Elke week zetten we een Flair-lezeres in het zonnetje. Deze week Kimberly Pouw (33). Zij zet zich in voor kinderen die opgroeien in een gezin met weinig financiële middelen.
“Toen ik begon met werken, merkte ik al snel dat veel ouders op zoek waren naar mogelijkheden om hun kind te laten sporten maar dat zij niet altijd over de juiste financiële middelen beschikten om de contributie te betalen. Schrijnend, want je wil dat alle kinderen kunnen meedoen met hun klasgenootjes. Door me aan te melden als intermediair bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur, kan ik ervoor zorgen dat ook kinderen die opgroeien in gezinnen met geldzorgen, lid kunnen worden van de voetbalclub of danslessen kunnen volgen. Samen met de ouders doe ik online een aanvraag en na goedkeuring wordt het geld direct overgemaakt naar de sportclub of docent. Iedereen die professioneel betrokken is bij kinderen en jongeren kan zich trouwens aanmelden als intermediair.”
“Voor ouders is het vaak lastig om aan te geven dat ze hulp nodig hebben. Ook op school. Maar doordat ik openlijk vertel over de mogelijkheden wordt de drempel verlaagd. Nu weten ouders mij steeds vaker zelf te vinden en soms sporen kinderen hun ouders aan om bij mij te komen. Ieder jaar ontvang ik meer aanmeldingen. Het is ook fijn dat ouders de aanmelding komen verlengen, dat betekent dat het kind nog steeds deelneemt aan de gekozen activiteit.”
“Naast sport en cultuur is het is belangrijk dat kinderen mee kunnen op schoolreisjes, een verjaardag of Sinterklaas kunnen vieren. Dat lijkt normaal in Nederland, maar lang niet iedere ouder kan dat betalen. Eén op de twaalf kinderen groeit op in armoede, ongeveer twee per klas. Sam& (Samen voor alle kinderen) is een samenwerkingsverband van Jeugdfonds Sport & Cultuur, Leergeld Nederland, Nationaal Fonds Kinderhulp en Stichting Jarige Job en zet zich in voor deze kinderen. Op samenvoorallekinderen.nl kun je voorzieningen aanvragen voor kinderen en jongeren die in armoede opgroeien.”
Tot en met 31 oktober steun je Sam& als je meespeelt met de VriendenLoterij Bingo.
Dit artikel staat in de Flair nummer 40 van 30 september t/m 6 oktober 2020.
Dit interview maakt onderdeel uit van de reeks verhalen in het kader van de VriendenLoterij Bingo.
De kamer van Aukje – intern begeleider op een basisschool in Harderwijk – bevindt zich midden tussen de klaslokalen. De deur van haar kamer staat altijd open: “Ik zie het als mijn rol om de drempel weg te nemen. Ouders en kinderen moeten altijd binnen kunnen lopen voor hulpvragen.” Aukje staat klaar voor alle leerlingen en kent de school op haar duimpje. Ze vertelt trots wie waar zit, hoe laat de kinderen pauze hebben en over het vrije bibliotheeksysteem dat ze onlangs introduceerden. “Zo hebben alle kinderen toegang tot leuke boeken”, jubelt ze.
Op meerdere plekken in de school hangen posters van het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Aukje is al jaren intermediair voor het fonds و ondersteunt hun missie: “School is dé plek om ouders direct te wijzen op hulp. Dat scheelt ze uren aan zoekwerk. En juist alle initiatieven samen kunnen dat extra steuntje in de rug geven waardoor kinderen weer mee kunnen doen.”
Inmiddels pikt Aukje de gezinnen die hulp kunnen gebruiken er zo uit: “Hoe meer gezinnen je begeleidt, des te sneller je de signalen van armoede herkent. Je ontwikkelt een extra set voelsprieten.” Haar ervaring en de schoolsetting helpen hierbij: “Op school hebben we zicht op het totaalplaatje. We zien deze kinderen elke dag, weten of de ouders werken en of ze moeite hebben met het betalen van de ouderbijdrage. Hierdoor kunnen we snel inspringen wanneer dit nodig blijkt te zijn.”
