breakdancelessen via The Floor is Yours. De lessen worden betaald door het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Moeder Hari is er blij mee en vertelt er open over. “Armoede moet uit de taboesfeer.”
“Het is best lastig uit te leggen waarom Jaydian breakdance zo leuk vindt,” zegt moeder Hari. “Ik heb een filmpje van hem waar hij als tweejarige al fanatiek aan het dansen was. Het was toen al duidelijk dat hij iets met muziek en dans had. Hij was vier toen we naar een proefles breakdance van Lucas Winkel gingen. Hij vond het zo leuk dat we hem meteen hebben ingeschreven voor The Floor is Yours. Toen de lessen afgelopen waren, is hij doorgegaan naar de gewone breakdancelessen van Lucas.”
Hari betaalt de lessen met hulp van het Jeugdfonds Sport & Cultuur. “Ik zit in de schulphulpverlening,” vertelt ze. “De schuldhulpverlener zag hoe belangrijk de lessen voor Jaydian zijn en heeft de aanvraag bij het fonds voor ons geregeld. Voor mij is het ook belangrijk dat Jaydian dit kan doen. Ik zie hoe hij zich ontwikkelt en hoeveel plezier hij heeft. Ik heb een keer tegen hem gezegd dat het misschien niet meer kon vanwege de kosten. Dikke tranen want dit is wat hij het liefste doet. Daarom ben ik heel blij dat het kan. Ik zie hoe stoer hij is als hij danst, hij leeft enorm op. Het is zo goed voor zijn zelfvertrouwen. De lessen zijn meer dan een leuke hobby.”
Hari zit in de schuldhulpverlening. “Met twee jaar ben ik helemaal schuldenvrij. Het is pittig om in zo’n traject te zitten, we krijgen weekgeld en dat is echt wel krap. Soms weten we niet of we die week uitkomen. Maar het idee dat ik over twee jaar schuldenvrij ben, geeft me heel veel rust. Ik word wel heel handig in het rondkomen met weinig geld,” lacht Hari. “Ik weet precies wanneer de kortingsstickers bij de supermarkten in de buurt op de vlees en groenten gaan. Het scheelt echt veel als je dat even uitzoekt. Mijn bewindvoerder helpt me ook om de aanbiedingen uit te zoeken.”
“Ik vind het belangrijk dat armoede uit de taboesfeer gehaald wordt,” zegt Hari. “Zo zit ik in een Facebookgroep voor mensen die weinig geld hebben. We ondersteunen elkaar, geven tips over aanbiedingen of hoe om te gaan met instanties, je kunt vragen aan elkaar stellen. Het is heel open. Eigenlijk wil ik die openheid niet alleen op Facebook, maar ook daarbuiten. Dat ook buren zoiets belangrijks van elkaar weten, dan kun je elkaar helpen. Misschien dat iemand nog kinderkleding of schoenen heeft liggen, je kunt daar een ander mee helpen in plaats van het weg te gooien of naar de kringloop te brengen. Armoede zou veel beter bespreekbaar moeten zijn.”
Lees ook het verhaal van Lucas Winkel
Vader Klaas zorgt alleen voor zijn twee dochters. De jongste, Emily, zit op ijshockey, de oudste danst. Het gezin heeft een moeilijke periode doorgemaakt, een periode waarin Klaas niet heeft gewerkt omdat hij er 100% voor zijn dochters wilde zijn. Inmiddels is het gezin in rustiger vaarwater en kan Klaas zich weer richten op de toekomst. Hij ziet dat de kinderen opbloeien dankzij hun clubs. “Emily straalt als ze op het ijs staat.”
Emily maakte via een open dag van ijshockeyclub UNIS Flyers in Heerenveen kennis met ijshockey. “Ze was meteen verkocht,” zegt Klaas. “Maar het is een dure sport, de contributie, schaatsen, de outfit, een helm. Als de contributie betaald is, blijft er niet veel meer over. Gelukkig kon ik via meester Menco op Emily’s school heel gemakkelijk een aanvraag doen bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur en kon ze snel lid worden van de club. Bovendien worden er op de Facebook pagina van de ijshockeyvereniging regelmatig tweedehands spullen aangeboden. Ik ben blij dat ik via jullie fonds een steuntje in de rug heb. Anders had het niet gekund.”
Klaas zijn eigen wereld is ook groter geworden nu Emily op ijshockey zit. “Ik heb vroeger zelf ook aan ijshockey gedaan en die passie is er nog steeds. Doordat Emily het nu doet, is mijn wereldje ook weer groter geworden. Ik heb een oude liefde herontdekt, zeg maar. Ze traint twee keer in de week en moet regelmatig zelf wedstrijden spelen. Ik ga altijd mee. We gaan ook veel naar wedstrijden. Het is een heel sociale club. Het is heel leuk om die passie te delen. Emily is heel fanatiek en doet het ook goed op de club. Als ze over ijshockey begint, houdt ze niet meer op. Ik zie ook dat ze steviger wordt, mooi om te zien. Ik ben heel blij dat ze dit kan doen. Het sporten brengt iets positiefs in een moeilijke periode.” (Foto: DSPhotography)
“Op de open dag vond ik ijshockey meteen heel erg leuk,” vertelt Emily. “Ik kon al schaatsen en zat op hockey dus dat hielp wel. Toen heb ik drie proeflessen gedaan en wou ik er heel graag op. IJshockey is leuk want het is een teamsport, je bent samen en je kan een beetje beuken. Het team is gemixt en ik heb nieuwe vriendjes en vriendinnetjes gemaakt. Het is leuk om samen iets te doen wat je leuk vindt. Ik denk dat ik wedstrijden wel het allerleukste vind. Een wedstrijd is spannend en gaat snel, je moet na een kwartier van groepje wisselen.