Aukje weet dat armoede vele gezichten kent. Om kinderen zo snel mogelijk te kunnen helpen, is het cruciaal de signalen die hierop wijzen vroegtijdig te herkennen: “Wanneer een kind structureel zijn of haar fruithap ‘vergeet’, er meer dan eens onverzorgd uitziet, rondloopt in te kleine, versleten of te dunne kleding, dan gaat dat opvallen. Als zo’n kind dan ook nog eens ziekgemeld wordt op zijn of haar verjaardag أو zelfs thuis wordt gehouden tijdens een schoolreisje, dan vallen de puzzelstukjes al gauw in elkaar.” Soms duurt het wel even voordat de ernst van de situatie aan het licht komt, erkent Aukje: “Ouders die zich schamen, weten de situatie vaak nog een tijd te verbloemen door de wereld van hun kinderen te verkleinen. Als ouders hun kinderen met een lach op het gezicht naar school brengen, heb je niet gelijk door wat er zich thuis echt afspeelt.”
De omvang van deze onzichtbare armoede werd zichtbaarder ten tijde van de coronacrisis: “Ineens verdwenen er een aantal kinderen van onze radar. We zagen ze niet terug bij de digitale lessen. Het bleek dat een deel van hen thuis geen laptop had.” Razendsnel regelt Aukje via haar contacten een aantal laptops voor de kinderen. Zo konden ook deze leerlingen mee blijven doen. Achteraf gezien, hadden nog meer kinderen behoefte aan deze hulp, benadrukt Aukje: “Bij terugkomst op school vertelden een aantal kinderen dat ze alle digitale lessen via mama’s mobiele telefoon hadden gevolgd. Dan breekt mijn hart, want deze kinderen hebben wekenlang niet optimaal mee kunnen doen.”
Wanneer Aukje vermoedt dat een leerling baat heeft bij hulp, dan knoopt ze een praatje met ze aan. Tijdens zulke gesprekken merkt ze dat kinderen in hun hoofd bezig zijn met de geldzorgen van hun ouders: “Kinderen zijn geneigd de stress van hun ouders op te zuigen. Hierdoor zitten ze minder lekker in hun vel. Het effect hiervan zie je terug in hun schoolprestaties en ontwikkeling.” Deze cirkel kan volgens Aukje doorbroken worden wanneer kinderen een uitlaatklep geboden wordt: “Iedereen moet soms even zijn stress kwijt en wil mee kunnen doen – zij het met sport, kunst of muziek. Lekker bewegen of iets met je handen maken, laat een kind zien dat het veel meer in zich heeft. Ieder kind – arm of rijk – verdient het om dit gevoel te ervaren en zich optimaal te ontwikkelen.”
Ondanks dat Aukje zich in haar werk vooral op de kinderen richt, verliest ze ook de ouders niet uit het oog: “Ouders stellen zich kwetsbaar op wanneer ze hun zorgen bij mij op tafel leggen. Hulp vragen is moeilijk. Wanneer ze dit doen, dan is het oneerlijk ze als zielig te bestempelen en hen alles uithanden te nemen. Daarom probeer ik met ze mee te denken, ze te betrekken bij het proces en ze in hun kracht te zetten. Uiteindelijk zijn zij verantwoordelijk voor hun kinderen en moeten zij ze naar de sportclub brengen!”
De impact van Jeugdfonds reikt verder dan het kind zelf, legt Aukje uit: “Ik heb geregeld dat een leerling van ons kon gaan voetballen bij de voetbalvereniging in de buurt. Kort daarna belde zijn moeder mij blij op. Ze was gevraagd kantinedienst te draaien. Eindelijk had ze ook weer een reden om de deur uit te gaan. Haar sociale isolement werd doorbroken. Ze was hier zo dankbaar voor.”
Aukje hoopt in de toekomst nog veel meer gezinnen te kunnen helpen. Daarom daagt ze iedereen in Nederland uit om over armoede te praten: “We bereiken nog lang niet alle kinderen. Hulp vragen bij armoede moet net zo normaal worden als naar de huisarts gaan.” Aukje gelooft dat de kracht van herhaling hierin essentieel is: “Kinderen moeten weten dat ze recht op deze hulp hebben! Elke school moet vol hangen met posters van initiatieven die kinderen in armoede kunnen helpen, noem ze in kinderprogramma’s op televisie en besteedt er in elke schoolkrant aandacht aan!”
>> Werk je ook in het basisonderwijs en wil je kinderen helpen? Klik dan hier.
Er zijn van die mensen die het verschil maken voor anderen. Nadia Cairo is maatschappelijk werker bij het Ouder Kind punt in de Amsterdamse Bijlmer. En intermediair voor ons fonds. In 2019 werd ze zelfs gekozen als Intermediair van het Jaar in Amsterdam. Jaarlijks kunnen honderden Amsterdamse kinderen dankzij Nadia sporten. Nadia maakt het verschil.
Ouders en kinderen kunnen met hun grote en kleine vragen terecht bij OKA Amsterdam. “Ze kunnen met al hun zorgen bij ons terecht,” zegt Nadia. “Geldzorgen, vragen over opvoeding, huiselijk geweld, werkloosheid. Wij denken mee en proberen samen een oplossing te vinden. Vragen kunnen komen van ouders en kinderen maar ook vanuit school, jeugdzorg of de huisarts. Wij zijn een soort spin in het web. Als er schulden zijn, koppelen we het gezin aan de schuldhulpverlening. Is er geen geld voor een clubje, dan vraag ik bij jullie een bijdrage aan. Ik heb intensief contact met allerlei organisaties in de wijk.”
Licht brengen in moeilijke situaties. Daar gaat het Nadia en haar collega’s om. “Als we van een school horen dat een kind gedragsproblemen heeft, weten we eigenlijk al dat er thuis iets aan de hand is. Problemen komen nooit alleen. Ik praat met de ouders en probeer te achterhalen wat er speelt. Ik werk samen met verschillende disciplines samen om het gezin bij te staan. In de Bijlmer wonen veel mensen die illegaal in Nederland zijn. Veel ouders zitten in de illegaliteit. Moeders met kinderen die op een kamer in onderhuur zitten met nauwelijks geld om rond te komen. Enkele ouders die wel werk hadden, zijn die door corona kwijtgeraakt. Als je geen geld hebt en geen doel in je leven, veroorzaakt dat veel stress. En daardoor kan uit onmacht huiselijk geweld ontstaan. Een groeiend probleem is het geweld van de gangs.”
De coronacrisis heeft het voor veel gezinnen moeilijker gemaakt. Als je met je kinderen op een kamer woont en ze kunnen niet naar school, is dat erg zwaar. Nadia: “De scholen hebben er alles aan gedaan om het op te lossen. Er waren online lessen en voor de kinderen die niet online mee konden doen, was er plek op school. Scholen schakelden ons in als ze geen contact met de gezinnen konden krijgen of als kinderen niet kwamen opdagen. Wij zochten dan uit wat er aan de hand was.”
“Het mooie van mijn werk is dat ik kan helpen. Ik ben een instrument voor iemand die het zelf niet kan. De problematiek wordt wel steeds complexer.” Nadia lacht. “Soms roep ik ‘ik kan geen probleem meer horen!’. Vechtscheidingen bijvoorbeeld, als ouders met modder gaan gooien. Dat vind ik heel erg. Je moet van goede huize komen om geen deelgenoot te worden en objectief te blijven. Misbruik is ook heel naar. Ik maak soms heel schokkende dingen mee. Het breekt mijn hart soms. Maar ik ga voor de kinderen. Doordat ik nu wat ouder ben en veel ervaring heb, kan ik het beter aan.”
Juist kinderen voor wie het huis zwaar is, is het nodig dat ze regelmatig even loskomen en zich uit kunnen leven. “Het eerste dat ik aan kinderen vraag is: doe je iets in je vrije tijd? En als dat niet zo is, help ik ze wél iets te gaan doen. Het is zo belangrijk voor hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Kinderen moeten kunnen exploreren, uitzoeken waar ze plezier in hebben en daarin opgaan. Op de sportclub of dansles doen ze allerlei skills op die ze thuis niet meekrijgen. Samenwerken, luisteren, ergens voor gaan. Ze zien dat er meer is, ontdekken mogelijkheden. Even loskomen van de thuissituatie helpt kinderen enorm.”