“Ik kan beter voor mezelf opkomen,” antwoordt Emily op de vraag of ze ook andere dingen leert op de club. “Je moet best sterk zijn. Het maakt me ook niet zo uit of we winnen of verliezen, dat hoort er gewoon bij. Emily haalt haar UNIS Flyers shirt tevoorschijn. ”Je hebt wel goede spullen nodig, schaatsen moeten lekker zitten. Onder dit shirt heb ik een bodypantser aan, en verder elleboogbeschermers en een helm. Het is wel veel maar als het goed past, zit het lekker. In de zomer trainen we gewoon door, dan doen we buiten conditietraining.”
Droomt Emily van een carrière als ijshockeyster? “Ik zou best graag in Canada willen spelen. Dat is echt een ijshockeyland.”
Lees ook het verhaal van intermediair Menco
Naomi en haar broertje zijn gek op sporten, Naomi turnt op hoog niveau en haar broertje bokst graag. Moeder Susanne vindt het belangrijk dat haar beweeglijke kinderen kunnen sporten, maar na een moeilijke periode is er thuis te weinig geld om de lessen te betalen. Het Jeugdfonds Sport & Cultuur helpt.
Naomi (10) is vier keer per week in de sporthal te vinden waar ze zich uitleeft op de vloer, de brug, op sprong en op de evenwichtsbalk. Turnen is haar uitlaatklep. “Ik zit er eind dit jaar al drie jaar op,” vertelt Naomi. “De vloer, de brug en de sprong vind ik het allerleukste. Turnen is belangrijk voor me. Bij turnen kan ik gewoon mezelf zijn. Als ik een stomme dag op school heb gehad, kan ik het er in het turnen uitgooien. Op school moet je veel stilzitten, dat kan ik niet zo goed. Hier kan ik de hele tijd bewegen en is het gezellig. Ik heb hier ook nieuwe vriendinnen gemaakt.”
Naomi zet zich met hart en ziel in voor haar sport. “Ik heb twee keer de halve finale van de NK gehaald en wil graag naar de finale. Ik doe ook mee aan wedstrijden. De laatste wedstrijd was in Amersfoort en ging ik met mama in een hotel slapen. Dat vond ik heel bijzonder en gezellig. Mijn grote voorbeeld is Sanne Wevers. Wat zij doet, zou ik later ook wel willen.”
Naomi heeft haar liefde voor het turnen niet van een vreemde. Ook moeder Susanne is dol op turnen. “Ik heb de HALO gedaan, niet afgemaakt maar ben bezig met bijscholing zodat ik ook in turnen les op niveau mag geven. Het is geweldig om met peuters, kleuters en ouders te werken en ze uit te dagen net even die grens over te gaan. Ik ben ook heel blij dat Naomi dit doet. Ze doet het niet om de medailles, het gaat echt om de sport. Ze heeft een eigen wereldje kunnen creëren en haalt dingen uit zichzelf die ik niet verwacht had. Naomi heeft dit helemaal zelf kunnen doen, als ze turnt staat ze in haar kracht. Toen ze begon met turnen wisten we niet of ze het leuk zou vinden maar ze bleek een natuurtalent. Elke week leerde ze iets nieuws en dat is nog steeds zo. Alles moet wijken voor turnen. Ik moet haar echt afremmen af en toe, ”lacht Susanne.
“De maand november is altijd spannend,” vertelt Susanne. “Dan horen we of de aanvraag bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur goedgekeurd is. Ik ben altijd zo blij als ik de kinderen kan vertellen dat ze door kunnen gaan met hun sport. We hebben een moeilijke periode achter de rug, ik kan de lessen daardoor niet zelf betalen. Onze gemeente was aanvankelijk niet aangesloten bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Na veel bellen is het uiteindelijk gelukt. Weet je, niet alleen de lessen moeten betaald worden. Er zijn ook reiskosten. Naomi zit in de selectie, dat betekent dat we veel naar wedstrijden gaan maar ik heb geen auto. Gelukkig hebben we een hele fijne club en is het nooit een probleem om met andere ouders mee te reizen. Die club is echt een warm bad. Zonder jullie zou het simpelweg niet kunnen.”
Rochelle is de vaste trainster van Naomi en heeft zelf op hoog niveau geturnd. “Ik vind het belangrijk dat je een sport doet die je leuk vindt en als je er ook nog talent voor hebt, is dat mooi meegenomen. Mijn ouders hebben me altijd gestimuleerd om te sporten en daar waren ook alle mogelijkheden voor. Dat heeft me veel zelfvertrouwen gegeven. Ik kende het Jeugdfonds Sport & Cultuur al langer maar niet vanuit mijn werk hier. Ik vind het geweldig dat er mogelijkheden zijn om Naomi te laten turnen. En moet je zien, ze heeft al twee keer de halve finale van de NK gehaald. Ik ben me er nu ook meer bewust van dat ook in een rijke gemeente, ouders soms geen geld hebben. Ik wijs ouders nu op het Jeugdfonds Sport & Cultuur.”
Meer informatie voor ouders:
‘Voor ouders’
Meer informatie over turnen via Jeugdfonds Sport & Cultuur:
Turnen via het Jeugdfonds
Lees ook het verhaal van ambassadeur en turnster Sanne Wevers:
Sanne Wevers: ‘Je kan en hoeft het niet alleen te doen’
Lees meer over turnen op de website van de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU): dutchgymnastics.nl.
Children and young people became members of a club through us in 2024.
In 2024, children and young people became members of a sports club through us.
In 2024, children and young people became members of a cultural club through us.
issued sports and cultural equipment in 2024.