In de rubriek ‘Wie zijn onze intermediairs’ stellen wij de toppers van JFSC Gelderland voor, aan de hand van korte vragen. Dit keer Marloes Bottenberg.
Ik werk als beschermingsbewindvoerder. Sinds 2018 ben ik werkzaam als intermediair voor het Jeugdfonds Sport & Cultuur.
Ik zie dagelijks het effect van schulden op zowel ouders als hun kinderen. Kinderen trekken hierbij eigenlijk altijd aan het kortste eind. Zij kunnen er niets aan doen dat hun ouders in die situatie verkeren, maar worden er wel steeds mee geconfronteerd. Ik hoor wel eens dat kinderen een verjaardag overslaan, geen goede fiets hebben of zeggen dat ze ook een geweldige vakantie hebben gehad, terwijl dit niet het geval was. Kinderen in armoede vragen al snel niet meer om een (dure) sport. “Daar is toch geen geld voor”, hoor ik kinderen regelmatig zeggen. Schrijnend vind ik dat en ik hoop als intermediair deze kinderen aan JFSC te koppelen, omdat ik vind dat ieder kind moet kunnen sporten.
Sport is zo veel meer dan een balletje slaan of schoppen. Een kind wordt onderdeel van een team, groep of vereniging en hoort ergens bij. We beseffen niet altijd dat dit een gevoel is wat veel kinderen in armoede niet kennen, er bij horen en mee mogen doen.
Oh dat zijn er erg veel, maar één kind schiet er wel uit. Tom, een jongen van 8 jaar oud. Toen ik met hem en zijn ouders kennismaakte, was hij erg stil en onzeker. Zijn ouders leefden in armoede en Tom daardoor ook. Door de situatie plaatste Tom zichzelf op de achtergrond en vroeg niet of hij op judo mocht. Zijn klasgenoten deden wel aan judo en Tom vertelde mij dat hij wel eens jaloers op hen was. Dit raakte mij enorm. Dankzij het JFSC zit Tom nu ook op judo!
Probeer in jouw omgeving de sport -en cultuur verenigingen ook te vertellen over JFSC. Ik zie in de praktijk dat bedrijven hier nog te vaak niet van op de hoogte zijn. Een gemiste kans. Als intermediair kunnen wij hierin ook ondersteunen en uitleggen hoe het JFSC werkt.
Dat ieder kind de ruimte krijgt om zichzelf te ontwikkelen in een sport of culturele activiteit. Ook hoop ik dat de sport- en cultuurverenigingen actief hun (potentiële) deelnemers gaan informeren over de mogelijkheden van het JFSC. Ik zou bijvoorbeeld het liefst banners willen zien bij de voetbalvelden en sporthallen: ‘Ieder kind mag hier komen sporten’.
Met het nieuwe sport seizoen voor de deur hebben we enkele handige informatie met betrekking tot het aanvragen nog eens op een rijtje gezet. Komt u er niet uit? Dan zit onze help desk ook 5 dagen per week voor u klaar!
Wist u dat…er nu nog makkelijker een herhaalaanvraag voor een kind gedaan kan worden? Dit kan door middel van de herhaalknop. Dit is mogelijk als de NAW-gegevens van het kind hetzelfde zijn gebleven. De herhaalknop zal intermediairs veel tijd schelen, omdat reeds bij ons bekende gegevens niet weer opnieuw ingevuld hoeven te worden.
Wist u dat...elke gemeente haar eigen spelregels heeft? En dat deze spelregels soms veranderen? Kijk zo nu en dan eens op onze website om altijd up-to-date te zijn van de spelregels!
Wist u dat…als ouders zich de eerste keer bij een intermediair melden, het handig kan zijn als ouders alvast zelf een ouderkaart invullen? Hierdoor kunnen ouders zelf alle gegevens aanleveren, waardoor de intermediair halverwege de aanvraag er niet achter komt dat er toch nog gegevens missen!
Wist u dat…elk jaar de contributie van veel aanbieders omhoog gaat? Laat ouders daarom goed informeren bij de aanbieder wat de kosten zijn voor het aankomende seizoen, zodat ouders niet voor extra kosten komen te staan.
Wist u dat...onze helpdesk 5 dagen per week voor u klaar zit om alle vragen te beantwoorden? Bel daarom gerust naar 06-14322908 van ma t/m vrij van 09.00 tot 12.30 uur en van 13.30 tot 17.00 uur of stuur een mail naar noord-holland@jeugdfondssportencultuur.nl. Als u het aanvraagnummer van de aanvraag doorgeeft, kunnen wij u altijd sneller helpen.
Meer informatie? Kijk ook eens bij onze veel gestelde vragen.
In de rubriek ‘Wie zijn onze intermediairs’ stellen wij de toppers van Jeugdfonds Sport & Cultuur Gelderland voor, aan de hand van korte vragen. Dit keer Maritha van Huizen.
Ik ben werkzaam bij Zorgdat, welzijnsorganisatie in Harderwijk. Daar ben ik onder andere sociaal werker informele zorg en trainer van de methodiek ‘geluksgericht werken’. Daarnaast ben ik aanspreekpunt voor het Jeugdfonds Sport en Cultuur in Harderwijk en aanspreekpunt voor volwassenen met vragen over sport. Voorheen was ik buurtsportcoach in de wijk en daardoor ken ik het professionele werkveld rondom jeugd goed.
Allereerst natuurlijk: alle kinderen moeten mee kunnen doen! Er zijn zo ontzettend veel redenen waarom ouders hun kinderen niet kunnen laten meedoen aan sport of cultuur. Als intermediair is het zo belangrijk om verder te kijken dan je neus lang is. Om iemand echt goed te horen en niet zomaar te oordelen. Als sociaal werker en als welzijnsorganisatie kom je veel situaties tegen waarbij mensen (hulp)vragen hebben, signalen afgeven. We zitten midden in het netwerk welzijn, signaleren goed en veel en zijn makkelijk toegankelijk. Het mooie bij JFSC is ook dat ze ruimte geven voor ‘verder kijken dan de getallen’. Soms vallen mensen doordat ze net te veel verdienen buiten alle regelingen, maar houden ze bijvoorbeeld door hoge zorgkosten veel minder over dan mensen die net iets minder verdienen en veel vergoed krijgen.
Dat kinderen mee moeten kunnen doen staat voorop. Niet omdat het alleen maar leuk is, maar ook omdat het belangrijk is! Het brein, je talenten, de sociale ontwikkeling, de motorische ontwikkeling, wereldwijs worden. Er zijn zoveel belangrijke aspecten aan meedoen bij sport en cultuur!
Reacties als deze (een sms van een ouder): “Jij super bedankt voor het niet gelijk wegwuiven van de aanvraag nadat mijn salaris toch boven de norm is. Daar zijn er weinig die de situatie zo bekijken. Nogmaals enorm bedankt hiervoor.“
Het is zo belangrijk om ouders echt te horen. Vraag hoe het gaat. Laat merken dat je naast ze staat. Inkomen, schulden of zorgen op tafel leggen is niet niks en moeten ze vaak al zo vaak bij zo veel verschillende mensen blootgeven. Wees wel altijd eerlijk als je iets niet snapt of uit wil zoeken. Maar de manier waarop je dit vraagt of zegt maakt zo’n verschil! Durf ook jezelf kwetsbaar op te stellen, dat geeft ruimte voor openheid van beide kanten. En: kijk breder mee dan alleen JFSC. Hebben ouders nog meer nodig? Hoor/zie ze goed dus.
Ook intermediair worden? Lees meer en meld je aan:
Bregje de Vlieger is buurtsportcoach bij Welstad, een welzijnsorganisatie die zich inzet voor alle inwoners van Stadskanaal en ondersteuning biedt op verschillende levensgebieden voor de inwoners van de gemeente. Een van Bregje’s taken is om kinderen en jongeren die niet sporten, toch in beweging te krijgen. De afgelopen periode zat ze thuis vanwege de coronacrisis maar voorzichtig aan gaan de sportvelden weer open. ‘Vanwege de coronacrisis zijn er meer gezinnen die hulp nodig hebben.’
Bregje werkt in Stadskanaal waar ze naschoolse sportactiviteiten organiseert en scholen ondersteunt bij het sportaanbod of bijvoorbeeld het organiseren van clinics. “De gemeente Stadskanaal is best wel groot. We werken met zes buurtsportcoaches die zich inzetten om mensen die normaal gesproken niet sporten, in beweging te krijgen. Ik werk in twee wijken en ben contactpersoon voor scholen و sportverenigingen. Als een sportvereniging bijvoorbeeld een dalend aantal leden ziet, probeer ik op scholen clinics te organiseren om belangstelling voor die sport te genereren. Zo probeer ik kinderen die geen lid van een sportvereniging zijn, toch aan het sporten te krijgen.”
Haar werkzame leven ziet er vanwege de coronacrisis heel anders uit. “Ik werk een keer in de week op locatie en verder werk ik veel thuis,” zegt Bregje. “Het sporten gaat gelukkig weer voorzichtig van start. De gemeente heeft sportverenigingen laten weten wat er wel en niet kan, maar ze ook gevraagd toegankelijk te zijn voor niet-leden. Een aantal sportverenigingen heeft daar positief op gereageerd. Wij gaan ervoor zorgen dat kinderen die nog niet sporten, naar die verenigingen gaan. We bezoeken scholen en stimuleren kinderen zich aan te melden. Ik denk dat ouders juist tijdens de coronacrisis hebben ervaren hoe belangrijk het is dat kinderen zich uit kunnen leven.”
Bregje is intermediair voor ons fonds en helpt op die manier kinderen uit gezinnen met een laag inkomen. “Ik vond het als kind altijd fijn om te sporten en het kon ook altijd. Maar dat is helemaal niet zo vanzelfsprekend. Veel gezinnen kunnen het niet betalen. De organisatie waar ik voor werk, heeft contact met gezinnen die hulp nodig hebben. Ik vind het mooi dat wij vanuit onze functie een bijdrage kunnen leveren om gezinnen die het moeilijk hebben, te helpen. Op verzoek van de sociaal werkers doe ik aanvragen voor gezinnen en ook vanuit school komen veel verzoeken. Zo kan ik als intermediair een bijdrage leveren en kinderen helpen. Dat is ook mijn motivatie voor mijn werk als buurtsportcoach. Iets betekenen en mensen letterlijk en figuurlijk in beweging te zetten.”
“Vanwege de crisis zijn er meer gezinnen die financiële steun nodig hebben, zo zitten veel zzp’ers zonder werk. Als kinderen uit die gezinnen graag lid willen worden van een sportclub, moeten ze weten dat jullie er zijn om ze te steunen. Dat kan ook tijdelijk zijn. Ik promoot het fonds sowieso altijd, maar het is nu extra hard nodig!”
Meer informatie voor buurtsportcoaches
Lucia Tjon A Tjoen is al 38 jaar werkzaam als jeugd- en gezin professional en intermediair. “Ik ben ooit begonnen als inrichting werker in tehuizen die toen de naam hadden ‘Instelling voor moeilijk opvoedbare jeugd’, daarna werkte ik ruim 10 jaar bij de jeugdbescherming en later bij het Riagg. Vanaf 2001 tot nu ben ik schoolmaatschappelijk werkster bij Enver op basis- en voortgezet onderwijs scholen.”
Schoolmaatschappelijk werk is een laagdrempelige voorziening op school, die erop gericht is om problemen vroegtijdig te signaleren en aan te pakken. Zij vervult een brugfunctie tussen kind, ouders, school en (jeugd)zorginstellingen als de ontwikkeling bij het kind stagneert. De begeleiding richt zich op degenen die invloed hebben op die situatie. Enerzijds de ouders en verzorgers, anderzijds bijvoorbeeld leerkrachten en de (jeugd)hulpverlening.
“Ik verwacht dat de vraag naar steun van het jeugdfonds zeker zal toenemen. Vóór de corona crisis merkte je al dat ouders met een laag inkomen nauwelijks kunnen rondkomen. Ouders kunnen bijvoorbeeld nauwelijks een schoolreis of andere school activiteiten betalen, laat staan een tripje naar een pretpark of musea. De meeste activiteiten zijn veel te duur, kinderen zitten vaak thuis of in hun buurt en hebben amper sociaal contact. Natuurlijk zijn er ook buurtactiviteiten maar deze zijn niet altijd passend bij de behoefte van het kind. Deelname aan een club of culturele activiteiten is voor deze kinderen een luxe, het is niet betaalbaar en daarom kunnen veel kinderen hun talenten niet ontwikkelen.”
“In deze periode van corona merk je en hoor je veel meer onder welke omstandigheden sommige gezinnen moeten leven en hoe noodzakelijk het is dat het jeugdfonds bestaat. Dat het erg belangrijk is dat er voldoende aanbod moet zijn, is duidelijk. Ouders kunnen hierin een belangrijke rol spelen door mee te praten en zeggen wat ze missen qua activiteiten en samen ervoor zorgen dat het mogelijk wordt.”
“Reden waarom ik intermediair ben is om dat voor deze gezinnen mogelijk te maken. Door de aanvraag voor hulp van het jeugdfonds via de schoolmaatschappelijk werker te doen, maakt het voor ouders en leerlingen laagdrempelig. Voor veel ouders is het lastig om via gemeentelijke instellingen hun aanvragen te doen, er is dan te veel papierwerk en vragen. Op school kennen je de gezinnen en hun situatie en is de aanvraag zo gedaan. Wat ik lastig vind, is dat gezinnen die hard werken, maar net boven de grens zitten qua inkomen, niet in aanmerking komen voor het fonds. Deze kinderen kunnen ook niet meedoen aan activiteiten/sporten omdat ouders het niet kunnen betalen.”
“Zowel kinderen als ouders zijn heel blij en dankbaar als het mogelijk wordt gemaakt. Bij kinderen zie je dat ook terug in hun sociale gedrag. Ouders of kinderen komen vaak met een gerichte vraag, bijvoorbeeld: ‘Ik wil graag boksen of piano spelen’. Er wordt gelijk ingespeeld op wat het kind wenst of waar zijn talent ligt. Al eerder heb ik aangegeven dat dit een van de belangrijkste vragen is bij het hulpverlenen. Kinderen kunnen op deze manier een andere kant laten zien, thuis, op school en in de maatschappij. Het is vooral nodig dat de talenten van een kind zichtbaar wordt, deze kun je mogelijk ook inzetten op school en in de sociale omgang. Als kinderen mee kunnen praten over hun passie zie je ze ook groeien bijvoorbeeld in zelfverzekerdheid.”
“Ik merk dat op de basisscholen de ouders vaak samen met hun kinderen beslissen en dat ze meestal langer een sport of activiteit beoefenen. Als een kind vanaf de basisschool niet is gestimuleerd om een activiteit of sport te doen is het vaak lastig voor hen om te bepalen wat ze leuk vinden. Deze leerlingen houden het vaak niet lang vol en zijn regelmatig opzoek naar iets anders of geven het op, ze hebben geen dagbesteding. Je merkt dat ze zich gaan vervelen en roepen dat ze nergens goed in zijn. Natuurlijk heel jammer, toch blijven helpen met zoeken naar hun passie/talent want dat heeft volgens mij elk kind.”
Lid zijn van MHC Rosmalen is voor heel veel mensen een normale zaak. Toch zijn er in Rosmalen kinderen (4-18 jaar) die door de financiële situatie van hun ouders/verzorgers niet mee kunnen sporten. Daarom gaan MHC Rosmalen en het Jeugdfonds Sport & Cultuur ’s-Hertogenbosch-Vught per direct intensief samenwerken.
Ieder kind mag meedoen!
“Wij vinden het belangrijk dat ieder kind kan meedoen”, legt voorzitter Mark Brants van de Rosmalense hockeyclub uit. “Dat past bij onze missie om zoveel mogelijk mensen plezier te laten bleven aan de hockeysport. Wanneer ouders of verzorgers de contributie voor een kind zelf niet kunnen betalen, creëren we op deze manier de mogelijkheid tot financiële ondersteuning. Zeker in deze bijzondere tijd waarin inkomsten plotseling afgenomen kunnen zijn. “Een intensieve samenwerking met het Jeugdfonds Sport & Cultuur ’s-Hertogenbosch-Vught vinden wij daarom erg belangrijk”.
Bijdrage aanvragen.
Het Jeugdfonds Sport & Cultuur ‘s-Hertogenbosch-Vught is een stichting welke ouders helpt bij het betalen van de contributie. In sommige gevallen kan een waardebon worden verstrekt voor het aanschaffen van sportbenodigdheden, zoals kleding of attributen. ”Om in aanmerking te komen voor een vergoeding vanuit het Jeugdfonds Sport en Cultuur kan er een aanvraag worden ingediend via een van de intermediairs van het Jeugdfonds. “Intermediairs zijn onder andere werkzaam in het onderwijs (bijvoorbeeld de directeur, IB-er of gymleerkracht), op de verschillende wijkpleinen en je kunt terecht bij Stichting Leergeld”, legt Jan de Leeuw, bestuurslid van het Jeugdfonds Sport & Cultuur ’s-Hertogenbosch-Vught, uit.
Maatschappelijke samenwerking
De organisaties gaan een maatschappelijke samenwerking aan voor een jaar, met de intentie om elkaar langdurig te versterken. Naast vergroting van de sportparticipatie werken beide organisaties ook samen aan gezamenlijke fondsenwerving.
Nasséra Achahboun is inmiddels al 11 jaar jongerenwerker, waarvan 5 jaar bij Videt in Uithoorn. En sinds het begin van Jeugdfonds Sport & Cultuur al intermediair. “Het leuke aan mijn werk? Geen dag is hetzelfde. Ik ben veel in de wijk en weet wat er speelt in gezinnen. Ik heb veel contacten bij gemeenten, scholen en verenigingen en daardoor kunnen we goed signaleren waar er behoefte aan is. Sport en Cultuur verbindt en dat is zo belangrijk voor kinderen én ouders.”
Nasséra weet hoe het is om tussen 2 culturen te zitten. Toen ze op haar 8e vanuit Marokko naar Nederland verhuisde heeft ze zelf van alles moeten uitvinden. “In mijn tijd bestond het Jeugdfonds Sport & Cultuur nog niet helaas. Met Sinterklaas een wortel in je schoen? Mijn moeder werd boos, dat doe je toch niet, die hebben we nodig voor de couscous.”
Deels vanuit mijn eigen ervaring. “Ik spreek de taal, spreek de kinderen, maar ook de ouders. Elk kind is uniek en heeft zijn eigen verhaal. De vertrouwensband die ik opbouw met kinderen is heel bijzonder.” Opgroeien in een veilige omgeving is niet altijd vanzelfsprekend. Hoe fijn is het dan om een kind toch een veilige plek te kunnen bieden. Veel gezinnen leven in armoede maar blijven onder de radar. “Hoe meer mensen er intermediair worden, hoe meer we kunnen signaleren en hoe sneller we de gezinnen kunnen helpen”, aldus Nasséra.
“Ik heb een groot netwerk in Uithoorn en krijg ook veel aanvragen voor Jeugdfonds Sport & Cultuur.” Sportactiviteiten geven kinderen de gelegenheid tot sociale contacten. Een plek waar ze met leeftijdsgenoten kunnen optrekken en even los kunnen komen van hun thuissituatie. Zonder het Jeugdfonds Sport & Cultuur zouden ook veel kinderen bijvoorbeeld geen muziek- of zwemlessen krijgen. Ook de ouders zien wat het met hun kind doet. Vaak zorgt dit ook voor een betere band tussen ouders en kinderen.
Elke keer als je écht iets voor een kind kan betekenen. Mooi voorbeeld is van een jongetje met overgewicht die ze inschreef voor kickboksen via het Jeugdfonds Sport & Cultuur. “In het begin was hij totaal niet gemotiveerd. Maar hij zette toch door en ik heb hem zien opbloeien tot een stralend kind.” Nu is hij een voorbeeld voor veel andere kinderen. “Het maakt mij ontzettend trots dat ik daar een bijdrage aan heb kunnen leveren.”
أصبح الأطفال والشباب أعضاء في النادي من خلالنا في عام 2024.
في عام 2024، أصبح الأطفال والشباب أعضاء في نادي رياضي من خلالنا.
في عام 2024، أصبح الأطفال والشباب أعضاء في نادي ثقافي من خلالنا.
- إصدار المعدات الرياضية والثقافية في عام 2024.